Bijna 30 jaar na de split en 20 jaar na de moord op John Lennon blijven The Beatles de muziekwereld domineren. De Yellow Submarine vaart weer uit om de wereld te redden van de grijsheid.

Een haast heilig moment in de legendarische Abbey Road Studios in Londen. Een selectief gezelschap krijgt in absolute avant-première de gerenoveerde songtrack van Yellow Submarine te horen. We zitten aan de mengtafel, waar onder leiding van coördinator Allan Rouse, verantwoordelijk voor de catalogus van The Beatles, maandenlang is er gezwoegd om de op vier sporen opgenomen songs van The Fab Four te vertalen naar een hedendaagse surround sound. Het is de allereerste keer overigens dat dit procédé werd toegepast op het Beatles-oeuvre. De liedjes zijn als het ware gedissecteerd en weer dichtgenaaid. De verschillende instrumenten die in het oude monosysteem op een hoopje werden gestapeld, trokken de techniekers opnieuw van elkaar los.

Het resultaat is ronduit verbluffend. Om ons te helpen met een vergelijkend onderzoek wordt telkens van elke track eerst de oorspronkelijke en onmiddellijk erna de nieuwe versie afgespeeld. Daardoor valt op hoeveel zuiverder en voller de klank van de remixen is. Er gaat een enorme dynamiek van uit. De bassen knallen door de vijf speakers in ons gezicht. Plots wordt je aandacht gevestigd op bepaalde achtergrondgeluiden en details die je blijkbaar nooit eerder hebt opgemerkt, zoals een strijkerspartij in Eleanor Rigby.

Het lijkt misschien contradictorisch, maar door de updating heeft het werk van The Beatles een zo mogelijk nog tijdlozer karakter gekregen. Komt uiteraard omdat alle storende ruis die oude platen typeert, is weggeveegd.

It’s All Too Much kan zo op Studio Brussel, geprogrammeerd tussen songs van U2 en Blur. Door de intro van het nummer snijdt een snerpende gitaarfeedback. Noteer dat dit in mei ’67 werd ingeblikt, een half jaar voordat Jimi Hendrix met dit soort effecten begon te experimenteren. De voortrekkersrol van Paul McCartney en de zijnen nogmaals onderstreept.

Iedereen staat in bewondering voor het knap staaltje technologie dat in de Abbey Road Studios gedemonstreerd wordt. Maar er gaan ook verontwaardigde stemmen op over sommige drastische ingrepen. De meeste frappante is het vooraan in de mix zetten van de stemmen bij de aanhef van All You Need Is Love. Heiligschennis? “Ik vind dat men hier een dunne lijn bewandelt”, zegt Johan Ral, ex-BRT journalist, communicatiedeskundige en in de hoedanigheid van Beatles-kenner op de luistersessie aanwezig. “Het mag niet de bedoeling zijn dat de geschiedenis wordt herschreven. Akkoord, de originele opnamen zijn mono, maar misschien was het opzij plaatsen van de zang destijds wel een bewust keuze.”

De nu op de markt gegooide cd werd een songtrack gedoopt. Omdat alle vijftien nummers die in de animatieprent de revue passeren er integraal opstaan. Dus ook die waarvan slechts een flard voorbij komt geflitst. Zo krijg je, jammer genoeg, de bekende uitvoering van Think For Yourself en niet de improvisatie op het thema zoals in de film. Op de officiële soundtrack van Yellow Submarine, die al sinds ’69 in de winkels ligt, vind je naast de instrumentale stukken van producer George Martin enkel Only A Nothern Song, All Together Now, It’s All Too Much, All You Need Is Love, Love You To en in sommige gevallen Hey Bulldog (om een of andere duistere reden werd de sequence waarin die laatste song te horen is uit de niet voor de Engelse markt bestemde filmkopieën geknipt).

“The Beatles hanteerden indertijd het principe dat het niet hoorde nummers die hits waren geweest of andere oude songs opnieuw uit te brengen. Daar weigerden ze van af te stappen”, zegt een woordvoerder van het Britse platenhuis EMI. Toen de score verscheen, kregen The Beatles – zeer uitzonderlijk – milde kritiek te slikken. Normaal kreeg je van hen waar voor je geld, zo heette het. Deze keer ontgoochelden ze toch wel. Heel wat fans weigerden de soundtrack te kopen “omdat het geen Beatles-plaat was”. Ze stuurden protestbrieven naar Apple, het bedrijf dat Paul, John, Ringo en George in het leven hadden geroepen om al hun activiteiten te beheren.

De kersverse songtrack komt, na aardig wat vertraging, aan de wens tegemoet. Het album kan ook meteen weer het jaar van EMI goedmaken. The Beatles blijven immers topverkopers. Het ultieme bewijs was de enorme lel die The Anthology twee jaar geleden verkocht aan de verzamelde concurrentie, gedoemd tot achtervolgen. Het vermoeden rijst dat Apple met die cd-box nog niet alle overblijfselen heeft prijsgegeven. Het lijkt er sterk op dat de schuiven systematisch worden opgeruimd. Tot ’94 wekte Apple de indruk een slapend monster te zijn. Met de archief-cd Live At The BBC schoot de firma weer in actie. Op dat moment werd in stilte al The Anthology voorbereid, een monnikenkarwei die in totaal tien jaar in beslag nam.

De poeha waarmee de re-release van Yellow Submarine wordt aangekondigd, staat in schril contrast met de onverschilligheid van The Beatles zelf voor het project toen het dertig jaar geleden ter discussie op tafel werd gegooid. De realiteit is dat hun toenmalige manager, de betreurde Brian Epstein, enkel akkoord ging om het contract voor drie films na te komen dat de groep met United Artists had getekend.

Na de weinig verheffende A Hard Day’s Night en Help! stonden de vier niet direct te springen om zich opnieuw op het witte doek te storten. Dat hun participatie in Yellow Submarine nauwelijks vereist was, deed hen uiteindelijk toehappen. Wel moesten ze, en zelfs dat was een beetje tegen hun zin, een aantal songs leveren voor de score. Ze maakten er zich snel vanaf met afdankertjes. Only A Nothern Song bleef nog over van de Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band-sessies. Al toont het tekstueel een George Harrison op z’n scherpst. “Ik besefte op dat ogenblik pas hoe sluw het voorstel van Dick James was geweest om de uitgever te worden van mijn songs”, vertelde Harrison onlangs aan Billboard. “Toen ik tekende, was ik achttien. Ik dacht: schitterend, iemand wil mijn nummers uitgeven! Hij was wel vergeten te vertellen dat hij dan automatisch de eigenaar van die liedjes werd en bijgevolg alle songrechten kon innen. Het was grove diefstal. Met een grap, want zo moet je het nummer interpreteren, nam ik revanche.”

Hoe cynisch de houding was die de vier groepsleden aannamen tegenover hun Yellow Submarine-job, wordt nog het best geïllustreerd met de anekdote over Hey Bulldog. Toen Lennon het nummer af had, bleek hij niet bijster content. Maar: “It’ll do for the film.”

All Together Now werd volgens The Complete Beatles Chronicle van Mark Levisohn in amper zes uur voltooid. Dat is, hun reputatie kennende, een bijzonder karig tijdsbestek. Verplichte nummers waren ook de cameo in levende lijve die ze voor de eindgeneriek hoorden te maken, en het bijwonen van de première. Die galavoorstelling was een van de eerste gelegenheden waarop John Lennon zich met kersverse vriendin Yoko Ono in het openbaar waagde. Een belangrijk gegeven om de achtergrond te begrijpen waartegen het Yellow Submarine-project zich bewoog.

De bemoeizucht van Yoko Ono – tijdens repetities ging ze doodleuk op een versterker zitten om commentaar af te vuren – zorgde voor spanningen binnen de band. De situatie verziekte dermate dat het in augustus ’68 Ringo Starr, nochtans de braafste Beatle, even te veel werd en hij uit de groep stapte. Om twee weken later, staart tussen de benen, terug te keren.

Het magische ’68 was voor The Beatles een verschrikkelijk hectisch jaar. Hoewel de groep tot een losse verzameling van vier uit elkaar groeiende persoonlijkheden was verworden, zaten ze in een heel productieve periode. Ze kampeerden, vaak afzonderlijk, in de studio. Yellow Submarine zat tussen The White Album en Magical Mystery Tour geprangd, reden waarom de leden zo weinig in de grote-doekescapade wilden investeren. De zogenaamde dubbele witte kreeg van hen voorrang, zodat de soundtrack pas in ’69 werd vrijgegeven, maar liefst zeven maanden na het uitkomen van de prent.

Het was Al Brodax, de producer van de in Amerika razend populaire cartoonserie rond The Beatles, die de mogelijkheid van een animatiefilm had gesuggereerd. Die tv-reeks had namelijk veel opgebracht. Samen met de wetenschap dat de groep er geen energie moest insteken, een doorslaggevend argument. Anders had het viertal waarschijnlijk niet vermurwd kunnen worden. Hun scepticisme was te groot. Na Help! hadden Lennon & Co alle scripts die in hun bus waren beland genadeloos naar de prullenmand verwezen, waaronder zelfs eentje van de hand van toneelauteur en cultheld Joe Orton. In eerste instantie was George Dunning, de regisseur die door Brodax aangezocht werd, niet gewonnen voor het idee van een tekenfilm opgehangen aan The Fab Four. Tot George Martin hem de tapes van Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band liet horen, de mijlpaal die het kwartet toen net had afgerond. “Ik werd enorm geïnspireerd door de muziek. Zij zette mij op het juiste spoor”, zou hij later verklaren.

