Bijna vijftig jaar na zijn bouwjaar ondergaat het Atomium een elegante gedaanteverwisseling. We nemen een kijkje tijdens de werken.

Informatie : www.royalboch.be.

In januari 2006 opent het vernieuwde Atomium zijn deuren. Het monument zal dan een zachte facelift hebben ondergaan en krijgt er enkele functies bij. Zo zal een van de bollen een hotel voor kinderen herbergen. Maar ook uiterlijk verandert er wel wat. Voor de vormgeving van de renovatie en de herinrichting werd er door de vzw Atomium een architectuurwedstrijd uitgeschreven. Die werd gewonnen door het in Antwerpen en Brussel gevestigde bureau Conix Architecten, geleid door drie dames : Christine Conix, Sylvie Bruyninckx en An Steylaerts.

Vooreerst zal het Atomium er ook van ver wat anders uitzien dan vroeger. De sterk gecorrodeerde aluminiumhuid wordt momenteel vervangen door inoxplaten, die zijn bovendien geïsoleerd. Waardoor het interieur beter kan worden benut.

Het inox glimt net zo indrukwekkend als het aluminium toen het nieuw was. Het is veel duurzamer en zal ook zijn glans behouden. “Maar er is meer,” vertelt architect Christine Conix, “we hebben ook de toegang, een deel van de omgeving en het interieur hertekend. Het gebouw had altijd een beetje een tijdelijk karakter. Het werd destijds ook maar voor zes maanden gebouwd. Dat merkte je onder meer aan de plaatsing. Na de Expo van 1958 bleef het verweesd achter op een rotonde punt, het kreeg niet eens een eigen plein.”

Conix Architecten hebben de omgeving beter bij het gebouw betrokken.Van de voet worden er verbindingen gelegd met onder meer het park van Ossegem en een nabijgelegen openluchttheatertje. Maar belangrijker is dat deze plek autoluw wordt. Het monument krijgt een heus plein met een duidelijke toegang.

Voor de vormgeving van dit scenografisch parcours lieten de ontwerpers van Conix Architecten hun verbeelding de vrije loop. Ze vertrokken van wat dit gebouw in de vorm van een ijzerkristalmolecule bij hen oproept. “En dat is heel wat, maar je komt uiteindelijk uit op het oneindige. Precies daarom hebben we het nieuwe toegangspad, een passerelle, die aan de voet van het bouwwerk wordt aangelegd, ontworpen als het symbool voor oneindigheid. Deze lus laat de bezoeker veel meer dan vroeger toe het gebouw ook van onderen te bewonderen, wat heel spectaculair is en vroeger amper tot zijn recht kwam. We willen ook dat de mensen eerst onder indruk komen van de monumentaliteit en dan pas naar binnen komen. Om die spanning op te drijven bouwen we op dit pad aan de voet een nieuw paviljoen, bekleed met mat inox. Op die plek zul je de verschillende relaties met de omgeving beter voelen. Dit paviljoen herbergt de ticketbalie, een commerciële ruimte, de sanitaire voorzieningen en een kleine bar.

“Door de praktische functies daar te concentreren kunnen we de voet, de zogenaamde galette, de vroegere toegangsruimte, helemaal benutten als tentoonstellingsruimte”, legt Christine Conix uit. “Ook die ruimte wordt spectaculairder. Doordat we een deel van het dak transparant maken, kun je van de voet helemaal naar boven kijken, wat een zeer indrukwekkend beeld geeft.”

Vervolgens gaan de bezoekers naar de onderste sfeer, die aan Expo ’58 gewijd wordt. Zes van de negen sferen zijn toegankelijk voor het publiek. De drie andere waren nooit ontworpen om bezoekers te ontvangen en blijven dan ook leeg, omdat ze in geval van nood niet kunnen worden geëvacueerd. Eén bol is gereserveerd voor tijdelijke tentoonstellingen. De centrale ruimte herbergt een Stippenbar en een Bellenbar, waar je de dorst kunt lessen in afwachting van de tocht naar de bovenste sfeer, waar je het restaurant en de lounge vindt, en je kunt genieten van het schitterende panorama.

Alicia Framis ontwierp een hotel voor kinderen, opgevat als een heuse droomwereld. De kinderen kunnen er overnachten in bedjes in de vorm van hangende watermoleculen. Ten slotte is er ook een bol die zal kunnen worden afgehuurd voor feesten of conferenties. “Het interieur is vrij eenvoudig opgevat”, aldus Christine Conix. “We willen zoveel mogelijk de schoonheid van het gebouw laten zien. In tegenstelling tot vroeger gaan we de bollen niet volproppen zodat je de structuur niet meer ziet. We halen ze liever leeg zodat je ook de monumentale buizen kunt bewonderen. De lift wordt behouden. Alle verlichting is ontworpen door Ingo Mauer.” Hij gaf ze de vorm van een vliegende schotel, wat heel passend is bij een monument dat ook voor de volgende generaties een futuristisch symbool blijft.

Conix Architecten

Het Atomium is lang niet het enige en zeker niet het grootste project van Conix Architecten. Dit bureau, in 1979 opgericht door architect Christine Conix (foto), groeide de laatste jaren uit tot een van de grote en toonaangevende bureaus van België. Het wordt geleid door An Steylaerts, Sylvie Bruyninckx en Christine Conix, en gesteund door een team van 38 personen, onder wie ingenieurs en interieurarchitecten. Ze realiseren zowel residentiële projecten als kantoren, scholen en zelfs industriële gebouwen.

Atomiumservies

Naar aanleiding van de wereldtentoonstelling in 1958 bracht de Belgische ceramiekfabrikant Boch uit La Louvière een servies op de markt dat er destijds hypermodern moet hebben uitgezien. Met zijn scherpe kantjes en blitse kleuren blijkt het ook nu weer erg in trek. Daarom brengt Royal Boch het weer in productie. Het is nu al op de markt, maar wordt begin volgend jaar, bij de heropening van het Atomium officieel voorgesteld.

Door Piet Swimberghe / Foto’s Michel Vaerewijck

De sterk gecorrodeerde aluminiumhuid wordt momenteel vervangen door inoxplaten.

Na de renovatie, met al het spectaculaire klimwerk, zal het Atomium monumentaler ogen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content