Tessa Vermeiren
Tessa Vermeiren Tessa Vermeiren is voormalig hoofdredactrice van Knack Weekend

Er wordt wat afgezoend tegenwoordig. Bij het geringste televisiekwisje permitteert de presentator het zich om winnaars en verliezers uitvoerig te omhelzen en te overladen met smakkerds. Ook in sommige professionele milieus wordt tegen de klippen op gekust. Moet dat nu echt, denk ik dan? Zelf overkomt het me wel eens dat ik ergens een onderscheiding of een award moet uitreiken. Ik weet dan meestal niet goed of ik zal zoenen. Maar iedereen zoent, je kunt niet achterblijven bij zo’n ceremonie, anders kom je zo koel en afstandelijk over. Toch doe ik het niet graag. Zo’n mevrouw of meneer die je van haar noch pluim kent en met wie de relatie hooguit zakelijk is, waarom zou je die zoenen? Feliciteren kan toch ook gewoon door iemand stevig de hand te drukken en woorden zijn toch ook nog ergens goed voor? Gebaren zijn sterk aan het ontwaarden in een tijd waarin ze eindeloos herhaald worden en gereproduceerd op koele televisieschermen.

Iemand onachtzaam zoenen, vind ik bijvoorbeeld heel erg. Het soort begroetingszoenen waarbij de wangen elkaar nauwelijks raken, is zo’n lege vorm. Het suggereert valselijk een soort intimiteit. Want meestal steken neuzen daarbij op die manier in de lucht dat ze suggereren: ik wil eigenlijk geen intiem contact met je. Waarom dan zoenen of doen alsof?

Ik ken ook een paar mannen die het heel normaal vinden om vrouwen die ze denken tot hun vaste kring van bewonderaarsters te mogen rekenen, gedachteloos op de mond zoenen. Je moet daar vooral niets achter zoeken. Het is een soort privilege dat ze aan die vrouwen toekennen. Van hetzelfde gehalte als de discrete kneepjes in de lendestreek of de billen, die bij een omhelzing van hen soms een valse indruk van vertrouwelijkheid geven. Vergis je niet, dit alles stelt bij die heren niks voor. Als ze dat in het publiek doen, dient het in de eerste plaats om hun eigen imago van onweerstaanbare man in de verf te zetten.

Elk mens heeft recht op de onschendbare ruimte rondom zich. Je zou die eigenlijk slechts met heel veel schroom mogen betreden. En als je toch de onzichtbare grens wilt oversteken, zou je je bewust moeten blijven van de betekenis van sommige gebaren. Van wat een aanraking kan veroorzaken, van de symboliek die sommige mensen er toch nog in leggen.

Als je een beetje zuiniger omspringt met zoenen en aanrakingen wordt de intensiteit van wat je geeft of wat je krijgt veel groter. Een lichte hand op je schouder van een zeer gereserveerd iemand kan veel meer betekenen dat een ademloze omhelzing van een gepatenteerde charmeur. Ach, de meeste mensen komen hier ook pas achter nadat ze de hele weg zijn gegaan, zo ver dat niets nog betekenis heeft. Het is ook iets wat je meestal pas in zijn volle betekenis ontdekt in periodes van grote schaarste in je leven.

Oprechte gebaren van tederheid en vertrouwelijkheid krijgen dan dezelfde intensiteit als je dorst lessen met koel water na een woestijntocht. Een van mijn vrienden, een groot wijnliefhebber en -kenner, last elk jaar in februari (weliswaar de kortste maand) een alcoholloze periode in. Daarna is het genieten weer zoveel intenser. Het is net zo met aanraken en zoenen, schaarste doet de waarde stijgen.

Denk nu vooral niet dat ik hier aan het pleiten ben voor een soort nieuwe kuisheid. Integendeel. Maar het zou mij zeer plezieren indien figuren als Walter Grootaers wat minder mensen zouden aflebberen op het scherm. En ik vind het ook niet nodig dat vrouwelijke gezagsdragers zich door hun “charmante” mannelijke evenknieën of meerderen laten zoenen.

Zo rond nieuwjaar zei een collega van een naburige redactie hier in ons Brussels Media Center dat hij mij niet omhelsde omdat hij vernomen had dat ik niet zo zoenerig was. Ik betrapte mij op een geconditioneerde reactie van: “hebben ze dát van mij gezegd?”

Maar achteraf maakte ik me de bedenking dat het maar beter zo is.

Misschien word ik zelfs nog zuiniger op mijn zoenen.

TESSA VERMEIREN

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content