Julie de Libran over de erfenis van Sonia: ‘Rykiel leeft voort’
Vijftig jaar geleden opende Sonia Rykiel haar eerste boetiek in Saint-Germain-des-Prés. In een exclusief interview duikt Julie de Libran, huidig artistiek directeur van het Parijse huis, voor ons in de archieven en brengt ze hulde aan de beroemde roodharige dame.
In het portiek in Saint- Germain-des-Prés, op de gelijknamige boulevard en vlak bij Café de Flore, valt de duisternis. De neonreclame van Le Rouquet is als een plas rood licht. Mei ’68 is er niet in geslaagd komaf te maken met de typische formicasfeer in deze brasserie. We zouden er zo een glas hebben kunnen drinken met Sonia Rykiel. Maar ook al is Sonia er niet meer, haar geest waakt. Net om de hoek van de flagshipstore, in de rue des Saints-Pères, bevinden zich de kantoren van haar modehuis, dat sinds 2012 grotendeels in handen is van de Hongkongse investeringsmaatschappij Fung Brands en dat met vaste hand wordt bestuurd door de 46-jarige Julie de Libran.
Sonia Rykiel gaf me meteen goede raad: ik moest nee leren zeggen
Julie de Libran, in mei 2014 benoemd tot artistiek directeur van het Parijse label, spreekt perfect de taal van Rykiel, al klinkt daar nu en dan een heel licht Amerikaans accent in door. Geboren worden in Aix-en-Provence en vervolgens opgroeien in San Diego, Californië, dat laat sporen na. In dit pand in Saint-Germain-des-Prés krijgen haar creaties vorm. We werpen een snelle blik op de boekenkast in haar kantoor en lezen de ruggen: Elsa Schiaparelli,art, architecture en vooral Sonia Rykiel. Een portret van Sonia hangt als een echo naast een schets die ze heeft gesigneerd en die ze aan Julie heeft geschonken. Julie kreeg de zegen van de koningin van de ‘démode’ en zoiets opent alle deuren. ‘Toen ik hier aankwam, heb ik haar ontmoet. Ik was haar uiteraard al weleens tegengekomen in Parijs, maar bij haar mogen langskomen en samen met haar die speciale momenten mogen beleven, dat was ontroerend. En fantastisch. Ze was zoals ik me haar had voorgesteld: sterk, mooi, sensueel, met heel elegante gebaren, helemaal in het zwart gekleed, met een vuurrode haardos. En die persoonlijkheid… Ze gaf me ook meteen goede raad: ik moest nee leren zeggen.’
Van wanneer dateert je eerste herinnering aan Rykiel?
‘Uit mijn kindertijd. Mijn mama ging gekleed in Rykiel. Ik heb eerst in Frankrijk gewoond, maar toen ik acht was, zijn we naar het buitenland vertrokken, naar de Verenigde Staten. Frankrijk, dat was voor mij schoonheid, kleur, vreugde, een veilig gevoel en een vrij magische periode waar Rykiel deel van uitmaakte. Later, in 1990, toen ik twintig jaar was en mode ging studeren aan het Istituto Marangoni in Milaan, deed mama mij twee van haar truien cadeau. Ik heb ze veel gedragen. Omdat ze uit Parijs kwamen, omdat ze herinneringen opriepen aan mijn vroege kinderjaren en omdat het in zekere zin tijdloze stukken waren. Ik heb die twee truien in mohair – op-en-top Rykiel, met naar buiten gekeerde naden – nog altijd. Ik haal ze nog vaak uit de kast, ze zien er nog altijd even goed uit.’
Je had dus een band met het modehuis. Voelde je, toen je tot artistiek directeur werd benoemd, de noodzaak om de archieven te raadplegen?
