Stef Bos zou z’n ogen niet kunnen missen – zijn nieuwe programma heet niet voor niets “Zien” – en hij gelooft met volle overtuiging in niets.

Waarom sta je op een podium?

Om mijn schreeuw te doen.

Welk boek heeft je recent geboeid?

Dubbelleven, de autobiografie van Gottfried Benn. Een dichter die tien dagen voor de nazi’s gezwicht is. Lang genoeg om gebrandmerkt te worden. Oppervlakkig gezien was die man fout, maar er zit een interessant verhaal achter.

Zijn er artiesten of groepen waar je alle cd’s van in huis hebt?

Van Paul Brady, James Taylor, Tom Waits, Billy Joel, Rachmaninov, Jacques Brel, Raymond van het Groenewoud, De Dijk, The Scene, Stephen Bishop. Mijn smaak gaat heel breed. Ik hou ook van de funk van Earth, Wind & Fire. Dát swingt pas.

Wat heb je altijd op zak wanneer je de deur uit stapt?

Mijn sleutels. Mijn creditcard. Een vulpen van Lamy. Ligt verschrikkelijk goed in de hand. Ik raak hem wél regelmatig kwijt, waardoor ik intussen vaste klant ben geworden bij een Antwerpse boekhandel. Bijna elke maand moet ik er een nieuwe kopen.

Waar ben je trots op?

Dat ik de dans ontsprongen ben en mijn vrijheid heb kunnen behouden. Dat ik na 38 jaar nog nergens in gevangen zit. Ik kan van mijn muziek leven. Ik moét nooit iets, zoals de meeste mensen. Wat ik doe, wil ik ook.

Met wat kunnen mensen je een plezier doen?

Me accepteren zoals ik ben. Me ruimte geven. Soms ook me met rust laten.

Hoe ontspan je je het best?

Door een boek te lezen, te wandelen, een sauna te nemen. Maar het kan ook door me in te spannen. Optreden bijvoorbeeld maakt me helemaal leeg.

Geloof je in iets?

Ik geloof met volle overtuiging in niets. Dat is geen nihilisme. Ik geloof in de chaos, want daaruit kan pas iets ontstaan.

Wat doet je koken van woede?

Kortzichtigheid. Mensen die zichzelf nooit in twijfel trekken maar wel anderen de grond inboren. Ik kan absoluut niet tegen machtsmisbruik.

Zijn er materiële dingen waaraan je gehecht bent?

Het bureau met bijbehorend kastje dat ik van mijn grootvader heb geërfd. Die stonden vroeger in zijn studiekamer. Hoewel ik weinig contact met mijn opa heb gehad, voel ik hoe langer hoe meer verwantschap met hem. Op z’n 75ste leerde hij nog Russisch en op het einde van zijn leven schreef hij een bijbelboek.

Heb je bepaalde rituelen?

Als ik aan nieuwe nummers werk, volg ik een zeker ritueel. Dan sta ik op, ga ik de stad in, doe ik boodschappen, maak ik het eten klaar en rond vijf uur begin ik wat er die dag door mijn hoofd is gegaan op te schrijven. Tegen tien uur zit ik op volle snelheid.

Welke steden hebben je hart gestolen?

Met Parijs, Berlijn en Antwerpen heb ik iets aparts. Daar heb ik het thuisgevoel.

Wat breng je mee van je reizen?

Doorgaans muziekinstrumenten. Niet uit verzamelwoede. Ik neem enkel mee wat een klank heeft die me iets doet. Of boeken.

Wat maakt een vrouw mooi?

De uitstraling. Maar als ik geen vriendschappelijke band kan hebben met een vrouw interesseert ze me al niet meer.

Ben je verstrooid?

Zeker in drukke periodes. Ik heb onlangs nog mijn sleutel op de voordeur laten zitten. Afspraken vergeet ik niet snel, maar ik heb wel een selectief geheugen.

Waar heb je al het lekkerst gegeten?

In een Indiaas restaurant in Groningen. Als we daar spelen, vertrekken we speciaal vroeger om er goed te kunnen tafelen. Het Japans restaurant op de A12 is ook heel lekker. Absoluut verrukkelijk was de boboti die ik in Zuid-Afrika heb gegeten. Een soort lasagna met gehakt, op basis van curry’s uit de creoolse keuken.

Peter Van Dyck / Foto’s Guy Kokken

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content