Antwerpse modestudenten stellen afstudeercollectie voor

Verslag van de afstudeershow van de gerenommeerde Antwerpse modeacademie, waar de modeontwerpers van morgen hun werk tonen.

De afstudeershow van de Antwerpse modeacademie lokt ieder jaar veel kijklustigen en dat was dit weekend niet anders. De school heeft immers een behoorlijke reputatie, en de academieshow bijwonen is net als kijken in een glazen bol: dit zijn de modeontwerpers van morgen, dit zijn de mensen die terecht komen bij Maison Martin Margiela, Chloé en Dior, dit zijn de visies die over enkele jaren ons modelandschap zullen schaven. De aanwezigheid van grootheden als Suzy Menkes, B. Akerlund en Terry en Tricia Jones bevestigt deze reputatie: hier gebeuren Heel Erg Belangrijke Dingen.

Dat de modeafdeling bijzonder gegeerd is viel ook af te leiden aan het aantal eerstejaarsstudenten. Maar liefst 52 leergierige jongens en meisjes van alle uithoeken van de wereld stuurden hun vormstudie over de catwalk in Hangar 29. Zoals steeds was dit gedeelte van de show een bonte verzameling balenkatoen, stoffen creaties die uit hun voegen willen barsten maar getemd worden door de creativiteit van zijn of haar vormgever. We zagen tijgers en revolvers rond heupen dansen, maar evengoed de beginselen van veelbelovende drapages en interessant volumewerk. Na de rok en de hemdjurk mochten eerstejaars zichzelf volledig laten gaan met een experiment rond het thema “Dedicated to you”, dat in grote lijnen nogal braaf bleef. Sommige studenten namen deze kerngedachte nogal letterlijk en maakten jurken als schrijnen, anderen wisten dan weer voort te bouwen op hun eerdere vormstudies (echte toewijding dus) om zo toch een miniatuurcollectie te willen presenteren.

De historische kostuums van de tweedejaars hadden we aan het begin van de show al over de spaanplaat gekregen en zetten vooral de technieken van de 18 studenten in de verf. Met hun eigen collecties konden ze dan weer hun vindingrijkheid bewijzen. Wij waren alvast bijzonder te spreken over het werk van Emmanuel Antoine Ryngaert die een interessante mix maakte van baseballjack-volumes en lange pencilskirts en het geheel afwerkte met hoge hakken vervaardigd uit staaldraad en zonnekleppen die het gezicht van de mannelijke modellen verborgen hield. We durven zijn collectie enkel een melange van sportswear en travestie te noemen omdat ze zo wonderwel samengaat met de titel van de collectie; “Welcome to the park”. Ook Lina Rosquist kon bekoren met haar ‘Deity’-collectie; vrome silhouetten met preutse, stijve snit die net zo goed past bij haar historisch onderwerp (Johannes Vermeer) als bij de mode van vandaag. De wirwar van kleuren en texturen in de collectie van Janina Hoffman deed ons even watertanden. Want waarom zouden we bont niet combineren met azuurblauwe glansstof, donkergroene wol en een neonkleurig jersey biesje? Jennifer Dols maakte dan weer heel wat lawaai met haar ‘Los Petardos’ waarin ze bandanastof en doodskoppen verwerkte alsof ze een leger klaarstoomde dat mensen moest vermorzelen met uitbundigheid.

Kunnen wij trouwens die plastic jas met nude accenten en stropmouwen van Laura Lemaître, de kloeke rubberlaarzen van Jannike Somar, de Love-schoenen van Anzhelika Balaeva, de Lego-bril van Woojic Jo en de zaagtasjes en 1-vingerige lederen handschoentjes van Isabelle Schoutetetens NU al in onze kleerkast krijgen aub? (Glazen-bol-tip: opschrijven deze namen!)

In het derde bachelorjaar moeten studenten naast hun eigen collectie een etnisch kostuum ontwerpen, staaltjes cultuurstudie die tijdens de pauze stampij mogen maken om de gasten die niet om een drankje gaan te entertainen. Jammer dat het publiek niet gedwongen werd om te kijken naar de schattige Tubuan uit Papoea-Nieuw-Guinea van Jens Cuyvers, de gedetailleerde Egungun danser van Raffaela Graspointer die inspiratie haalde uit Benin en de angstaanjagende Mamutone uit Sardinië van Edoardo Rossi.

