Belgisch merk Capara schudt modekalender door elkaar
Tweelingzussen Vera en Olivera stappen met hun modemerk Capara uit de gangbare modekalender. Vanaf nu droppen ze iedere maand elf limited edition stuks via hun eigen webshop en retailers. See now, buy now zoals nog geen enkel ander merk het aandurfde.
We worden uitgenodigd in de studio van Capara op de Antwerpse leien om de nieuwe weg van het merk te ontdekken. Met elk een tas kruidenthee voor ons, starten we onze conversatie. De voertaal is Nederlands met een charmant Duits accent. Vera en Olivera werden geboren in Sarajevo, maar groeiden op in Ludwigsburg. De zussen wilden zich ontplooien in de mode en trokken naar Antwerpen om te studeren aan de befaamde Modeacademie. Met een diploma van de Academie op zak deden ze ervaring op bij gerenommeerde modemerken voor ze een eigen label oprichtten in 2009. Tot nu toe volgden ze het geijkte pad, maar daar geven ze nu de brui aan.
Klassieke leerschool
‘We werken al lang in de mode en hebben voor we ons eigen merk startten onder andere gewerkt bij Martin Margiela, Dries Van Noten en Raf Simons. Zo pikten we veel op over de mode-industrie. Wat we voornamelijk leerden bij de merken waar we werkten was de klassieke manier van het runnen van een label. In het begin volgden we dat systeem braaf op. We stelden, zoals de meeste Belgische merken, twee keer per jaar onze collectie voor in Parijs tijdens fashion week.’
Bullshit
‘Om heel eerlijk te zijn, blijkt die klassieke weg bullshit te zijn. Of alleszins voor ons merk. Toen wij startten, deden we echt alles met twee, van het creatieve tot organisatie, sales en pers. We hebben veel kunnen bereiken en toffe klanten kunnen benaderen, maar we misten iets. Iets moest veranderen.’
Om heel eerlijk te zijn, blijkt die klassieke weg bullshit te zijn.
De zussen moesten op zoek naar wat er precies mistte. ‘We geloven in wat we doen. We wisten dat het product niet de reden was waarom we niet verder evolueerden als merk. Het was iets extern. We beseften dat de manier waarop we het product naar buiten brengen anders moest.’
En dus gooiden ze het klassieke systeem overboord. ‘We willen geen kritiek geven op de modeweken en het systeem voor iedereen veranderen, maar het is een persoonlijke keuze om het anders aan te pakken. Wij geloven niet meer dat er maar één weg bestaat, die iedereen moet volgen. We denken dat iedereen zijn of haar eigen weg kan volgen als ze de moed, creativiteit en ideeën hebben. En daarom slaan wij onze eigen, persoonlijke weg in.’
Pompeuze woestijnshows
Waar een show of presentatie doorgaat maakt volgens de zussen eigenlijk niet uit. ‘Het hoeft niet Parijs, Milaan of Londen te zijn. Het lijkt wel alsof het altijd maar groter en duurder moet. Merken organiseren extra shows in Tokio, in de woestijn of wherever. Het wordt bijna belachelijk. Er wordt steeds meer geld uitgegeven en steeds pompeuzer te werk gegaan. Wij willen het meer bescheiden aanpakken’, klinkt het.
Die visie werd hen ingegeven door hun kindertijd. ‘We zijn het beu om te moeten meegaan in een systeem dat steeds meer megalomane evenementen op poten zet. Door onze communistische achtergrond willen wij de schoonheid in banale dingen blijven zien.’
Er wordt steeds meer geld uitgegeven en steeds pompeuzer te werk gegaan. Wij willen het meer bescheiden aanpakken’
De vrouwen brainstormden over hoe ze het dan wél wilden aanpakken. ‘In januari leerden we leuke partners kennen: Online Heroes. Met hen hebben we nagedacht over hoe we onze persoonlijke visie kunnen vertalen naar een volledig concept. Samen hebben we beslist om maandelijkse drops te lanceren via onze webshop. Iedere maand laten we elf stuks los op onze klanten en retailers. Voor ons is 1 +1 elf. Die elf stuks zijn dan voor een maand lang beschikbaar in limited edition. We beginnen klein en zullen zien hoe het evolueert.’
Voordelen voor klant & retailer
Een totaal andere aanpak is een sprong in de diepte, maar de zussen geloven in de voordelen van hun aanpak. ‘Voor de klanten is het leuk dat er iedere maand nieuwe stuks zijn om uit te kiezen. Willen ze binnen die elf stuks looks creëren, dan kan dat. Maar ze kunnen even goed een jas van september met een jurk van oktober matchen.’
Hoe zit het met de retailers? Geloven zij in dit systeem? ‘De retailers waar wij mee samenwerken zijn heel positief over ons idee en hebben ons gefeliciteerd met deze aanpak. Elf dagen voor de stuks online beschikbaar worden, kunnen retailers kiezen welke items zij in de winkel willen hangen. Het is een compacte keuze en ze krijgen wat ze besteld hebben al enkele dagen erna geleverd. Gedaan met zes maanden wachten op hun bestelling: het is echt see now, buy now. Retailers hoeven niet iedere maand iets te bestellen, ze zijn vrij om te kiezen wanneer ze hoeveel stuks aankopen. Het is erg spontaan, daar houden we van.’