‘Ik vond het nodig om me erin te verdiepen. Nochtans voelde ik uitstekend aan dat Sonia Rykiel een vrouw was die in haar eentje was begonnen, die ontwierp voor vrouwen en die op zoek ging naar een silhouet voor dames die kleren nodig hadden om er op hun best uit te zien zonder in een keurslijf te zitten. En ik had ook best veel gelezen. Maar ik zat er nog niet middenin, ik was er nog niet van doordrongen… En dus heb ik mezelf ondergedompeld in die archieven. Dagenlang. Wekenlang. Geen maanden, want ik had niet veel tijd tot mijn eerste defilé. Sindsdien heb ik al vaak zin gehad om opnieuw in die archieven te duiken. Ik vind ze bijzonder rijk: ze gaan terug tot 1968, dat is een halve eeuw mode… We hebben alles in zeer goede staat bewaard en van elk stuk zijn er foto’s gemaakt. Ik ontdek telkens weer iets nieuws. Zoals de ’theaterzakken’, die ik niet kende. Die hebben splitten, waardoor het kledingstuk een praktische dimensie krijgt. Ik heb de collectie van deze zomer trouwens dat praktische willen meegeven: de Rykiel-vrouw werkt en heeft kleren nodig die uiteenlopende situaties aankunnen. Ik wilde stukken ontwerpen die het mogelijk maken om flexibel te zijn en die een zekere allure hebben, dat vind ik een vorm van respect ten opzichte van de persoon die je tegenover je hebt.’
Was je niet bang voor het aura van een dergelijke ontwerpster en voor het gewicht van zoveel geschiedenis?
‘Jawel, maar tegelijkertijd maakt net dat het ook zo mooi! Ik zit al lang in het vak en ik denk dat ik het bij de besten heb geleerd. Gianfranco Ferré, Jean-Charles de Castelbajac, Gianni en Donatella Versace, Miuccia Prada en Marc Jacobs, ze zijn – of waren – allemaal héél goed. Voor ik in staat was om dit vak in mijn eentje te doen, moest ik eerst die ervaring opdoen met het leerproces en met opdrachten. Toen ik het voorstel kreeg om artistiek directeur te worden bij Sonia Rykiel, voelde ik me daar klaar voor. En ik voelde me vooral klaar om het op mijn eigen manier te doen.
Ik voelde me ook meteen op mijn gemak, zonder dat het me moeite kostte, omdat dit modehuis nu eenmaal een familiaal kantje heeft. En ik ga vrij instinctief te werk: ik doe wat ik denk te moeten doen, voor mijzelf, voor Sonia Rykiel en voor de vrouwen die ik graag kleed. Je moet aandacht hebben voor wat ze nodig hebben of op zijn minst oplossingen voor hen vinden, daar begint het mee. Ik houd van alle fases van het creatieve proces en werk heel graag met de ateliers, want hun knowhow is echt wel buitengewoon. Voor mij is het iets magisch, het zet me aan het dromen. Ik heb veel opgestoken van mijn professionele parcours, maar als ik één ding onthouden heb, dan is het wel dat je moet doen wat je denkt te moeten doen en wat je graag doet, dat je naar jezelf moet luisteren, beslissingen moet nemen, een richting moet kiezen en moet proberen om je niet te laten beïnvloeden door je omgeving. Als je het op die manier aanpakt, ben je het succesvolst.’
Welk zomersilhouet vat dit succes het beste samen?
‘Het eerste, het jasje dat haast als een volwaardige outfit wordt gedragen, met alleen een body eronder. Ik houd van de gedachte dat het jasje iets vertegenwoordigt dat af is. Het straalt de kracht uit die ook kan uitgaan van een mannelijk mantelpak. Zodra je het draagt, sta je met beide benen stevig op de grond, je gaat zelfs op een andere manier zitten. Ik ben ook dol op het contrast tussen mannelijk en vrouwelijk. Dat vind je in mijn werk dan ook vaak terug.’
En welk silhouet wringt en hapert het meest?
