De revival van de driekwartbroek: ‘Hij heeft onterecht een slechte connotatie gekregen’

Jorik Leemans
Jorik Leemans Journalist

Vult de driekwartbroek deze lente en zomer opnieuw het straatbeeld? Dan heeft u dat te danken aan Audrey Hepburn, Jennifer Lopez en vooral: uzelf. ‘Het feit dat deze broek steeds terugkomt, zegt wel iets, niet?’

Driekwartbroek. De kans is bijzonder groot dat u bij het lezen van dat woord instant een oudere man voor u zag in een wijde broek (is ie nu te kort of net te lang?) met minstens vier zakken op elke broekspijp. Zijn look is steevast afgewerkt met een paar Jezussandalen en sokken die ooit vast wit geweest zijn.

Doorheen de jaren lijkt het ergens misgelopen te zijn met het woord driekwartbroek. Onterecht, zo roepen enkele grote modehuizen. Nadat Dior vorig jaar onverwacht al een model de runway opstuurde in een driekwartbroek – of mooier: capribroek – bij de presentatie van haar lentecollectie, wordt het kledingstuk met een vegan geprinte versie bij Dolce & Gabbana en een denimmodel bij Chloé ook in de huidige lente- en zomercollecties in ere hersteld. Voor vrouwen weliswaar. Of is de hypothetische man uit de inleiding binnenkort ook zo hip als maar kan zijn?

Nadat Dior vorig jaar onverwacht al een model de runway opstuurde in een driekwartbroek, wordt het kledingstuk met een vegan geprinte versie bij Dolce & Gabbana en een denimmodel bij Chloé ook in de huidige lente- en zomercollecties in ere hersteld.

‘Je bedoelt zo’n avonturiersbroeken met zakken?’, lacht Elisa De Wyngaert, curator van het Antwerpse Modemuseum (MoMu). ‘Wij kunnen mode niet voorspellen. Wel kunnen we het verleden analyseren en kijken welke richting we ongeveer uitgaan. Deze trend kan even goed een stille dood sterven als dat er verder op geborduurd wordt. Maar het feit dat deze broek steeds terugkomt, zegt wel iets, niet?’

Dankzij Kennedy en Hepburn

Voor de geschiedenis van de beruchte broek keren we terug naar de jaren vijftig en zestig. Voor de twintigste eeuw droegen vrouwen geen broeken, of toch eerder uitzonderlijk, zoals bij het paardrijden. Na verloop van tijd is het een kledingstuk dat binnenshuis wel gedragen kan worden, maar het zou tot in de jaren vijftig duren vooraleer vrouwen zich ook buitenshuis begeven in een broek. ‘Denk maar aan de serie Mad Men’, legt De Wyngaert uit. ‘Betty Draper zal thuis die broeken dragen, maar zelfs in de jaren zestig is dit niet iets waarin ze zich opkleedt voor gelegenheden .’

Audrey Hepburn (rechts) in 'Sabrina' (1954)
Audrey Hepburn (rechts) in ‘Sabrina’ (1954)

Hoewel de pedal pusher, een broek die de kuiten vrij liet om tijdens het fietsen geen ongelukken te hebben, oorspronkelijk uitgevonden was voor om fietsers te helpen, vond het model ook zijn weg naar de kledingkasten van vele jongedames. Bekende vrouwen als First Lady Jacky Kennedy en actrice Audrey Hepburn gaven de niet-gerokte vrouw een duwtje in de rug. ‘Het feit dat zij een capri gingen dragen op televisie en in de cinema had een groot effect op het straatbeeld’, vertelt De Wyngaert. ‘Daarvoor zal die lengte vast al eens in een of andere couturecollectie getoond zijn, maar dat werd niet (even snel) overgenomen door iedereen. De cinema had een veel groter effect. Vandaag hebben sociale media dat overgenomen, maar toen waren bioscopen dé manier om je favoriete sterren te bewonderen en te kijken wat zij droegen.’

Het was dankzij Edith Head, de kostuumontwerpster voor alle Paramountfilms van Audrey Hepburn, dat de actrice een capri draagt in onder andere de film Sabrina (1954). Head ontdekte de broek bij de Duitse uitvindster Sonja de Lennart die haar ontwerp vernoemde naar het eiland Capri, nog steeds de meest gebruikte term voor deze driekwartsbroek. ‘Door mensen als Head kwam deze trend echt op gang’, aldus De Wyngaert. ‘Ik weet niet of we het kunnen vergelijken met hoe sociale mediasterren als Gigi Hadid tegenwoordig op de jeugd inspelen, maar dat was wel wat die films teweeg brachten.’

Het feit dat vrouwen als Audrey Hepburn een capri gingen dragen op televisie en in de cinema had een groot effect op het straatbeeld.

Elisa De Wyngaert, curator Modemuseum Antwerpen

‘Als mensen iets zien op catwalk gaan ze het veel sneller beoordelen op de draagbaarheid’ zegt de MoMu-curator, ’terwijl mensen het veel sneller omarmen als een popidool het aandoet.’

