De nachtmerrie van een droge winter achtervolgt skiliefhebbers die hun vakantie willen boeken. Om te bewijzen dat Hochfügen vijf maanden sneeuwzeker blijft, vonden ze daar het touwracen uit.

Sinds 1962 bouwen competitieskiërs ieder jaar op 1 mei een feestje in het Oostenrijkse Hochfügen. Ze vinden er elkaar in een seizoenafsluiter: het Seilrennen, oftewel touwracen. Ploegen van drie maats – een vrouw en twee mannen – worden aan elkaar gebonden met een touw van 25 meter. Zo jagen ze, als in een ballet, strak achtereen, door de poorten van een reuzeslalomparcours. “Om de snelste tijd neer te zetten, knopen ze de beste skiër van het drietal als laatste aan het eind”, vertelt een ingewijde. Competitiebeesten zijn nu eenmaal op hun eer gesteld, zelfs bij het loltrappen. Op de erelijst van winnaars komen dan ook klinkende namen voor, waaronder teams met de Duitse olympische kampioene Rosi Mittermaier.

In 36 jaar is het evenement maar één keer afgelast, wegens sneeuwgebrek. Maar dat gebeurde voor de aanmaak van kunstsneeuw in zwang was. Nu is zoiets ondenkbaar in Hochfügen, legt skileraar Dietmar Höllwarth uit. De laagstgelegen pistedelen worden vanaf december ’s avonds en ’s nachts met kunstsneeuw besproeid, ongeacht hoeveel natuurlijke sneeuw er ligt. “Zo bouwen we gestaag een tapijt op voor de hele winter. De skiërs, de veeboeren en het milieu varen er wel bij. De skiërs omdat ze vanaf december kunnen afdalen van 2400 naar 1500 meter; de autochtonen en het milieu omdat de planten tot mei met een beschermende laag zijn bedekt. Wortels van gras en bloemen raken dan niet beschadigd door skiërs en we voorkomen een te vroege uitbarsting van lentegroei. Na jaren discussie is iedereen het nu eens over de zin ervan. De 800 koeien van het dorp vinden hier de hele zomer grazige Almen.”

Kunstsneeuw bestaat uit ijsblaadjes, niet uit kristallen, zoals natuursneeuw. Daarom is ze drie keer zwaarder. Ze houdt, door haar dichtheid, ook vier keer langer stand tegen temperaturen boven het vriespunt. In een kwakkelwinter met hoge temperaturen blijft 20 cm kunstsneeuw even lang liggen als 80 cm natuurlijke sneeuw.

Dat recreatieskiërs natuurlijke sneeuw verkiezen boven Ersatz, weten ze in Hochfügen natuurlijk ook. Alleen waar het hoogstnodig is, leggen ze een kunstlaag aan. Op verbindingsplekken en onderaan de pistes dus. Waarmee is gekozen voor vakantiegangers. Wedstrijdskiërs blijven er in volle seizoen weg, omdat zij alleen willen trainen en racen op kunstsneeuw.

Het oord probeert zijn naambekenheid niet te vergroten via wedstrijden op televisie. De promotor van Hochfügen, Gottfried Schiestl, houdt het op gezelligheid om gasten te lokken. Hij begon zijn beroepscarrière als handelaar in varkens, in de ouderlijke boerderij met Zimmer frei. Schiestl werd burgemeester van Fügenberg en in de jaren ’70 nam hij met twee zakenpartners de uitbouw van het gehucht Hochfügen over van Duitse investeerders. Onder hen industrieel Hans Lang, met wie hij een net van skiliften aanlegde. De burgemeester verschafte bergboeren werk en hij lanceerde een paar viersterrenhotels. De onderneming die de skiliften uitbaat, boekt nu een omzet van 200 miljoen frank per jaar.

In 1961, toen de Duitse investeerders twee skiliften begonnen te bouwen in Hochfügen, hadden lokale kranten het over “uitverkoop van bodem aan buitenlanders”. Maar Gottfried Schiestl zette, met succes, zijn schouders onder de uitbouw van het wintersportgebied. Bij de ingebruikneming van een jet-baan met zitgondels voor acht personen, een nieuwtje begin vorig seizoen, schreef een vakmagazine ” Baron zu Hochfügen zoekt aansluiting met Hochzillertal.” “Ik geloof in zaken, waar anderen niet in geloven”, zegt Schiestl in verband met het samenklinken van de skigebieden van Hochfügen en het Hochzillertal. “De regering van Tirol keurde het plan goed; aan de overkant, in Kaltenbach, dringen ze aan op zo’n liftverbinding. Maar het volk roept hier met de boeren in koor: laten we onszelf blijven, laten we onze eigen boontjes doppen. Ze vergissen zich. De toekomst ligt in ondernemerschap, schaalvergroting en samenwerking.”

Frans Vuga / Foto’s Madeleine Dekempeneer

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content