‘Over één bepaalde jurk ben ik minder tevreden dan ik had willen zijn. Ze kwam laat, zeer laat – pas de ochtend van het defilé – binnen. Het silhouet was maar net voor de show klaar. Misschien is de kleur van de stof te fel? Of schort er iets aan de print? Ik vond de geborduurde versie alleszins mooier… De vorm beviel me nochtans enorm: het is een cirkel, met twee naden en met een voorkant als van een overhemd. Ik ben in gedachten nog vaak met die jurk bezig en denk dan altijd: verdorie, die was niet perfect in orde.’
Heb je weleens stukken gesigneerd die totaal niet Rykiel waren?
‘Nee, omdat ik zorg dat ze Rykiel worden. Tijdens een pasbeurt vraag je je weleens af of het stuk niet op iets anders lijkt, we hebben zoveel referenties… Maar dan zeg ik tegen mezelf dat dit de manier is waarop ik het wil. En als het op die manier betekenis heeft, is het sowieso Rykiel. Als ik het beslis, is het voor mij Rykiel.’
ID Julie de Libran
– 1972: Wordt geboren in Aix-en-Provence.
– 1990: Studeert mode aan het Istituto Marangoni in Milaan en aan de Ecole de la Chambre Syndicale de la Couture Parisienne.
– 1991: Werkt aan de zijde van Gianfranco Ferré, voor diens eigen label en voor Dior.
– 1994: Tekent de collecties van Jean-Charles de Castelbajac.
– 1996: Gaat aan de slag bij Gianni Versace in Italië.
– 1998: Wordt benoemd tot creatief directeur bij Prada.
– 2008: Werkt samen met Marc Jacobs als creatief directeur van de prêt-à-porter voor vrouwen en als directeur van de Louis Vuitton-studio.
– 2014: Richt in januari een couturemerk op in eigen naam en begint in mei als artistiek directeur bij Sonia Rykiel.
INSPIRATIE
Foto 1
‘Sonia op straat, op de boulevard Saint-Germain, ter hoogte van brasserie Le Rouquet, tegenover de boetiek. Kijk naar die mouwen! Dat volume! Ik vind dat geweldig. Ik heb mij er trouwens een beetje door laten beïnvloeden voor een winterdefilé, in 2016, als ik het goed heb. Sonia’s creativiteit, haar manier van denken en haar onafhankelijkheid gaven mij zin om bij dit modehuis te komen werken en om de volgende bladzijden van de Rykiel-geschiedenis te schrijven.’
Foto 2
‘1976, het herfst-winterdefilé in de boetiek in de rue de Grenelle. Ik ben dol op die familiale sfeer. Dat gevoel wilde ik ook tijdens mijn eerste show in september 2014. Ik heb iedereen persoonlijk ontvangen, onze buren van Café de Flore waren van de partij en de sfeer was intiem. Wat ik ook prachtig vind aan deze oude foto is de aan- wezigheid van de andere ontwerpers – op de tweede rij herken je Karl Lagerfeld, met baard en bril. Die samenhorigheid vind ik mooi.’
Foto 3
‘De foto toont Sonia’s passie voor literatuur, een passie die ik deel. Daarom wilde ik in onze boetiek die 50.000 boeken van de vlooienmarkt onderbrengen. Mensen komen rondhangen of lenen boeken. In januari vorig jaar hebben we Manifesto gelanceerd, een capsulecollectie die het jubileumjaar inluidde en waarvoor ik in de Dictionnaire déglingué van Sonia Rykiel heb gesnuffeld … Dat boek is echt fantastisch, Het ademt de mentaliteit van het modehuis en van de Rykiel-vrouw.’
Foto 4
‘Levensvreugde is altijd al typisch geweest voor de shows van Sonia Rykiel en onderscheidt ze van andere. De mannequins glimlachen, lachen, klappen in hun handen, geven bloemen en spreken! Ik vond het belangrijk om een beeld te delen van dat vrolijke moment, die community van vrouwen, die wisselwerking, die intimiteit en die feestelijke ogenblikken. Het is mooi en het is zeldzaam.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier