Zangeres/presentatrice (32)

Radio Donna was aan vernieuwing toe. Het is gezond om je programmering al eens door elkaar te gooien. Ik ben blij dat mij de ochtend van 10 tot 12 toegewezen werd : het enige blok waarin het woord nog centraal staat. Ik ben geen deejay pur sang. Ik wil mensen interviewen.

Het vranke en vrije, en het hoge tempo van Donna passen bij mijn persoonlijkheid. Aan de presenteerstijl mag een randje zitten. Als het van mijn muzieksmaak afhing, zou er meer Gorki en Monza op Donna mogen. Ik geloof niet dat onze luisteraars enkel BritneySpears willen.

Ik ben geen fan van de formattering. Bij mij thuis in de platenkast vind je zowel JoniMitchell als new beat-verzamelaars, met zware nummers als Sit on your Face.

Die radiojob geeft mijn leven wat structuur en daar heb ik toch wel een beetje behoefte aan.

Fans van Leonard Cohen hadden eerst hun twijfels toen ze hoorden dat ik zijn songs in het Nederlands had vertaald. Omdat de single Dans Me hen intrigeerde, kwamen sommigen toch naar m’n theatershow kijken. Na afloop van een concert zei één van hen :,, Jíj mag dat doen.” Hij hoopte dat een jonger publiek Cohen via mij zou ontdekken. Wat een compliment. Als ik zoiets hoor, groei ik op slag tien centimeter.

Ik trek me niet te veel aan van de hardnekkige vooroordelen die over mij bestaan. Toen ik de winnaar van de Koningin Elisabethwedstrijd vroeg of hij een feestje ging bouwen, kreeg ik daar felle kritiek op. Ik was eerder gecharmeerd dan gepikeerd door die tegenwind. Canvas had mij gevráágd om de sérieux te doorbreken. Toen ik de juryvoorzitter interviewde, apprecieerde die het net dat ik hem uit zijn ivoren toren haalde.

Het is niet omdat ik voor De Rode Loper werk, dat ik niet denk. Wat dat programma siert, is dat het items brengt over Sam Gooris én over Patti Smith. Omdat ik zelf geen glamourmadam ben, presenteer ik met een licht ironische toon.

Ik ben optimist noch pessimist. Ik heb een melancholisch kantje, dus moet ik uitkijken dat het me niet in een negatieve spiraal trekt.

Twintiger zijn vond ik te verwarrend. Een mens spendeert veel jaren aan het uitbreken. Ik kom uit een beschermd nest. Dertig worden, was een bevrijding.

Het was een shock om met de grote ego’s in aanraking te komen. Toen ik in de showbizz belandde, schermde ik me heel erg af. Ik ben nog altijd de stille observator. Op party’s voel ik me ongemakkelijk, mij vind je doorgaans aan de toog.

In de beginperiode was ik slecht omringd. Van mijn ouders hoefde ik geen steun te verwachten. Zij gingen niet akkoord met mijn keuze om mijn studie op te geven. Ik verliet met ruzie het ouderlijke huis. Ik prijs me gelukkig dat ik intussen op een volwassen basis met mijn ouders kan omgaan. En toch : mocht ik opnieuw beginnen, wellicht zou ik wéér op m’n negentiende een platencontract tekenen. Je moet je verleden niet afvallen.

Ik was 21 toen ik besefte dat ik op vrouwen viel. Misschien sluimerde de homoseksualiteit al een tijdje in me, maar dan heb ik die signalen toch niet goed geïnterpreteerd. Pas achteraf ga je denken : die vriendschap met dat meisje op mijn zestiende was misschien toch méér. Ik ben een diesel : het duurt altijd een tijd voor ik iets door krijg.

Het idee om alles achter te laten, zoals Cohen deed, spreekt me wel aan, maar ik zou het niet kúnnen. Hij heeft een vreselijk ongelukkig liefdesleven achter de rug en dat is mij tot nu toe bespaard gebleven. Ik zie mezelf niet meteen zeggen : ” Marianne, ik trek me een jaar in een klooster terug.”

Ik ben voor de romantiek getrouwd. Als kind vond ik het huwelijk al schoon. Ik wilde er een statement van maken : “Ik zie Marianne heel graag.” Als je gehuwd bent, wordt je relatie ernstiger genomen. Bovendien brengt het rust in mijn chaotische hoofd.

Peter Van Dyck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content