Mensen toonden logischerwijs meer interesse in de eigen collecties van deze 22 jonge modeontwerpers die eigenlijk al met één been in de arbeidsmarkt staan. Studenten kunnen na hun derde jaar immers stoppen met de opleiding en toch een (bachelor)diploma van de modeacademie op zak hebben. Aangezien de studie behoorlijk wat geld kost kan het voor sommigen gunstig zijn om in het derde jaar al opgemerkt en opgepikt te worden door een modehuis. De collecties van de derdejaars waren dit jaar dan ook bijzonder draagbaar, wat ergens jammer is aangezien ze nu tenminste nog de kans krijgen om hun creativiteit de vrije loop te laten gaan.

We waren bijzonder onder de indruk van Cameron Foden die mannen in aardse tonen met enorme koraalvormige katoenen structuren op het hoofd de catwalk op stuurde, waardoor zijn silhouetten iets dreigends en buitenaards kregen. Pas nadat de modellen hun hoofddeksel hadden verwijderd zagen we een bijzonder draagbare collectie met outdoor-invloeden die hij vast opscharrelde toen hij aan zijn etnisch kostuum van de Amerikaanse ranchhouder moest werken. Beguinot Emmanuel leek wel een opgekuiste versie af te leveren van de stereotype mannen; de hippie, de punker, de yup,… terwijl Madeleine Coisne echt kon bekoren met haar gedurfde print-on-print combinaties en kleuruitspattingen. Ook Peter Andreas Schauman speelde met een mooi kleurenpalet en liet zich van zijn meest gevorderde kant zien door veel technieken en materialen in zijn collectie te steken; we zagen knitwear, lycra en neopreen, trenchcoats met een twist en een manbag waarmee wij meteen willen inchecken in een of ander hip hotel. Van Anna Kashel nemen we graag de fijne, witte kousjes met blauwrode broderie als aders mee.

Virginia Burlina liet zien dat haar kracht in het maken van overjassen schuilt. Zij het nu bont, plastic of mohair; gecombineerd met damesachtige zijden sjaaltjes op het hoofd straalde de collectie van Burlina ondanks alles elegantie uit. Tenzij u er van nature stijlvol weet uit te zien in een mantelpakje van stug mohair of een broek bestaande uit 3D-prints. Yuki Hashimoto verleidde ons dan weer tot een drang naar comfort met de Ravine Resort collectie bestaande uit poedertinten en zachte materialen. Alexis Gautier was zonder meer een van onze favorieten die dankzij een uitstekende pasvorm interessante materiaalverhoudingen in zijn ontwerpen kon steken. Zachte, vloeiende stoffen kregen structuur door combinaties met stijf leder (of was het rubber?) en verwerden zo klokrokken, overjassen, capes en bustiers.

Miriam Laubscher wist ons hart te veroveren met haar bijzonder draagbare, duistere ‘Nightingale’ collectie. Zo zal haar eigenzinnige jumpsuit-trenchcoatcombinatie ons nog lang bijblijven. Laubscher liet haar modellen met lichtjes in de mond over de catwalk schrijden – heel even kregen we een Kleine Zeemeermin-flashback, toepasselijk voor de titel van haar collectie. Ze bleef duidelijk in het monochrome kleurenschema van haar etnisch kostuum uit Burkina Faso. Ook Misora Nakamori, die Siouxindianen onder de loep nam, kon bijzonder veel inspiratie putten uit haar eerste opdracht en verwerkte ponchos en franjes in haar eigen ontwerpen. De award voor de collectie met leukste titel gaat zonder twijfel naar Raffaela Graspointer die met ‘Razzle Dazzle Panda Puzzle’ bovendien ook de prijs Christine Mathys won, uitgereikt aan een student met uitzonderlijk veel passie voor mode.

Na de pauze was het moment suprême dan eindelijk aangebroken: 14 masterstudenten konden laten zien waar ze de afgelopen vier jaar zo hard voor gewerkt hebben. Een eigen collectie, een eigen visie, een open sollicitatie.

