De afstudeermodeshow van de Brusselse La Cambre studenten
Na Antwerpen was het de beurt aan de Brusselse academie La Cambre om hun modetalent in de schijnwerpers te zetten. We zagen veel show, indrukwekkende snits en veelbelovende jonge ontwerpers de revue passeren.
Tweede jaar De show werd afgetrapt door de tweedejaars, die via een vijf tot zevental silhouetten verschillende aspecten van de dagelijkse garderobe moesten onderzoeken en uit elkaar halen. Er werd nagegaan hoe accessoires een onmisbaar onderdeel van een outfit konden worden, wat een heel stel opvallende maar toch redelijk draagbare schoenen opleverde. Caroline Liechti ging nog een stapje verder door haar modellen te voorzien van een mobiel met zwevende stukken metaal voor het gezicht die wenkbrauwen en een snor leken te vormen, terwijl Samir Mekki Berrada brillen bevestigde aan wat nog het best te omschrijven valt als verpleegsterskapjes. Fabien Verriest creëerde dan weer een pantser voor het gezicht met de hulp van mikadostokjes en ook Delphine Baverel schermde het wezen van haar modellen af met een gordijn van verschillende strookjes gekleurd plastic.
Als het van de La Cambrestudenten afhangt zal de LBD het onderspit moeten delven voor the little white dress, en na het bekijken van hun creaties zijn we daar niet bepaald rouwig om. De meeste jurkjes werden vervaardigd uit een witte kledinghoes, wat de silhouetten een semi-transparant en dromerig effect gaf. Voorts bevatten de collecties zeer opvallende grafische elementen, vooral dan bij Maud Vanden Bussche en Alexandra Kengen. Interessantste studie was die naar de regenkledij, waar meer dan eens een knipoog werd gegeven naar een meer mannelijke snit, waardoor de kledingstukken los en luchtig om het lijf kwamen te zitten. Ik was reeds van mening dat oversized en lichtgewicht perfect samengaat, al was de versie van de La Cambre studenten toch een tikkel meer fashionforward dan ik in de K-way van mijn vader op mijn eerste Rock Werchter concert.
Derde jaar De La Cambre docenten verwachten van hun derde bachelors al heel wat know-how die ze moeten zien tentoon te stellen in een mannencollectie van telkens acht silhouetten met speciale aandacht voor thema’s als snit, volume, uitstraling, constructie en materiaalkeuze. Het showgehalte werd hier flink opgeschroefd via muziekkeuze, choreografie en licht, waardoor het hele gebeuren bijzonder aangenaam om naar te kijken werd. De studenten wisten hun collectie op die manier perfect te plaatsen binnen een bepaalde cultuur, sfeer, overtuiging of emotie die verdergaat dan kleding alleen. Eddy Anemian liet Michaël Bubblé’s ‘Fever live en akoestisch on stage brengen terwijl zijn modellen, allen uitgedost in verschillende variaties van wit, al vingerknippend over de catwalk kwamen gewandeld. De lyrics van het lied, het ontbreken van achtergrondmuziek, de witte kleding met interessant volumegebruik en de starre, haast hypnotiserende blik van de modellen zorgden voor een ingetogen en tegelijkertijd intense beleving van Anemians collectie. Lea Barré had duidelijk wat anders voor ogen en liet haar modellen in rechte lijnen springen en rennen over het podium. Lijnen stonden dan ook centraal in haar collectie vol gestreepte hemdjes, afgelijnde broeken en modellen met gekleurde vegen in het haar.
De collectie van Amanda Portier behoorde tot mijn persoonlijke favorieten. Portier wist enkele bijzonder fraaie jassen uit latex -toch geen makkelijk materiaal- te vervaardigen en werkte met uitzonderlijke volumes en een sterke snit. Het harde van de latex en de soms spitse vormen werd afgezwakt door de rest van de kleding; broeken, shorts en hemdjes in zachte materialen. Portier’s jongens hebben bewezen dat latex mijlenver kan liggen van SM. Ook Annabelle Condé, die haar modellen al stampvoetend en geblinddoekt de bühne over liet dreunen, kon bekoren met haar experiment met doorzichtige materialen en stoere, mannelijke stukken.
