In memoriam: Jenny Meirens, een vrouw in de schaduw

© /

In Italië is dit weekend Jenny Meirens overleden. De legendarische zakenvrouw achter Martin Margiela werd 73. Modejournalist Jesse Brouns haalt herinneringen op aan een machtige, maar onzichtbare vrouw.

Jenny Meirens, een van de belangrijkste figuren in de geschiedenis van de Belgische mode, was ‘de vrouw achter Margiela, maar ze was in zekere zin ook Margiela. Ze was radicaal en koppig, een machtige vrouw, en een monument in haar milieu.

Meirens zette haar eerste stappen in de mode met een boetiek in Anderlecht, in de intussen grotendeels verloederde Wayezstraat – ik woonde in de buurt, en kreeg er, toen ik een jaar of elf was, een trui van Fiorucci van mijn moeder.

Later opende ze Crea, met Stijl de belangrijkste avant-gardemodezaak van de hoofdstad. Bij Crea, aan het Sint-Katelijneplein in het centrum, verkocht ze onder meer Claude Montana, France Andrevie en Yohji Yamamoto, en die Japanse ontwerper haalde ze naar Brussel voor een defilé in de Ancienne Belgique. De uitnodiging was een werk van kunstenaar Gorik Lindemans: gedrukt op broodzakkenpapier, en verfrommeld in een transparant plastic doosje gepropt.

‘Ik heb haar leren kennen in de periode van Crea,’ zei make-up artist Inge Grognard zondagmiddag na de show van A.F. Vandevorst in Parijs. ‘Ik heb toen nog voor haar geposeerd, samen met ontwerpster Vicki Vink, in kleren van, als ik me goed herinner, Annemie Verbeke. We zijn heel close geworden toen ze met Martin naar Parijs is getrokken.’

Margiela, het ‘gezicht’ van het merk, liet zich nooit fotograferen, liet zich zelfs nooit zien. Meirens bleef evengoed op de achtergrond, machtig en onzichtbaar, alle touwtjes in handen.

‘In het begin wrong het soms een beetje. Zij was nogal recht door zee, en dat was ik ook. Maar we hebben elkaar leren appreciëren. We deelden heel veel emoties. Ze was heel emotioneel, en ik ook. We hebben vaak samen gehuild. Jenny was een heel gedreven vrouw, die hield van het leven, die heel graag plezier maakte, heel graag lachte. We zijn ook altijd bevriend gebleven. Ik ga haar heel erg missen. Ik heb enorm veel en mooie herinneringen. Mooi omdat ze altijd met emoties gepaard gingen. Het dringt nog niet goed door. We zouden een van de komende weken nog afspreken. Ik had haar graag nog gezien.’

Meirens ontmoette Martin Margiela in 1983, toen ze deel uitmaakte van de jury van de Gouden Spoel, een legendarische wedstrijd voor jonge Belgische ontwerpers. Dirk Van Saene won dat jaar de hoofdprijs, maar Meirens verkoos Margiela, en stelde hem voor zijn eerste collectie te verkopen bij Crea.

Een jaar later opende ze aan de overkant van het plein een winkel van Comme des Garçons, en ook Comme showde in Brussel, in een tent. Met een uitnoding van donkerblauw, dik en stug karton. Mogelijk verwar ik de uitnodigingen van Yohji en Comme met elkaar.

Margiela verhuisde naar Parijs, waar hij aan de slag ging bij Jean Paul Gaultier. Daar stopte hij in 1988, toen hij en Meirens hun label begonnen.

‘Het was tussen ons altijd een conversatie,’ zei Meirens in februari in een zeldzaam lang interview met T, de stijlbijlage van The New York Times. ‘Het begon als brainstorming. In het begin was het alleen Martin en ikzelf.’

Margiela was het eerste merk dat op onverwachte, vaak desolate plekken showde: een speelplein, het ongebruikte metrostation Saint-Martin, de begraafplaats van Montparnasse.

Ze werkten zestien jaar samen, allebei in de schaduw, zij achter hem. Margiela, het ‘gezicht’ van het merk, liet zich nooit fotograferen, liet zich zelfs nooit zien. Meirens bleef evengoed op de achtergrond, machtig en onzichtbaar, alle touwtjes in handen. Margiela en Meirens ontwikkelden hun merk als een collectief. De ontwerper gaf geen interviews. Met de pers werd in de begindagen uitsluitend per fax gecommuniceerd. Uitspraken werden toegeschreven aan het team. Iedereen droeg witte stofjassen.

Margiela was het eerste merk dat op onverwachte, vaak desolate plekken showde: een speelplein, het ongebruikte metrostation Saint-Martin, de begraafplaats van Montparnasse, een failliete supermarkt. De uitnodigingen waren mysterieu. Een advertentie in een zoekertjeskrant, een stukje papier met een telefoonnummer. De modellen waren vrienden, of gestreetcast (toen ongewoon: het was het tijdperk van de supermodellen), en hun gezichten zaten vaak verstopt achter zwachtels.

‘Natuurlijk is het gemakkelijker om fittings te doen op professionele modellen,’ zei Meirens in de New York Times. ‘Maar ik houd niet van het idee dat vrouwen perfect moeten zijn. Ik verkies een vrouw op de straat die iets kan uitdrukken. Ik heb liever een sterke vrouw dan een mooie vrouw.’

We waren financieel en creatief onafhankelijk. We hadden nooit geld, maar we hadden ook nooit schulden.

Jenny Meirens

Margiela ging ten strijde tegen het establishment. Hij gebruikte goedkope materialen, en maakte er iets chic mee: banale stoffen, plastic, hergebruikte tweedehandse trouwjurken of dekens. Het merk adverteerde niet. Er werd geen rekening gehouden met het sterrensysteem van de modeweken. Er was geen seating plan, zodat voorname hoofdredactrices niet noodzakelijk op de eerste rij belandden. En de Sarl Neuf had haar kantoren in achtergestelde buurten in het verre noorden van Parijs, waar alles, van de muren tot het rommelmarktmeubilair, wit was geverfd – ik herinner me een sjofel pand in de Passage Ruelle in het achttiende arrondissement, circa 1993.

‘We waren financieel en creatief onafhankelijk,’ zei Meirens nog. ‘We hadden nooit geld, maar we hadden ook nooit schulden. Er was net genoeg om verder te doen.’ En ook: ‘Het punt voor ons was altijd vrijheid. Daar ging het ons om.’

Er kwam een eind aan hun avontuur: Margiela en Meirens verkochten hun Sarl Neuf aan Only The Brave, de holding van Diesel-eigenaar Renzo Rosso, in 2002. De gouden (eigenlijk: de zwarte) periode van de avant-gardemode lag achter de rug. De eeuwwisseling was een tijd van luxe en logo’s: het establishment greep opnieuw de macht. Margiela had niet eens een logo (vier witte stiksels, dat dan weer wel).

Meirens trok zich terug in een villa op het Pajottenland, buiten Brussel, en in een huis aan zee in Puglia. Ze overleed dit weekend in Italië. Ze werd 73.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content