‘Misschien komen klanten dan misschien wat vaker langs in de winkel om te kijken of er iets nieuws hangt. Ook dat is een leuk voordeel voor de retailer. Bovendien hebben ze unieke stuks in handen, want na iedere maand verdwijnen de items uit de webshop. De winkels die onze stuks dan nog hebben hangen, hebben als voordeel dat zij de enigen zijn die deze items nog kunnen aanbieden.’
‘We proberen ook wat verschillende prijsklasses aan te bieden en zullen daar in de toekomst ook nog meer variatie in proberen aan te bieden. Zo kunnen verschillende soorten klanten bij ons terecht.’
Online wereld
Geen shows, geen presentaties, maar wél een online verhaal. ‘Voor de website hebben we een eigen wereld gecreëerd. We hebben een conceptuele samenwerking met de jonge, getalenteerde video artist Stef Van Looveren gedaan. Met hem hebben we de eerste drops ook gefilmd. Die brengen ieder stuk naar voren.
Je moet geen show op poten zetten in de woestijn voor vijf miljoen dollar; dat is niet meer van vandaag.
De beelden gaan telkens gepaard met een boodschap. We voelen ook echt de behoefte een boodschap uitdragen met onze collecties en de klanten de kans geven om het verhaal achter de collecties te leren kennen. Daarom hebben onze drops steeds een thema. Het eerste thema is ‘It’s not about the reality’, wat draait om het creëren van een eigen realiteit. Onze inspiratie haalden we bij de Amerikaanse kunstenaar Josh Kline.’
”Everything stays immortal on the internet’. Je moet geen show op poten zetten in de woestijn voor vijf miljoen dollar; dat is niet meer van vandaag. Je kunt online veel leukere dingen, met meer persoonlijke ideeën creëren.’
Productie: ‘België boven’
Iedere maand elf stuks lanceren, dat betekent ook dat de productie een ander ritme moet aannemen. ‘We hebben goed vooruit gepland en hebben ook met de producenten goed afgesproken wanneer zij de elf stuks moeten leveren. Op zich is dat voor hen ook aangenaam werken, want ze moeten geen grote collectie in één ruk afleveren, maar kunnen het werk spreiden.’
‘Tot nu toe – toi, toi, toi – gaat het samenwerken met onze leveranciers heel goed. We werken voornamelijk met producenten uit België samen. We hebben drie producenten in België en eentje in Portugal. We vinden het heerlijk om te werken met Belgische leveranciers: we kunnen een kijkje gaan nemen wanneer we willen, problemen snel oplossen en eigenhandig onze collecties gaan ophalen. Het is leuk om een persoonlijke band te hebben met je leveranciers.’
We vinden het heerlijk om te werken met Belgische leveranciers.
Maar de Belgische textielsector is niet meer wat ze geweest is. ‘Het is een uitstervende métier. Een van de producenten waar we mee samenwerken zal ophouden met bestaan wanneer de huidige baas ermee stopt. Dat is spijtig, want ze leveren enorm goed werk.’
Ook in Italië, waar de zussen hun stoffen sourcen, zien ze het aanbod in leveranciers slinken. ‘We werken al jaren samen met dezelfde mensen, hebben onze lievelingsleveranciers en we vinden echt dat je daar de beste kwaliteit kunt vinden. Italianen weten alles van stoffen. Maar ook daar zijn er steeds minder bedrijven die zich specialiseren. Dat komt omdat er vaker modemerken naar goedkopere landen trekken. De vraag is gedaald. Wij hopen dat Europese merken inzien dat ze dicht bij huis de beste kwaliteit kunnen krijgen en dat de vraag naar Europese productie blijft bestaan.’
Twin power
Vera en Olivera lijken niet alleen als twee druppels water op elkaar, ze vullen ook elkaars zinnen aan. ‘We zijn heel goed op elkaar ingespeeld en hebben het werk heel intuïtief verdeeld.’ Olivera neemt de stoffenleveranciers van Italië onder haar hoede en Vera regelt voornamelijk de productie in België. ‘Maar op creatief vlak zijn we een jojo. We geven elkaar ideeën en werken daarop verder. Het is niet zo dat de ene zus de zakelijke kant regelt en de andere het creatieve voor haar rekening neemt, we doen het echt allemaal samen.
We hebben ondertussen twee assistentes kunnen aannemen en ook die samenwerking gaat erg vlot’, klinkt het.
Hou dit Belgische modemerk met een no-nonsense kantje in de gaten, want de alternatieve route van Capara is exact de frisse wind die de modesector kan gebruiken.
Nieuwsgierig naar het online universum van Capara? Klik hier en dompel je onder in de Capara-wereld. p>
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier