Ester Manas uitgeroepen tot Changemaker of the Year op de Belgian Fashion Awards: ‘We gingen de snelweg op met een driewieler’

Links: collectiebeelden van Ester Manas, Rechts: het ontwerpersduo. ( © Elodie Gerard (L) & Niccola Van Den Heuvel (R)

Vandaag zijn de Belgian Fashion Awards uitgereikt aan de creatievelingen van de Belgische mode. Ester Manas werd helemaal terecht uitgeroepen tot Changemaker of the Year. Het duo aan het hoofd van dit Brusselse label heeft van inclusiviteit zijn stokpaardje gemaakt.  

Eén enkel duo jonge ontwerpers kan een grote omwenteling veroorzaken op de modeplaneet. Ester Manas en Balthazar Delepierre, nauwelijks dertig jaar oud, zijn hiervan het levende bewijs. Beiden opgeleid aan La Cambre, zij in mode en hij in typografie en grafische vorm­geving, zijn ze in 2018 op het toneel verschenen met een onstilbaar verlangen naar provocatie. Met hun perfect doordachte en trefzeker getekende inclusieve collecties vieren ze alle lichamen. Het compromisloze en anti-elitaire koppel is vastbesloten om bergen te verzetten. Met succes: hun label showt in Parijs, kreeg veel navolging en is nu bekroond met een Belgian Fashion Award.

Benieuwd naar de andere winnaars van de Belgian Fashion Awards? Hier lees je wie er waarom gewonnen heeft.

Jullie zijn buitenstaanders. Jullie kwamen zo goed als uit het niets en creëerden jullie merk Ester Manas zonder enig netwerk.

Ester: “We zijn bijna per toeval in de mode-­industrie terechtgekomen. We hadden niet dezelfde wapens als de meeste andere jonge mensen die beginnen. Vaak staan ze al met een voet in de modewereld, of zelfs met twee voeten, ze hebben een bepaalde achtergrond of kwamen vanzelf met mode in aanraking omdat ze in de buurt waren: velen van hen wonen in Parijs, zijn model geweest of hebben een beste vriend die in de media werkt… Wij zijn niet in Parijs geboren en ­wonen er ook niet.”

(c) Elodie Gerard

Balthazar: “We hebben geen Parijse achtergrond, maar we hebben een netwerk opgebouwd, puur door vast te houden aan onze waarden. Dat maakt onze ervaring interessant. In ieder geval was het voor ons onmogelijk om het anders te doen. Nu kunnen we niet meer op onze stappen terugkeren, uit respect voor onze gemeenschap, onze familie, voor iedereen die gelooft in wat we willen bereiken.”

Ester: “Vaak volgen mensen ontwerpers niet om wat ze zeggen, maar uit gemakzucht. Maar de grootste reden waarom mensen ons steunen, is onze visie en waar we voor staan. We hebben onszelf nooit voorgesteld als buitenstaanders die uit het niets kwamen met twee euro op zak, hoewel dat wel de realiteit was. We wilden het daar niet over hebben, omdat we het idee van plussize vrouwen aan de mode­industrie wilden verkopen. Het kwam ons goed uit te doen alsof wij met tien man waren in wat wij strategisch ‘onze structuur’ noemden – ook al moesten wij daardoor het werk van tien man verzetten – omdat het om zo’n belangrijke doelgroep ging.”

Was het naïef om je merk zo te lanceren?

Ester: “Absoluut. Heel naïef.”

Balthazar: “We hadden die onwetendheid ook nodig. Als we hadden geweten wat er met ons zou gebeuren, hadden we het nooit gedaan. De opoffering is zo kolossaal, zowel privé als professioneel. Maar het is ook het resultaat van een mechanisme: een dagelijks leven als ondernemer en ontwerper in de luxesector plus onze onwetendheid hebben ons meegezogen in een desoriënterende draaikolk. We zijn altijd te vroeg geweest en nemen daarin onze verantwoordelijkheid. Omdat we het gevoel hadden dat mensen op ons zaten te wachten en omdat onze visie ons zo nauw aan het hart lag, hebben we ons merk te vroeg gecreëerd, zijn we te snel de catwalk opgegaan, hebben we te vroeg meegedongen naar prestigieuze prijzen. Weet je waarmee je het kunt vergelijken? We zijn de snelweg opgegaan met een driewieler. Het was erg overdonderend.”

De eerste keer dat we een stuk verkochten, dachten we dat het een vergissing was. De tweede keer: een wonder. Toen kwam er een derde keer, een tiende keer…

Geen businessplan

Wat waren de grootste moeilijkheden?

Balthazar: “Het klinkt misschien een beetje melodramatisch, maar het belangrijkste voor ons is dat we mogen bestaan als een merk dat het anders aanpakt. Zelfs al is de tijdgeest mee, het blijft een enorme uitdaging. Dat twee jonge ontwerpers op de scène komen en het dek opnieuw schudden, is niet vanzelfsprekend. Verandering  is een werk van lange adem, maar het werkt wel, anders zouden we hier niet zijn. Vandaag staan we op een kruispunt: het merk is snel en sterk gegroeid, we hebben financiële voorstellen van investeerders gekregen. Daarom moeten we nu actie ondernemen om onze basis te verankeren. We willen dat Ester Manas trouw blijft aan wat we vanaf het begin hebben vastgelegd: inclusiviteit verdedigen, opeisen dat mode een collectieve kunst is, een merk creëren dat ons trots en gelukkig maakt, dat ons in staat stelt deze ­autonomie te behouden. We willen ontwerpen maken die ons zowel esthetisch als intellectueel prikkelen.”

Ester: “Toen we ons merk opstartten aan de keukentafel, waren we nog niet bezig met wat we wilden dat het zou worden. We dachten dat Ester Manas meer een visitekaartje zou zijn. We hadden geen hoop dat het financieel zou werken. Om dit soort ideeën in de mode-industrie te kunnen implementeren, hoopten we te worden aangeworven door een huis en zo ­vanuit onze filosofie bestaande merken te kunnen veranderen. In werkelijkheid hadden we geen businessplan, we wisten niet eens wat dat was.”

(c) Elodie Gerard

Balthazar: “Nu worden we geconfronteerd met onze eigen ambitie en moeten we vragen beantwoorden als: wat betekent groeien voor ons? Hoe geven we dat vorm? Wie willen we aannemen? Met welke ateliers moeten we ­samenwerken?”

Ester: “Het is misschien weer naïef, maar pas nu beginnen we in te zien dat dit merk een echt bedrijf kan worden en dat het een kans heeft om te functioneren, met de juiste structurele middelen. Terwijl het voorheen onmogelijk en zelfs belachelijk leek: we hadden het gevoel dat we geen recht hadden, geen legitimiteit en geen reden om erin te geloven. Heel lang dachten we dat we onze kleren aan niemand zouden ver­kopen, behalve aan onze familie.”

Maar waarom?

Ester: “Omdat we dachten dat we niemand waren. We konden onze eigen stukken niet eens betalen. We hebben het over jurken van zevenhonderd euro, dus we vroegen ons af: wie gaat dat kopen? De eerste keer dat we een stuk verkochten, dachten we dat het een vergissing was, een misverstand. De tweede keer: een wonder. Toen kwam er een derde keer, een tiende keer, een twintigste keer, een honderdste keer… Toen pas drong het door: we hadden een klant, we hebben zelfs veel klanten! Elke keer als we de zenuwinzinking nabij zijn, kijken we naar al die meisjes in Ester Manas en zeggen we tegen onszelf dat we misschien het glas niet als halfleeg moeten zien, dat we positiever moeten zijn, want het is allemaal tastbaar geworden.”

Dat klinkt alsof je soms je eigen grootste vijand bent, klopt dat?

Balthazar: “Dat is zo. Maar we hebben het grote geluk omringd te zijn door mensen die ons tegen onszelf kunnen beschermen, die ons steunen en die ons helpen negatief gedrag weg te filteren. Want we leven, eten, ademen Ester Manas en die toewijding kan een mindfuck zijn.”

