Dode stof, nieuwe kleren: The Fabric Sales in Rotselaar brengt deadstock terug tot leven

© Simon van Rhee
Nathalie Le Blanc
Nathalie Le Blanc Journalist Knack Weekend

De stoffen die designers besteld hebben maar om de een of andere reden niet gebruiken, dat heet deadstock. The Fabric Sales in Rotselaar zorgt ervoor dat die niet zomaar in de vuinisbak belanden door er een hele zaak rond te bouwen.

Een galerieachtige white cube, maar dan met duizenden stukken stof in plaats van kunst. Al is een deel van die stoffen ook bijna de naam kunst waardig. Waar de meeste stoffenwinkels een visuele wervelwind van stapels en rijen rollen zijn, is dit een rustige ruimte. Een verleidelijke ruimte ook, die je het gevoel geeft dat alles wat er te koop is luxueus is, zelfs een doodgewoon katoentje of eenvoudige voering. Dat is ook de bedoeling, legt zaakvoeder Niels Van De Broeck uit. “Wat wij hier aanbieden heeft een waarde en zo willen we het ook presenteren.”

Een staaltje Wijnants

The Fabric Sales verkoopt deadstockstoffen van designers. “We zijn in 2012 gestart”, vertelt huidig zaakvoerder Niels Van De Broeck. “Een van de grootste textielbedrijven van België, Gysemans Clothing Industry, produceert collecties voor heel wat Belgische designers. Voor sommige merken kocht het bedrijf zelf ook de stoffen aan, en aan het einde van het productieproces bleef men vaak met overschotten zitten. Het was de toenmalige schoonzus van Marc Gysemans, Allison McGreal, die met het idee kwam om dat op te lossen door die stoffen te verkopen. Zij had heel wat ervaring in de modewereld en had van bij het begin duurzaamheid en circulariteit voor ogen.”

© Simon van Rhee

Wie vandaag in de stoffenstalen in Rotselaar neust, komt een heel scala aan namen tegen. Belgische designers zoals Christian Wijnants, Dries Van Noten, Sofie D’Hoore, Ann Demeulemeester en A.F.Vandevorst, maar ook Ines de la Fressange, Cerruti, Max Mara en Stella McCartney. In de showroom hangen de stalen minimalistisch in de rij, in de opslagruimte liggen de bijbehorende rollen tot aan het hoge plafond opgestapeld. Je begrijpt meteen dat deadstock een vraagstuk is voor heel wat designers, vertelt Van De Broeck.

“Die rollen stof nemen veel plaats in, dus je moet een locatie voorzien. Dat kost geld en is dus een beetje een blok aan het been van ontwerpers, tot ze weggegooid worden. Er zijn ontwerpers die er bewust mee omgaan, maar bij sommige designers is niemand in het team concreet met die deadstock bezig. Wij bieden dus een oplossing voor een concreet probleem. Een groot deel van wat onze klanten betalen vloeit naar de designers terug, dus door via ons te verkopen, winnen ze een deel van hun investering terug.”

Het oplossen van het stockprobleem is een motor achter The Fabric Sales, maar zeker niet de enige. Duurzaamheid en circulaire economie zijn ook cruciaal. “Toen Allison – klein – begon, door twee of drie keer per jaar een honderdtal rollen aan te bieden aan de lokale hobbynaaisters, leefde het idee van duurzaamheid nog niet sterk in de modewereld. Ook de klanten stonden er niet bij stil, ze wilden mooie stoffen die nergens anders beschikbaar waren. De stof bepaalt je kledingstuk, dus is kwaliteit belangrijk, maar ze beseften niet dat deadstockstoffen een heel groene keuze waren. Voor ons stond dat idee meteen centraal en gelukkig is er de laatste jaren ook binnen de mode-industrie veel veranderd. Textiel is een van de meest vervuilende sectoren.”

In het begin verkocht The Fabric Sales alleen de overschotten van Gysemans Clothing Industry, maar al snel gingen ze gericht op zoek naar designers om mee samen te werken. “We wisten niet hoe ze zouden reageren op onze vraag, maar Christian Wijnants was een van de eersten die ja zei, net als A.F.Vandevorst en Rue Blanche. De laatste drie jaar zijn we minder op zoek omdat designers ons nu zelf contacteren. Maar natuurlijk jagen we nog op parels. Zo wil ik heel graag samenwerken met iemand als Vivienne Westwood, die zelfs haar eigen klanten aanraadt om minder te kopen.”