Toen Lee Minoff in ’66 de eerste versie van zijn scenario inleverde, had hij in de marge de grote ambities van Yellow Submarine al blootgelegd.

“Het doel is met de animatie verder te gaan dan alles wat tot nog toe vertoond is geweest, in stijl, klasse en toon, zonder gekunsteld en pretentieus over te komen”, stond er te lezen. Al durfde toen niemand vermoeden dat dit profetische woorden waren. Yellow Submarine werd een icoon van de popart en de psychedelische beweging. In de eerste plaats is dat de verdienste van Heinz Edelmann, een Tsjechisch grafisch artiest die aangetrokken werd om de karakters in het verhaal vorm te geven. Edelmann bedacht de Blue Meanies, die het onderzeese paradijs Pepperland binnenvallen en alle kleur en alle muziek elimineren. Leider Main Meanie en zijn assistent Max worden daarbij gesteund door de Apple Bonkers en de schrikwekkende Flying Glove. Captain Fred is de enige die weet te ontsnappen. Hij vaart met de Yellow Submarine naar Liverpool, waar hij The Beatles smeekt om Pepperland te komen bevrijden. Tijdens hun tocht door verschillende knotsgekke zeeën raken ze bevriend met de Nowhere Man. Hun bestemming bereikt, doen ze de Sgt. Pepper’s Band weer spelen en doen ze zo de liefde de haat van de Blue Meanies overwinnen. Een eenvoudig sprookje over goed en kwaad. Perfect passend in de tijdgeest van de summer of love.

En toch actueler dan ooit, meent George Harrison. “De Blue Meanies hebben nu een stevigere greep op onze planeet dan in de jaren zestig”, lucht hij zijn hart in Billboard. “En deze keer zie ik geen band langskomen die de grijsheid doorbreekt.” Hij vraagt zich ook af of Mad Max geen afgeleide is van de Blue Meanie met dezelfde naam. Zouden The Simpsons ooit bestaan hebben zonder Yellow Submarine? Feit is dat de revolutionaire visuele taal invloedrijk is geweest. Voor Monty Python, in ’69 opgericht, en vooral de illustrator in hun midden Terry Gilliam, heeft hij ongetwijfeld als studiemateriaal gediend. Pythons Eric Idle raakte later overigens bevriend met Harrison, ze werden zelfs zakenpartners in de productiefirma Hand-Made Films.

Niet alleen met de grafische experimenten, ook met de absurde humor waren de makers hun tijd ver vooruit. The Beatles worden in de loop van het verhaal regelmatig in hun hemdje gezet. Ringo wordt bijvoorbeeld geportretteerd als het archetype van de niet al te snuggere drummer en een sentimentele zot. En John als een wat pedante filosoof. Even is ook Georges obsessie voor India het mikpunt. Help en I Am The Walrus worden geparafraseerd en geparodieerd. Een goede verstaander ziet verder een knipoog in de beelden die naar Magritte verwijzen. The Beatles verafgoodden de Belgische schilder, getuige het logo van Apple. De (zelf)relativering zorgt ervoor dat je je niet te veel aan de duidelijke hippieboodschap stoort en je er bijgevolg ook vandaag nog van kan genieten.

En dan te zeggen dat Paul McCartney, het enige groepslid dat ooit blijk gaf van enige interesse, in het beginstadium van een Disney-achtig filmavontuur droomde. “We hoopten dat het een klassieker à la Pinocchio of Sneeuwwitje zou worden”, biechtte hij op aan Roy Carr in het boek The Beatles In The Movies. “Uiteindelijk maakten ze iets waar ik op dat moment niet echt wild van was omdat het niet het vernuft, de warmte en de magie had die je met Disney associeerde. Yellow Submarine sleepte me niet mee. Ik zag er niet meer in dan een gros spitsvondige sequences. Achteraf bekeken is het ontegensprekelijk een adequaat tijdsbeeld en kan je er niet onderuit dat het een vernieuwende prent was.”

De kritieken waren dan ook positief. Amerika ging compleet overstag. In Engeland kreeg Yellow Submarine de kans niet om bij de massa aan te slaan. De distributeur had er geen vertrouwen in en verzuimde uit pure schrik een fatsoenlijke nationale release. MGM, die vanaf nu de video gaat verdelen, gelooft wel in de zaak: “Dit is de uitgelezen prent om de DVD, de digitale video, voorgoed te lanceren.”

De Yellow Submarine-cd wordt verdeeld door EMI, de video en DVD door MGM.

Peter Van Dyck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content