2300 uur : zolang staat de gemiddelde man zich in zijn leven te scheren. De leek zou denken dat sinds de uitvinding van het elektrische scheerapparaat, het natscheren op apengapen ligt. Niets is minder waar, 70 procent van de mannen scheert zich nog altijd nat. Er is zelfs een opmerkelijke comeback van het grootvaderscheermes.

De meesten van ons kennen het alleen uit oude films : het vervaarlijk uitziende, blankstalen mes, door de barbier op de scheerriem gezet tot het van pure scherpte “zingt”. Zo’n ding, zou je denken, laat je liever niet in de buurt van je halsslagader komen. Toch grijpen steeds meer mannen terug naar die oeroude techniek. Naar de degelijkheid van materialen. Naar borstels van dassenhaar en het soort kwaliteit dat in onze moderne wegwerpmaatschappij nog zo moeilijk is te vinden.

Typerend voor de heropleving is het verhaal van de Dovofabriek in Solingen. De productie van ouderwetse scheermessen was er in de jaren tachtig teruggevallen tot amper vijfduizend stuks per jaar. De directie had zelfs al beslist deze afdeling te sluiten, en zich op het maken van scharen toegelegd. Langzamerhand liepen er echter weer nieuwe bestellingen binnen. In 2004 waren dat er alweer honderdduizend. Sindsdien ging het alleen maar in stijgende lijn. Opvallend veel hippe, jonge mannen schijnen de uitdaging aan te gaan zich met zo’n moordwerktuig zo glad te leren scheren als de billetjes van een boreling.

Beetje bloeden

Nu is scheren met zo’n open mes – kenners noemen het straight of str8 – niet meteen de eenvoudigste klus om te leren. Probleem is dat het al enkele generaties in onbruik is geraakt, zodat je het niet van je vader en zelfs niet meer van je grootvader kunt leren. Je moet van nul af aan beginnen, en om het een beetje te kunnen mag je al vlug op een maand oefening rekenen. Om er echt een meester in te worden, tel je volgens insiders best een jaar of drie. Gelukkig worden er tegenwoordig heuse scheercursussen georganiseerd, om aan de groeiende vraag tegemoet te komen.

“Wat mij tegenhield om er al eerder mee te beginnen was simpelweg de angst mij te snijden”, zegt psychotherapeut en natscheeraficionado Leo De Brouwer, die over het onderwerp een heel boek heeft geschreven. “In talloze avonturenfilms komt het open scheermes te pas om iemand het hoekje om te helpen. Dat draagt allicht bij tot ons ontzag voor het ding. Toch valt dat bloeden in de praktijk wel mee. De eerste keren scheer je je natuurlijk héél voorzichtig. Na een paar maanden hanteer je het mes met een vanzelfsprekendheid die je niet voor mogelijk had gehouden.”

Het mes in een hoek van dertig graden houden, de huid op de juiste manier aanspannen, niet drukken maar strelen, meescheren met lange rustige halen, uitscheren met korte rukjes : het scheren op zich is al een hele kunst. Nog moeilijker is het je mes scherp te krijgen en scherp te houden. Je hebt er een heel assortiment attributen voor nodig, zoals een scheerriem en een spanriem, een scheersteen en diverse kleuren scherpende pasta’s. Je moet het mes zoeten, richten, polijsten. Zelfs kenners zijn het er niet altijd over eens hoe dat moet. Ook de keuze van de perfecte scheerborstel is iets waar je dagenlang in kunt verdwalen. Op dit alles tot in detail ingaan zou ons te ver leiden, maar je leert het tot in de puntjes in de scheerschool. Of voor de dappersten onder ons, aan de hand van gespecialiseerde websites of Het completescheerboek, dat binnenkort bij uitgeverij Van Halewyck verschijnt.

Liefdevolle blik

Waarom al die moeite, kun je je afvragen, terwijl je je kin evengoed glad krijgt met zo’n handig elektrisch apparaat ? Goede vraag. Om gezondheidsredenen, misschien ? Volgens de bevindingen van een Amerikaanse arts zouden de haarpartikeltjes die bij het elektrisch scheren ingeademd worden, tot diep in de longen doordringen en erg schadelijk zijn. De mensen die daarvan wakker liggen, zijn waarschijnlijk op één hand te tellen.

Uit ecologische overwegingen, anders ? Een open scheermes van goede kwaliteit gaat een heel leven en zelfs meerdere generaties mee. Er wordt dus zuinig met grondstof en energie omgesprongen. Op een verrassende manier wordt zo’n oud ding dus weer heel modern, vermits het het milieu spaart en helpt bij het bestrijden van de global warming.

Dit zijn natuurlijk niet de echte redenen waarom mannen opnieuw het open scheermes gaan hanteren. Ingewijden spreken ronduit over de magie van het scheren. “Het is afstand nemen van plastic en de wegwerpcultuur”, zegt Leo De Brouwer. “Met liefdevolle blik kijken naar die heerlijke scheerborstel van puur dassenhaar. In plaats van het agressieve schuim uit een spuitbus, de charme en de geur van een goede scheerzeep ontdekken. Opperste concentratie bij het strijken van het mes over de riem, en opperste concentratie bij het scheren. Het is : de trots na het scheren. De kleine jongen in onszelf toelaten, die vol bewondering naar een mooi mes staat te kijken.”

Wie volhoudt, ervaart dat er van het ritueel vol geroutineerde handelingen een grote rust uitgaat. Zen en de kunst van het scheren. Eens je de smaak te pakken hebt, wordt elke scheerbeurt een opwindende belevenis in plaats van een vervelende klus. Zo’n mooi zilverstalen mes verhoudt zich tot een wegwerpkrabbertje zoals de Jaguar van inspector Morse tot een moderne gezinswagen : nukkiger en misschien wat minder comfortabel, maar zoveel stijlvoller en hartverheffender om mee te rijden.

Binnenkort verschijnt bij uitgeverij Van Halewyck “Het complete scheerboek”, een ultravolledige gids van de hand van natscheeraficionado’s Leo De Brouwer en Peter Van Lierop. Beide heren geven elk najaar scheerles. Geïnteresseerden kunnen contact opnemen op het nummer 015 41 09 59 of via mail : leo-debrouwer@hotmail.com

Door Jean-Paul Mulders I Foto Diane Hendrickx

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content