Pierre Renaux mocht de spits afbijten met zijn interpretatie van de kille femme fatale in ‘Liquidation Totale’. Renaux slaagde erin om met een koel kleurenpalet en harde synthetische materialen zijn modellen te pantseren maar tegelijkertijd kregen zijn silhouetten ook iets verleidelijks mee. Eyecatchers van zijn collectie waren ongetwijfeld de schoenen, die 3D-geprint werden. Overigens: wie de collectie van Pierre Renaux met eigen ogen wil zien kan dat; de masterstudent won de Momu prijs waardoor zijn collectie in de museumgalerij te bezichtigen wordt.

Devon Halfnight Leflufy tilde de show onmiddellijk naar een hoger niveau met zijn ‘True Believer’ collectie, gebaseerd op de verschillende subculturen die L.A. bevolken. Devon viel ons als bachelorstudent al op en lost nu alle verwachtingen in door een van de sterkste collecties van de avond te presenteren. Gelasercut leder, palmbomen en etnische symbolen clashten op een kleurenpalet van woestijnkleuren en neon waaruit de Canadees basketbalshorts ,trainingspakken, baseballjacks en sweatshirts vervaardigde. Een samenwerking met theo eyewear voorzag Devons modellen van de juiste zonnebrillen. In een jaar waarop we getrakteerd werden op zowel Spring Breakers als The Great Gatsby wist Devon Halfnight Leflufy dit escapisme en deze impulsieve vibe perfect te vatten in zijn afstudeercollectie en dat is op zijn minst noemenswaardig te noemen. Wij vielen als een blok voor deze overvloed aan swagger, georganiseerde chaos en tomeloze energie die Leflufy’s True Believers uitstraalden.

Lise Eerens zette de steeds meer geëmancipeerde moslimvrouw in de verf en doste haar modellen uit met lange gewaden en broekpakken die rijkelijk versierd waren met strasssteentjes. De titel ‘Rhinestone Cowboy’ en de interpretatie van haar onderwerp waren goed uitgewerkt maar haar collectie wist bij ons geen gevoelige snaar te raken. Bottomline: wij zijn niet bijzonder in onze sas met strass.

Jezabelle Cormio tastte de grenzen van mannenmode af en presenteerde silhouetten die in al hun lelijkheid en overdadigheid toch intrigeerden. Goedgesneden maatpakken afgewerkt met bontsjaaltjes, zijden carrés of broches, zelfgemaakte voetbalsjaals met opschriften als all time play boy… wij hebben ons gezicht meerdere malen in een glimlach geplooid.

Felix Boehm wond er geen doekjes om en wilde met zijn collectie Whip de brave kant van de dominatrix (of de opwindende kant van de seut) laten zien. Zijn modellen, voorzien van chokers, lederen harnasjes en coltruitjes, droegen hun handtassen via haken of ketens die verbonden waren met hun pols. Latex rokken met toefjes slagroom en trainingsbroeken met “sugar” op de kont zouden het geheel moeten verzachten -denken wij- maar na afloop hadden we niet het idee iets nieuws gezien te hebben en bleven we achter met de wrange en blijkbaar eeuwig durende fifty shades nasmaak.

Alexandra Helmingers jaren in Antwerpen zitten erop en ze gebruikt haar heimweegevoel constructief om haar thuisland Oostenrijk in alle facetten te eren in haar afstudeercollectie Heimat. Helminger toont ons misschien wel het sterkste kleurenpalet van de avond en verlegt de klassieke patronen van rokken, jassen of overgooiers door te spelen met stijve wol en zo nieuwe vormen te creëren. Herzlichen Glückwunsch!

Dimitri Arvantis presenteerde een strenge maar diverse mannenlijn met de toepasselijke naam ‘Crude’. Hoewel we op onze foto’s terugzagen dat Arvantis behoorlijk creatief is omgesprongen met materialen als lakleder en fluweel konden we ons daar niet bijster veel meer van herinneren. Steek het op de ontzettend lange show (106 studenten!) of het feit dat Arvantis’ collectie niet zo spraakmakend was als hij zelf bedoelde.

