Wedstrijdvaarder Wim Verstraeten gruwt van papierwerk, noemt eten een sensuele ervaring en ziet zijn ballon als een venster op de wereld.

Wie zorgt ervoor dat jij niet gaat zweven?

Elke donderdag krijg ik mijn bankuittreksels in de bus. Dan sta ik meteen weer met twee voeten op de grond. Een uitstekende manier om te relativeren.

Hoe kijk je naar de wereld?

Via de medevaarders in mijn ballon! Vandaag zijn dat mensen uit een bedrijf, morgen een vakbondsmilitant, overmorgen iemand die zijn spaarcentjes bijeenschraapte om eens mee te vliegen. En dan den après-ballon, de na-babbel, dat is mijn universiteit.

Hoe belangrijk is de computer?

Onmisbaar. De informatie die wij via het internet krijgen is vitaal. Alleen al voor de weerkaarten. Wij krijgen onze weersinformatie bijvoorbeeld uit het Pentagon. Veel sneller en beter dan hier, ook als het gaat om een vlucht boven Antwerpen.

Wat is er volgens jou te duur?

Zonder meer de fiscaliteit. De pijngrens is ver overschreden.

Lees je graag?

Heel graag, vooral tijdschriften, met een uitgesproken voorliefde voor National Geographic. En motortijdschriften; ik ben een echte motorfanaat.

Eet je graag?

Eten is voor mij iets sensueels, bijna seksueel. Ik hou het meest van de Japanse en Italiaanse keuken. Ik kan kilometers rijden om een lekkere carpaccio te eten. Zalig. Dat is overigens het enige vlees dat ik eet. Voor de rest eet ik altijd vis.

Wat geeft jou een kick?

Ik noem dat de flash: enkele keren per jaar vlieg je over een prachtig, rustig landschap en dan ervaar je gedurende een vijftal seconden de onnoemelijke schoonheid van het landschap onder je. Dat zijn de momenten waarvoor je het doet.

Ben je goed in administratie?

Absoluut niet. Paperassen zijn voor mij een verschrikking. Ik heb mensen nodig die dat voor mij in orde brengen.

Ben je bijgelovig?

Ik ben niet bijgelovig, maar ik ontken toch ook het bestaan van ‘het bovennatuurlijke’ niet. Zo werden onze ingewikkelde vluchten voorbereid door ingenieurs én door een pendelaarster.

Zing je in de auto?

Nee, maar ik bereid wel gesprekken voor. Luidop en gesticulerend.

Bewaar je in je bureau jeugdherinneringen?

Dit fototoestelletje. Gekocht toen ik twaalf was. Ik had er toen hard voor gespaard.

Vergeet je wel eens iets?

Vaak, ik ben heel verstrooid. Dat kost me regelmatig een dineetje. Het gebeurt dat we opstijgen met de ballon en dat ik dan pas constateer dat ik de sleutels van de volgwagen nog op zak heb. Dat betekent: dalen én een etentje voor de volgers.

Hoe houd je je lichaam in conditie?

Ik loop en zwem veel; thuis doe ik wat gym. Ik heb een tweeling en die doen die oefeningen samen met mij. Om je kapot te lachen.

Van wie kreeg je voor het laatst goeie raad?

Van Eddy Merckx, na onze mislukte wereldreis: “Je zal moeten leren verliezen.”

Hou je van muziek ?

Ja, van de meest extreme genres, van new wave tot zwaar klassiek.

Krijg je graag cadeaus?

Wat ik krijg is niet zo belangrijk. Een geschenk is voor mij eerder symbolisch: ze zijn me niet vergeten.

Word je makkelijk boos?

Alleen als iemand mijn vertrouwen beschaamt. Dan verbreek ik onverbiddelijk elk contact.

Gie Cortens / Foto’s: Catherine Lambermont

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content