Midden in het Brusselse stadsgeraas creëerde antiquair-decorateur Nicole Robette een oase van landelijke rust. Een sfeervol schuiloord dat zich als de oude zuiderse interieurs afschermt van de buitenwereld.

:: Info Nicole Robette : 0475 95 49 24.

Ze heeft een leuke winkel in de Brusselse Blaasstraat, die uitkomt op het Vossenplein, met de vermaarde vlooienmarkt. Het is een straat vol brocanteurs, waar wat oudheden en veel decoratie worden gesleten. Haar winkel, Mogador, is klein, de sfeer intiem. Er brandt amper licht en er hangt een warme avondstemming die schril afsteekt tegen de andere zaken uit de omgeving. Nicole noemt zich geen antiquair. Ze heeft wel wat oudheden in huis, maar ontpopt zich met de dag meer tot decorateur. “Samen met enkele collega’s richten we ook woningen in voor mensen die eenzelfde doorleefde sfeer wensen”, legt ze uit.

Ze werkt samen met de antiekdecorateurs Dean Recoules uit Gent en Alic uit Brussel. Net als Alic reist ze veel door Frankrijk, op zoek naar landelijke meubels en objecten. “Het blijft een inspirerend land, omdat het mooi is en verscheiden. Kijk bijvoorbeeld naar de kleuren : in het noorden heb je de grijze tonen, in het zuiden een mediterraan palet. Het is boeiend dat je dit alles in één dag kunt zien, als je door het land rijdt”, vertelt ze. Echt zuiders lijkt haar interieur op het eerste gezicht niet, omdat de kleuren niet frivool zijn en veel objecten en meubels vrij barokke vormen en proporties hebben. Toch is het een indruk die bedriegt, want de mediterrane decoratiestijl die nu overal wordt aangeprezen, leunt eigenlijk aan bij de Marokkaanse interieurstijl. Het ietwat donkere en warm getinte interieur van Nicole staat dichter bij de oude interieurs van Zuid-Frankrijk en Italië, die zich trouwens ook helemaal afsluiten van de buitenwereld.

Eenvoud

De woonruimte boven de winkel bestaat uit een redelijk ruime zitkamer met daarachter een kleine, knusse keuken en een terras. De oorspronkelijke aankleding van de wanden, schouwen en plafonds werd veranderd. Het stuc werd van de zoldering gehaald en de schouwmantel verdween. Deze werd net als de boogvormige doorgang naar de keuken simpel uitgepleisterd. Daardoor kreeg het interieur een landelijker uitzicht. Ook de keuken werd in die geest aangepakt. Alle kasten werden uitgevoerd met betonplaten die nadien netjes werden gepleisterd. “Het was een serieus werk om ze aan de muur op te hangen, maar het geheel is wel buitengewoon stevig en oogt robuust, wat ik belangrijk vind”, merkt Nicole op. Helemaal achteraan kwam er een dubbele deur met toegang tot een klein dakterras. “Het exterieur dringt hier dus nauwelijks binnen, maar vanuit de woonkamer kijk je dwars door de keuken naar dit terras : een doorzicht waarvan ik elke dag intens geniet. Midden in de stad heb je niet veel meer nodig en is dit vlekje groen al een luxe. Met die veeleer landelijke decoratie en die planten voel ik me hier ook heel ontspannen”, aldus Nicole.

Echt evolueren deed haar decoratiestijl in de loop van de jaren amper. Het warme palet en de rustieke meubelen en objecten waren ook vroeger haar geliefkoosde basisingrediënten. “Maar toch pak ik het anders aan”, legt ze uit. “Ik ben minder een antiquair dan vroeger. Het interesseert me nog amper uit welk tijdperk iets stamt. Wat me boeit, is de uitstraling van een meubel of een object. Meer dan vroeger breng ik ook uiteenlopende dingen samen. Ik durf zelfs oud en nieuw vermengen. Sommige objecten, zoals de lampen, worden samen met Alic ontworpen. Ik schrik er ook niet voor terug om landelijke meubels te confronteren met oud design. Dat maakt het interieur een stuk actueler en frisser. Maar helemaal die Franse warmte verloochenen doe ik dan weer niet. Zo blijf ik veel hout gebruiken, het liefst ietwat aangetast door de tand des tijd, maar zelden somber en donker van tint.”

Tekst Piet Swimberghe l Foto’s Jan Verlinde

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content