Anouk Robyn (Petit Bateau): ‘Je moet als ontwerper volharden, vernieuwen en luisteren naar je tijd’

© Renaud Callebaut
Wim Denolf
Wim Denolf Wim Denolf is journalist bij Knack Weekend. Liefst schrijft hij elke week over een ander thema.

Anouk Robyn (58) groeide op in Nijvel en lanceerde haar eigen merken Fifi Brinda, Mini Fifi en Fifi Royal toen ze 24 was. Nadien tekende ze kindercollecties voor Dries Van Noten en Quincy en werkte ze voor Belgische merken als Noon, Essentiel en Hampton Bays. In Frankrijk was ze eerder artistiek directeur van Hartford en Cyrillus.

Als kind droomde ik van een artistiek leven. Omdat ik een talenknobbel had, heb ik eerst een jaar linguïstiek gestudeerd, maar aan de universiteit voelde ik me niet thuis. Mijn omgeving was er niet gerust op toen ik voor een modeopleiding koos. Ik tekende nauwelijks als kind en had in navolging van mijn moeder en andere amateurmuzikanten in de familie tien jaar cellolessen gevolgd – niets wees erop dat ik al doende mijn passie zou vinden.

Niet toegelaten worden tot de Academie in Antwerpen was een drama. La Cambre in Brussel had toen nog geen modeafdeling, zoveel toegangswegen tot het vak waren er dus niet bij ons. Gelukkig mocht ik wel starten aan de Accademia Costume & Moda in Rome, waar ik me meer stap voor stap kon ontwikkelen. Omdat ik me op technisch vlak wilde perfectioneren, ben ik later naar Esmod Paris getrokken, maar zeker in het begin was mijn opleiding in Italië een voordeel. Terwijl het modebeeld overwegend zwart en wit was, zag ik de wereld in kleur, een eigenheid die ik bij de lancering van mijn eigen merk in 1988 goed kon gebruiken.

Ouder worden is het laatste van mijn zorgen. In de modewereld is die rijkdom aan ervaringen een voordeel, en belangrijker dan je leeftijd.

Het mooie aan mijn vak is dat er meer dan één weg is. Ik maakte drie collecties (voor baby’s, kinderen en vrouwen, red.) en verkocht 140.000 stuks per jaar over de hele wereld, maar na acht jaar zaten de omstandigheden op economisch en financieel vlak tegen. De sluiting van mijn bedrijf in ’96 deed pijn, maar ik had geluk: ik mocht meteen de kindercollectie van Dries Van Noten tekenen, le maître absolu de la couleur en een zeer inspirerende creatieve mentor voor mij. Bovendien tekende ik tegelijk de kindercollectie Quincy voor het Zottegemse textielbedrijf Cantaert – une chance folle. Een mens leert zijn leven lang, maar ik heb vroeg in mijn carrière kansen gekregen die jarenlang zijn blijven doorwerken.

Ik wil veel om handen hebben. Mijn eigen zaak was een fantastische leerschool, maar daardoor was ik het ook gewend om met verschillende dingen tegelijk bezig te zijn. Nadien heb ik vaak op die manier gewerkt: ik tekende een kindercollectie voor het ene merk, en ondertussen werkte ik aan een vrouwenlijn, een mannencollectie of accessoires voor anderen. Ouder worden is het laatste van mijn zorgen: ik heb met heel uiteenlopende bedrijven gewerkt, altijd weer met andere mensen en teams – in de modewereld is die rijkdom aan ervaringen een voordeel, en belangrijker dan je leeftijd.

Elk tijdperk heeft zijn voor- en nadelen. Consumenten willen vandaag de hoogst mogelijke kwaliteit voor zo weinig mogelijk geld, maar voor jonge ontwerpers zijn er zeker nog kansen. Sommige dingen zijn zelfs makkelijker geworden. Op het doorverkoopplatform Nona Source van LVMH kunnen jonge ontwerpers bijvoorbeeld prachtige stoffen kopen tegen een scherpe prijs. Ook dure beursstands zijn niet meer nodig, je kunt je werk ook naar buiten brengen op de sociale media. Wat niet verandert, is dat je als ontwerper moet volharden, vernieuwen en naar je tijd luisteren. Mensen willen verleid worden, maar het is aan jou om te achterhalen hoe.

Telkens opnieuw beginnen motiveert me. Aan de slag gaan voor een merk en daar het verschil maken is elke keer weer een uitdaging, wat maakt dat mijn vak me blijft boeien. Bij Petit Bateau was het ook niet slechts een aspect dat me aantrok. Er is de 130-jarige geschiedenis van het merk, het savoir-faire en de gespecialiseerde fabriek in Troyes, maar ook het belang van kwaliteit en bewegingsvrijheid. Bovendien is het een merk met een internationale dimensie en grote ambities op het vlak van duurzaamheid. Ik ben na meer dan tien jaar pendelen anderhalf jaar geleden van Brussel naar Parijs verhuisd – ik hou van verandering en ik ben gelukkig.

Het verleden interesseert me minder dan vroeger. Een merk als Petit Bateau moet zijn wortels bewaren, maar de bedoeling is wel dat ik die naar de toekomst vertaal. Dat is waar mensen en zeker de jonge generaties vandaag mee bezig zijn. Een tekort aan ideeën of zin heb ik nog nooit gehad, integendeel, meestal moet ik mezelf afremmen. Hopelijk zal het altijd zo zijn. Creëren doet leven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content