Deadstock, dat is overschot, en als modeleek stel je je dan de vraag of designers zo slecht plannen. Planning is niet het probleem, vertelt Van De Broeck, wel de organisatie van de sector. “Sommige ontwerpers tekenen hun eigen stoffen om ze dan te laten fabriceren, anderen kopen hun stoffen aan bij fabrikanten. Stoffenproducenten hebben vaak minimumafnames van honderden meters. Of je nu zestig of zeshonderd meter nodig hebt, je moet altijd het minimum bestellen. Bovendien rekenen designers vaak een marge, want er kan tijdens de productie van een collectie altijd iets misgaan en dan is een buffer handig.”

Eén kilo stof produceren kan tot tweehonderd liter water vergen. De stof die wij verkopen heeft al een impact gehad op het milieu. Die dan niet gebruiken, dat kan niet.

Niels Van De Broeck, The Fabric Sales
Niets vernietigen

Omdat de aandacht voor duurzaamheid ontzettend gegroeid is in de modewereld, bestellen designers vandaag soms alleen wat ze nodig hebben. Op is dan op, vertelt Van De Broeck. Maar de producenten zijn nog niet zover en intussen levert The Fabric Sales een belangrijke dienst. En dan komen we weer bij de waarde van wat ze aanbieden. “Eén kilo stof produceren kan tot tweehonderd liter water vergen en bovendien wordt het afvalwater vaak niet voldoende gezuiverd en vervuilt het dus rivieren. De stof die wij verkopen heeft dus al een impact gehad op het milieu. Die dan niet gebruiken en zelfs vernietigen, dat kan niet. Vandaar ook dat we onze klanten bewust willen maken van de zorg, tijd en arbeid die al geïnvesteerd werden in onze stoffen, nog voor designers of zij ermee aan de slag gaan. Dat vergeten we weleens, vrees ik. Het is met stoffen als met fast fashion. Mensen zijn soms blij dat ze stof kunnen kopen voor vijf euro per meter, maar stellen zich niet de vraag hoeveel mensen er aan die meter hebben gewerkt. Vijf euro, dat wil zeggen dat er ergens mensen zijn die echt heel weinig betaald zijn voor hun tijd en arbeid.”

Voor iedereen

Door deadstock te verkopen, brengt The Fabric Sales de wereld van design en mode samen met die van particulieren, op een andere manier dan je in een confectiezaak doet, vindt Van De Broeck. “De klanten krijgen via ons toegang tot luxestoffen, en dat bovendien op een duurzame manier. Duurzaamheid stuurt ook onze eigen keuzes. Op stockverkopen moet je soms per meter kopen, bij ons kun je per tien centimeter bestellen. Je moet consequent zijn. Het zou absurd zijn om met deadstock te werken, maar onze klanten met een overschot op te zadelen. We houden onze prijzen ook correct, omdat we alles opnieuw in omloop willen brengen en zo veel mogelijk mensen de kans willen geven om bij ons te winkelen. Wij produceren uiteraard ook zelf afval, en als oplossing verzamelen we de stukken die nog bruikbaar zijn in zero-waste-packs. Onze klanten appreciëren dat, ook al moeten ze ermee puzzelen.”

Als designers op een duurzamere manier stoffen gaan bestellen, zal er in de toekomst minder deadstock zijn, maar daar maakt Van De Broeck zich geen zorgen over. “Dan is onze ‘missie’ geslaagd. Al hoop ik wel dat het niet helemaal stilvalt.”

Extreme stof gezocht

Dat hopen de klanten ook, want terwijl de eerste jaren vooral de lokale hobbynaaisters de weg vonden naar Rotselaar, komen ze vandaag uit heel België, en zelfs uit Nederland en Duitsland. “Uiteraard zijn particulieren een belangrijke groep klanten,” vertelt Van De Broeck, “maar vanaf het begin vonden ook modestudenten ons via mond-tot-mondreclame. Zij zoeken voor de collecties die ze tijdens hun studie moeten maken mooie, en vaak ook speciale stoffen, en die hebben wij in huis. Studenten zorgen voor een creatieve vibe, en als we vandaag samenwerkingen zoeken met designers als Stella McCartney of Vivienne Westwood, is dat ook omdat zij vaak opvallende, extreme stoffen gebruiken waar studenten mee aan de slag kunnen.”

