Volgens de Chinezen ben ik een zwijn, volgens de dierenriem een leeuw en volgens mezelf werd ik geboren onder het gelukkig gesternte van de stralende zon. Toen ze hoogzwanger was van mij, rustte mijn moeder loom in het lommer van de welige tuin. Het was te warm om te bewegen en het was me geraden pas in de koelte van de nacht naar buiten te dringen in die hete julimaand 1947. Het oorlogspuin was dat jaar genoeg geruimd om velden en pleinen te vergulden met de mooiste zomer van de eeuw. Mijn geboortegewicht en lengte zouden vergeten worden, de rekordcijfers 825 uur zon en 19,6 graden gemiddelde warmte werden zorgvuldig genoteerd. Ik ben trots op mijn ongeƫvenaarde geboorteseizoen en geloof dat de zon aan mijn wiegje stond als een goede fee.

Wie als ik een kind is van de volle zon, onderscheidt zich van het witte winterkind dat het felle licht schuwt, de frisse ochtendmens, de wolkenkijker, regenloper, mistsnijder. Wie als ik draait op zonneƫnergie, verschilt van wie naar de schaduwkant van de straat oversteekt of zucht en zweet in de warmte van de middag.

Mensen met een pigment als het mijne reiken naar warmte en licht als zonnebloemen. Zomer ! Zonder jas, kousen en andere buitenkleding de deur uitgaan. Slenteren, wandelen, stappen in de zon, praten, eten, rusten in het lommer. En werken aan vergulde tafels.

De zonnestralen tekenen grillige patronen op al wat ze beschijnen. Op die breukvlakken van donker en licht bewegen, is als het leven, als het ieder uur opnieuw voelen van vreugde en verdriet, zou Gyƶrgy Konrad zeggen. Zijn en andere mooie boeken lezen, is een van de heerlijkste zomerbezigheden. Ik kies daarvoor liefst verhalen uit die de afwisseling van licht en donker om me heen weergeven.

Wanneer op een warme dag iemand aan mijn open deur zal staan om te vertellen over de cultus van Ra met de zonnedans als rite, zal ik me bekeren. Wie als ik in het teken van de zon geboren is, voelt zich immers verwant met Egyptenaren, Indianen en andere volkeren die de zon aanbidden of dat eeuwenlang gedaan hebben. Wij zien de zon zoals bruine en zwarte mensen in warme landen haar zien, als het element waarin ze thuishoren. Blanke mensen ontheiligen de zon. Dwazen onder hen rekenen haar niet tot de hemelse zegeningen maar tot de aardse konsumptiegoederen. Sommigen menen dat de zon een grill is en brengen massaal vreemde offers aan dat gouden kalf. Ze smeren zich in met olie en leggen zich te bakken en te braden. Ze keren zichzelf in de zonnestralen alsof ze vlees zijn op een barbecue. Ik imiteer de ketters wel eens, om te ervaren wat ze voelen. Leegheid, heb ik ondervonden, het gevoel te smelten en het bewustzijn te verliezen. Ze sluiten de ogen. Ik zou me aan hun ziekbed moeten zetten en uit prachtige en wijze boeken voorlezen om hen te genezen.

BRIGITTE RASKIN

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content