Vierde jaar Van vierdejaars mag je verwachten dat ze in staat zijn een samenhangende collectie van top tot teen uit te tekenen, uit te voeren en te delegeren, want ook dat laatste maakt deel uit van het ontwerpen. Wie een bepaald patroon in kant voor ogen heeft maar zelf geen uitmuntend kantklosser is, gaat op zoek en legt contacten met professionals die dat wél kunnen. Mode draait immers grotendeels om visie, iets waar het deze vierdejaars allerminst aan ontbrak.
De eerste collectie, van Emmanuelle Lebas, was meteen een schot in de roos. Haar kleding, bovenal gemaakt van zeer fijne materialen, werd meer dan eens ondersteund door geïmproviseerde kapstokken, spaken en korsetten uit karton en hout. Ook Michèle Bagdassarian wist enkele fraaie stuks te produceren en mag voor mij persoonlijk eens een jasje komen ontwerpen aangezien ik dol ben op haar oog voor detail, maar in zijn geheel en in vergelijking met haar klasgenoten was haar collectie iets minder sterk en innovatief. Anouk Fallon deed dan weer interessante dingen met volume en ondanks die soms wat ongewone verhoudingen en snits wérkten de kledingsstukken wel. Wie me ook wist te raken was Pablo Henrard, die heel wat interessante dingen wist te doen met vilt en een grafische print die tegelijkertijd heel etnisch als digitaal aanvoelde. Zijn schoenen, een soort klomp met sleehak overtrokken met wit rubber waren echter een enorme doorn in mijn goedkeurend oog. Wat Doriane Van Overeem dan weer kan met rubber zie ik niet veel mensen haar nadoen. Haar jasjes waren perfect gesneden en vielen zodanig vloeiend en soepel dat ze de rest van de collectie een beetje overschaduwden. Favoriet van deze lichting was Anaïs Lalu; geslaagd kleurgebruik, intrigerende volumes, boeiende materiaalkeuze en doordachte snit; een collectie die naar mijn mening zo in productie gebracht mag worden.
Eerste jaar Om de spanning in aanloop van de afstudeercollectie van het laatste masterjaar erin te houden werden na de pauze nog de vrolijke creaties van de eerstejaars het podium op gestuurd. Net als in Antwerpen was ik verbaasd van hun kunnen en creativiteit, al leken deze silhouetten toch net iets meer samenhang te hebben terwijl de Antwerpse studenten duidelijk drie losstaande stuks moesten creëren. Hun basissilhouet bestond uit een rok en een constructie van papier waarna een tweede silhouet de look vervolledigde met een lang felgekleurd hemd met drukknopen en details dat dezelfde visie moest uitstralen. Vooral de volumineuze bovenstukken trokken de aandacht, waardoor de modellen net ruimtewezens leken die Alien-gewijs een bevreemdend voorwerp aan hun lichaam lieten onstpruiten. We zagen boomboxen, hobbelpaarden, braadkippen, stoelen en scharen in opvallende kleuren die veelal overeenkwamen met het hemd op het tweede model. Een leuke samenhang die niet enkel door mezelf geapprecieerd werd. Extra pluimpjes voor Dorothée Fontignie, Adèle Andréone en Célien Favre.
Vijfde jaar (afstudeercollectie) Met maar twee finalisten wil het al eens snel “erop of eronder” zijn, maar beide studenten waren bijzonder aan elkaar gewaagd. Toen ik de ongelofelijk goed gemaakte lange lederen jas van Louise Leconte zag, gevolgd door een geweldige ronde rugzak en haar “rijgrokken” aan een koord, waardoor je zelf het volume en de plooien kon bepalen, was ik verkocht. Kleine vreugdekreetjes, want een uitgesproken favoriet hebben op een defilé staat altijd zo deskundig. En daar kwam kleine Gioia Seghers roet in het eten gooien. Hoewel ik niet wild was van haar leggings met pailletten, kantwerk en bodywarmers waren haar uitzonderlijk knap gesneden lange jurken en prachtige winterjassen voldoende om mijn onderkaak op mijn borstkas te doen belanden. La Cambre levert dit jaar misschien slechts twee jonge ontwerpers af, maar als hun afstudeercollectie ook maar een fractie is van wat ze later zullen verwezenlijken mogen we onszelf alvast in de handen wrijven.
Katrin Swartenbroux
Bekijk de volledige fotoreeks maandag op de website van Knack Weekend.
Katrin Swartenbroux
Het volledige fotoverslag van de show kan u maandag op de Knack Weekend website terugvinden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier