Zeg niet tweedehands

Wim Denolf, redacteur

De tweedehandsmarkt en prijzige uurwerken die het moeten hebben van betrouwbaarheid, kwaliteit en prestige: het lijkt een moeilijk huwelijk. Toch vallen tweedehandsmodellen niet meer weg te denken. Analisten voorspellen tegen 2025 een wereldwijde omzet van bijna 28 miljard euro, tegenover ruim 17 miljard euro nu.

De trend steunt volgens onderzoeksbureau Deloitte op koopjesjagers en verzamelaars, maar ook op toenemende bezorgdheid over de milieu-impact van mechanische luxehorloges (p. 34). Stond vorig jaar slechts een op de zes consumenten open voor de aankoop van een eerder gebruikt kleinood, dan gaat het nu al om een op de drie. Onder meer Omega biedt klanten tegen betaling al even de mogelijkheid om horloges op hun echtheid te laten onderzoeken en certifiëren. Over het algemeen stond de sector echter aan de zijlijn, ten gunste van vintage dealers en platformen als eBay, dat vorig jaar elke 28 seconden een tweedehandsuurwerk verkocht.

Anno ’21 volgen de initiatieven elkaar snel op. Zo brengt de Richemontgroep de Britse vintagespecialist Watchfinder dit najaar naar Printemps Hausmann in Parijs en La Rinascente in Milaan, terwijl Zenith zijn oude modellen zelf inkoopt en herverkoopt met behulp van een nieuw restauratieatelier. Audemars Piguet volgt weldra dat voorbeeld. Opvallend: de term ’tweedehands’ komt er niet aan te pas, net als autofabrikanten spreken horlogemakers steevast van certified pre-owned.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content