De Nederlandse Kelly Molenaar (9)”, zegt de nieuwslezer, “krijgt van de rechter een schadevergoeding omdat ze geboren is.” Daar kijk ik even van op, ondanks het eelt dat het kanongebulder de laatste weken op mijn trommelvliezen heeft doen ontstaan. “Het meisje is zwaar gehandicapt”, legt de radiostem uit. “Ze ziet en hoort niet goed, heeft astma en is al geopereerd aan haar hart. Ze kan niet lopen of praten en herkent nauwelijks mensen.”

Als het aan haar ouders had gelegen, was Kelly er nooit geweest. Dat ze toch is geboren, ligt aan een beoordelingsfout van de verloskundige van het Leids Universitair Medisch Centrum. Die vond de vruchtwaterpunctie niet nodig waar de ouders om hadden verzocht. Zijn schuld dus, vindt de rechter, dat dit meisje nu in zo’n deplorabele toestand door het leven moet waden. Wrongful life claim heet dat juridisch : iemand anders de schuld geven van jouw onrechtvaardige bestaan. Het smartengeld kan in de miljoenen euro’s lopen.

Schadevergoeding krijgen omdat je niet geaborteerd bent : zelfs de jurist in mij vindt dat een bevreemdende gedachte. Niet dat je mij zal horen wauwelen dat het leven altijd en voor iedereen een prachtig geschenk is. Daarvoor heb ik – van ver of nabij – te veel kommer en kwel en ramp en tegenspoed gezien. Maar schadevergoeding voor de pijn van het zijn ? Je weet niet waar het eindigt. Zouden die creperende en verminkte mensen in Irak zo blij zijn dat ze destijds het levenslicht hebben gezien ? Of neem, dichter bij huis, die hallucinante tien procent jongeren die zichzelf pijnigen omdat ze, ik citeer de woorden van een haastig bijgeroepen prof, “vreselijke gedachten willen stoppen, dood willen, zichzelf willen straffen of anderszins wanhopig zijn”. En dan vergeet ik nog wie erfelijk belast is met aandoeningen variërend van hartkwalen over taaislijmziekte tot een gedrochtelijke neus die je in de weg zit bij de paringsdans. Redenen te over, toch, om op zijn minst je ouders te dagvaarden voor een wrongful life waar je zelf nooit om hebt gevraagd.

Het is een akelige gedachte waar ik kippenvel van krijg. “Verschijnsel waarbij door contractie van kleine spiertjes pukkels op de huid ontstaan, waardoor die gaat gelijken op de huid van een geplukte kip”, zegt Van Dale daarover. “(Tengevolge van kou of schrik)”, staat er tussen haakjes bij te lezen. Gelukkig ken ik nog een derde soort kippenvel, waarover het woordenboek met geen woord rept. Ik bedoel het huiveren dat uitgelokt wordt door het beluisteren van aangrijpende muziek of het lezen van sublieme passages in een boek. Uitgerekend in deze tijden van oorlog schonk het lot mij, als tegengif voor de gruwel, flink wat van dat soort rillingen rond de ruggengraat. Als ik daaraan denk, voel ik kamervullend medelijden met die arme Kelly. Te blind om een schaap te kunnen zien. Niet bij machte om De Passievrucht te vatten, de heerlijke debuutroman van Karel Glastra van Loon die mij zo aangreep dat ik ’s nachts opstond om er verder in te lezen. Te doof om ontroerd te worden door Ne me quitte pas van Jacques Brel. Kippenvel van kou en schrik moeten ondergaan zonder ooit dat van esthetische ontroering te kunnen voelen : de gedachte alleen al lijkt me ondraaglijk.

Maar even verschrikkelijk vind ik de tendens naar perfectionering van het nageslacht. Ik moet dan aan Marcella denken, mijn groottante met het syndroom van Down. Mijn overgrootouders accepteerden hun mongooltje noodgedwongen, want in de jaren dertig bestonden tests en puncties nog niet. Marcella groeide op, ging later bij een van haar zussen wonen en zorgde er mee voor de kinderen. Ik mocht ze wel, die “rare” tante die amper sprak maar “lachte als een paptaart”, zoals dat in onze streken heet. Ze leek gelukkiger dan de meest perfecten van ons en werd uiteindelijk nog 68. Dat is stokoud voor een mongooltje.

Het is natuurlijk een zegen van de moderne wetenschap dat ze afwijkingen al in een vroeg stadium kan opsporen. Mocht ik een vrouw zijn, dan baarde ik ook liever geen gehandicapt kind. Maar als rechter een schadevergoeding toekennen omdat er toevallig toch eens eentje door de mazen van het net glipt, is nog iets heel anders. Daarmee zeg je alle mensen met een (zware) handicap dat ze eigenlijk beter niet hadden bestaan. Vermits je in de geneeskunde nooit honderd procent zekerheid hebt, zullen artsen uit schrik voor smartengeld geneigd zijn het kind bij de minste verdenking maar meteen met het badwater weg te gooien. Wie niet perfect is, wordt zonder pardon gediskwalificeerd.

“In België loopt een gelijkaardig proces”, meldt het radionieuws nog in de marge van de Nederlandse wrongful life claim. Benieuwd hoe onze rechters daarover gaan oordelen. De Franse wetgeving is, na zwaar protest van gynaecologen, inmiddels aangepast. Niemand kan in Frankrijk nog schadevergoeding eisen louter vanwege het feit dat hij of zij geboren is. Zonder het leven een pretpark te vinden, hoop ik dat het bij ons dezelfde richting uitgaat.

Jean-Paul Mulders

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content