Ester: “We hebben de neiging onszelf voorbij te rennen, omdat we allebei voortdurend met het merk bezig zijn, en daardoor bij momenten -gepassioneerd, of net wanhopig of euforisch worden. Soms zijn we de uitputting nabij omdat het moeilijk is om het werk uit ons hoofd te zetten. Maar het is ook een geweldige kans om met z’n tweeën te zijn. Vooral omdat Balthazar – godzijdank – erg rationeel is. En we zijn gelukkig niet alleen. Onze familie, onze vrienden en de mensen die van ons houden en ons omringen helpen ons onvoorwaardelijk.”

De echte provocatie

Jullie zijn verkozen tot  beste ‘changemakers’. Zien jullie jezelf ook zo?

Ester: “In het begin niet. We waren provocerend, we wilden een middelvinger opsteken naar de industrie en wisten niet hoe we ontvangen zouden worden. Maar we moesten het doen, omdat we wisten dat de mode een industrie was die veranderd moest worden. Dat was zo toen we begonnen in 2018 en dat is nog altijd zo.”

Balthazar: “Wij behoren tot een lichting jonge merken die het gedrag van de mode-industrie niet willen herhalen. We willen ethisch verantwoord werken en vasthouden aan onze waarden. Ik heb de indruk dat dit ongezien is in de sector, wat zich uiteindelijk ook vertaalt in een stijlbreuk. Voor mij is dat de echte revolutie: curvy meisjes laten spreken, lopen en zich kleden -zoals zij dat willen. Dat is het enige wat je kunt doen: ze aankleden, op de catwalk laten defileren en dan zien wat er gebeurt… Het feit dat ze daar staan, is de echte provocatie.”

Ester: “Dat is zo. En je kunt ze niet negeren. De mode-industrie kan ons ook niet dwingen om de ‘juiste’ curvy girls te nemen, die bekend zijn omdat ze op de cover van tijdschriften hebben gestaan, of op de catwalk lopen voor andere niet-inclusieve merken, merken die hen gebruiken omdat ze dat in marketing- en imagovergaderingen beslist hebben. Wij willen onze eigen weg gaan. Waar we naar streven is dat die meisjes en anderen na hen gewoon modellen kunnen zijn. Na onze show voor lente-zomer 2023 verschenen er nogal wat artikels in de pers en op sociale netwerken waarin influencers en journalisten verwezen naar het aantal curvy modellen dat tijdens de modeweken over de catwalk liep. Ik vond dat schokkend. Enerzijds helpt het ons wel het onderwerp onder de aandacht te brengen, zodat mensen zich ervan -bewust worden, anderzijds stoort het me omdat het meisjes nog steeds in een hokje duwt. Dus oké: met 22 curvy modellen van de 33 hebben we de wereldbeker gewonnen, we zijn kampioen. Maar wanneer werd besloten dat zij niet bij de ‘gewone’ modellen hoorden? Hoe werd bepaald of ze al dan niet plussize waren, wat waren de criteria? Ik vind het absurd dat deze 22 meisjes zo werden gecategoriseerd, ook al weet ik dat de intentie op zich positief was.”

Jullie worden veel gekopieerd door fastfashionketens. Is dat het bewijs dat jullie een nieuwe wind doen waaien?

Balthazar: “Ik vind het bijna charmant en ontroerend, het bewijst ergens dat je goed bezig bent. Het zijn niet onze klanten die zo’n topje kopen, maar dames die van Ester Manas houden maar het niet kunnen betalen.”

Ester: “Het betekent in ieder geval dat we zichtbaar zijn. Het doet me denken aan The Devil Wears Prada wanneer Miranda, het personage gebaseerd op Anna Wintour, aan Anne Hathaway uitlegt waar het ceruleumblauw van haar trui vandaan komt. Als we zeggen dat we een inclusief merk willen zijn, betekent dat dat we willen dat iedereen ervan kan genieten. Onze grote droom is om daar op een dag in te -slagen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content