Een derde klantengroep zijn startende ontwerpers op zoek naar materiaal voor hun collecties, vertelt Van De Broeck. “Dat is een beetje een gat in de markt, want zij hebben kleinere hoeveelheden stof nodig, en hebben ook niet het budget voor grote stoffenbestellingen. Bij ons kunnen ze twintig, dertig meter bestellen. Het is fijn als opstartende labels ons om hulp vragen en een plezier als je die dan ziet groeien. Ten slotte krijgen we de laatste tijd ook opera- en theatergezelschappen over de vloer, onlangs zelfs nog het Royal Opera House van Londen. Ze wilden stalen voor eventuele kostuums en onze naam verspreidt zich blijkbaar in Europa.”

Van overal ter wereld

Dankzij Instagram is de verkoop het laatste jaar ook internationaal op gang gekomen, vertelt Van De Broeck. “Het is een interessant medium, zeker voor wie naait. Instasewers, bloggers, influencers maar ook indie-patroonmakers en nieuwe bladen zoals Tauko, een Scandinavisch initiatief dat patronen van interessante designers brengt, hebben de naaiwereld veranderd. Naaien is hip en voor vrouwen is er vandaag een gigantisch aanbod patronen die toegankelijk zijn maar toch bij fashion aanleunen. Ik hoor van klanten met een plusmaat ook dat ze aan de slag willen met kwaliteitsvolle stoffen, omdat het aanbod er in de confectie niet is. Iets waar onze stoffen perfect in passen, en dus spreken we via Instagram een breed en internationaal publiek aan. Het aanbod van patronen voor mannen loopt jammer genoeg nog achter, terwijl toch zo’n tien procent van onze klanten mannen zijn.” Online bestellingen komen van overal ter wereld, tot in Los Angeles en Australië. Dat transport is dan weer niet erg duurzaam, weet Van De Broeck. “We proberen daar een goed evenwicht in te bereiken.”

Slow fashion

De meeste klanten begrijpen perfect wat The Fabric Sales doet, stelt Van De Broeck, maar of we het nu willen of niet, we zijn gebrainwasht door het fast fashion-idee. “We willen altijd nieuwe dingen, maar zo werkt het bij ons niet. Soms droppen we een nieuwe collectie stoffen en vragen klanten na twee maanden wanneer er weer iets anders komt. Dat weten we niet. Ik kan morgen een mail krijgen over een nieuwe levering, maar het kan ook een paar maanden stil zijn. Mensen vinden het weleens lastig als ze vijf meter willen en we maar twee meter meer hebben. Maar op is bij ons echt op en gelukkig begrijpen de klanten dat ook. Ik heb er een goed oog in. Er wordt nog kleding weggegooid als er een klein gaatje in zit, maar ik zie ook meer zichtbare reparaties, wat heel cool kan zijn. De mentaliteit verandert traag, maar ik zie de laatste vijf jaar toch grote veranderingen.”

Namaakzorgen

Of designers zich geen zorgen maken over namaak, als hun soms opvallende stoffen gewoon te koop zijn? Dat valt goed mee, vertelt Van De Broeck. “De meeste ontwerpers liggen er niet wakker van en Ines de la Fressange vermeldt ons zelfs op haar website. Er is maar één designer die anoniem wil blijven. En natuurlijk letten we erop dat startende ontwerpers niet alleen maar stof van één designer kopen. We leggen ook meer de nadruk op de kwaliteit van de stoffen, en minder op de designers. Uiteraard zouden we Chanel met open armen ontvangen, en waren we blij toen we gingen samenwerken met Dries Van Noten, omdat die bekendstaat om zijn schitterende stoffen. Maar we verwelkomen ook nog altijd minder bekende namen met maar een paar rollen mooie stof. Weet je, soms denken mensen dat wij hier met een groot team werken, maar we zijn maar met drie. Het is mijn bedoeling om alles bescheiden te houden. Ik geniet vooral van het contact met de designers en de klanten. En het is misschien raar voor een verkoper, maar voor mij hoeft niet iedereen hier met armen vol stof buiten te wandelen. Als mensen de juiste stof vinden voor hun project, ben ik een blij man.”

The Fabric Sales
Wingepark 55D, Rotselaar, thefabricsales.com

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content