Alice Dupraz-Toulouse probeerde voor opschudding te zorgen met haar afstudeercollectie die ze “Hi, kifak, ça va?” had genoemd. (kifak is Arabisch voor “hoe gaat het?). Ze toont ons oorlogstaferelen met modellen uitgedost in camouflageprint en legernetten in binnen het roze spectrum: zalmroze, neonroze en fuschia worden gecombineerd met de typische combatcolours als grijs, kaki en mosterd.

Sol Alonso Nicolich wist te ontroeren met haar ‘Leftovers From Paradise’; stukken van logge, bruine mantels werden verwerkt in zachte, vrouwelijke jurkjes gecombineerd met plompe witte loafers en stugge zwarte pruiken. We krijgen het gevoel te maken te hebben met een meisje dat leeft in armoede en het dus moet stellen met afdankers (jas, schoenen) van oudere familieleden maar toch snakt naar een beetje vrouwelijkheid (de jurkjes, de kleuren). Een zeer geslaagd bevreemdend en tegelijk ook droevig effect.

Ook Jack Davey scoorde met zijn Mexicaanse worstelmaskers (al dan niet met pieken) en verhoogde “lampenkaphoofdstukken” in zijn collectie ‘Featuring Daphne’. Eclectische muziek maakte zijn presentatie nog bevreemdender (al scoor je bij ons altijd met P.I.L.). Daveys lange, vrome en afstandelijke ontwerpen in duistere kleuren en zware materialen waren bijna angstaanjagend en konden in combinatie met de hoofddeksels en de zonnebrillen zowel mannelijke als vrouwelijke modellen gehuisvest hebben. Wij waren alvast bijzonder geïntrigeerd.

Wim Bruynooghe zorgde voor onze brok in de keel met zijn ontwerpen die balanceerden tussen delicaat en ondoordringbaar. Wij werden weggeblazen door de ingenieuze combinatie van het stijve vinyl gecombineerd met zachte mohair, het aantrekken en afstoten van ‘Lena’, de naam van zijn afstudeerlijn en zijn muze. De presentatie van Bruynooghe was een droom in waterverf en oceaankleuren, een dualistische collectie zowel geschikt voor de nimf als de nymfomane. Hij won de Knack Weekend Award 2013 en zijn afstudeercollectie zal te bewonderen zijn in Knack Weekend Black: Mode Dit Is Belgisch (september).

Ehssan Morshed Sefat doet ons alvast verlangen naar het WK (hopelijk inclusief de Belgen.) Ingeoliede modellen toonden zijn Jungle Exxxotica-collectie vol nauw aansluitende kleding met badstoffen tulbands en de vlag van Brazilië als meest voorkomende print.

Mattia Vanseverens collectie ‘Play Time’ toonde mannenmode as it should be: cleane lijnen en ingenieuze colourblocking die zijn ontwerpen een extra dimensie gaven. Creativiteit zit Vanseveren als ‘zoon en neef van’ logischerwijze in het bloed en de masterstudent toonde met zijn afstudeerlijn de universele waarheid dat schoonheid vaak hand in hand gaat met kwaliteit. Er gaat niets boven een goedgemaakte pantalon of overjas en op snit alleen al kon Vanseveren zeker scoren. Het feit dat hij toch zijn eigen touch aan zijn ontwerpen wist te geven maakt van hem een echt ontwerper. De kledij van Vanseveren was zonder meer goed gemaakt en hetzelfde mag gezegd van zijn footwear. De masterstudent combineerde een sportschoen met een klassiekere lederen mannenlaars en sleepte zo de Sacha Shoe Award in de wacht. Mogen we het nog een keer over zijn kleding hebben? We want it all – voor ons lief welteverstaan.

Minju Kim deed ons tenslotte kirren van plezier met haar meisjesachtige bijna-Kawai collectie ‘Be Cover’. De Koreaanse overlaadde haar rokjes, jasjes, capes en hoeden met rubberen strikjes en wist daarmee niet enkel ons hart maar ook dat van H&M’s hoofddesigner Ann-Sofie Johansson te veroveren: ze won de H&M design award en heeft in het najaar haar eigen collectie in de rekken van de Zweedse keten hangen.

Katrin Swartenbroux

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content