It’s Britney, bitch

De kniebroek heeft heel veel “foute” variaties, beaamt De Wyngaert. ‘Maar de versie die ze nu tonen heeft veel weg van de “Hepburnbroek” uit de jaren zestig. De klassiekere variant, zeg maar. Elegant, vaak met een split onderaan.’

Naast de jaren vijftig en zestig, kende de capri immers een revival in de jaren negentig en vroege jaren tweeduizend. Popsterren als Jennifer Lopez, Britney Spears en The Spice Girls durfden zich regelmatig te vertonen in een capribroek. En ook dat speelt zijn rol in de huidige terugkeer van het ontwerp, vermoedt De Wyngaert.

Doorheen de geschiedenis zijn er altijd verschillende lichaamsdelen geweest die werden benadrukt. Er is nu al een tijdje de nadruk op de enkels en nu ook de kuiten.

Elisa De Wyngaert, curator Momu

‘Je hebt heel hard die 2000-mode die terugkomt. We kunnen wel zeggen dat de capri qua model op die van Hepburn lijkt, maar hoe het vervolgens gestyled wordt, heeft een grote impact op de look. Kiest men voor de rolkraag en een hemd à la Hepburn en creëert men een soort onschuldige vrouwelijkheid? Of gaat men voor de meer sexy variant à la Britney waarbij we de onderbuik en misschien een navelpiercing zien?’

Beeld uit de lente- en zomercollectie 2018 van Dolce & Gabbana
Beeld uit de lente- en zomercollectie 2018 van Dolce & Gabbana© Dolce & Gabbana

Genderneutrale trend

Er lijkt een duidelijke beweging aan de gang. Niet alleen liepen celebs zoals de Kardashians vorig jaar rond in bike shorts (korte aanspannende fietsbroeken, nvdr.) en blote benen, ook het gemiddelde Vlaamse straatbeeld loopt ondertussen vol met mensen die door het oprollen van hun broekspijpen hun enkels tonen. Flanking, capri’s of bike shorts: een hippe outfit lijkt een (deels) ontbloot been te vereisen.

Doorheen de geschiedenis zijn er altijd verschillende lichaamsdelen geweest die werden benadrukt, duidt Elisa De Wyngaert. ‘Kledij trekt de aandacht naar bepaalde lichaamsdelen, door ze bloot of net bedekt te houden. Zo zijn er verhalen uit de victoriaanse periode waarin mannen al opgewonden geraken door het zien van de enkels. Het is pas vanaf de twintigste eeuw dat er gekeken wordt naar de lengtes die boven de enkels komen. Een mooi gevormd en sportief been wordt dan plots iets wat aandacht krijgt.’

Terwijl in de jaren late jaren vijftig en vroege jaren zestig dat onderbeen erg benadrukt wordt – met onder meer de capri – lag de focus in de jaren dertig bijvoorbeeld op de rug en in de jaren vijftig op borsten en taille. ‘Er is nu al een tijdje de nadruk op de enkels en nu ook de kuiten’, glimlacht De Wyngaert. ‘Dat vind ik vooral interessant omdat het een genderneutrale trend is en voor alle leeftijden. Zowel mannen als vrouwen doen het. Ik denk trouwens dat het de eerste keer is dat mannen en vrouwen dezelfde ontblote zone hebben. Dan heb ik het voor alle duidelijkheid wel over het tonen van de enkels, en niet zozeer over het dragen van een driekwartbroek.’

Ik denk dat het woord “driekwartbroek” vooral in het Nederlands een onterecht slechte connotatie gekregen heeft.

Elisa De Wyngaert, curator Momu

Slechte connotatie

‘Om daarop terug te komen: het voorbije seizoen kende de culottebroeken, de brede driekwartbroeken, een soortgelijk verhaal. Dat ontwerp stootte in het begin ook op weerstand, terwijl nu bijna iedereen met een wijdere broek rondloopt. Dan lijkt het me vanuit de mode een heel logische stap om opnieuw de strakkere kniebroek te tonen. Fout of niet: nieuwe mode op de catwalk is altijd even wennen. Het is een heel nieuw silhouet en volume rond het lichaam. Veel mensen kunnen iets initieel lelijk noemen, maar ik ben benieuwd of dit ook effectief zal verdwijnen.’

‘Ik denk dat het woord “driekwartbroek” vooral in het Nederlands onterecht een slechte connotatie gekregen heeft’, concludeert de MoMu-curator. ‘Driekwartbroek klinkt minder elegant dan het woord capri, dat veel sensueler klinkt. Het is ook zo dat “driekwartbroek” een heel beschrijvende term is en daarom misschien ook afbreuk doet aan het ontwerp. Het is helemaal geen poëtische manier om een kledingstuk te beschrijven. (lacht) Er is daarnaast een heel scala aan driekwartbroeken: het woord dekt de lading simpelweg niet.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content