Weekend Knack komt tot inkeer : een zomer lang bezinnen we ons elke week over een van de Grote Gevoelens. Dit keer over de kracht van woede.

Je kookt ervan. Ziedt of schuimbekt ervan. Het verblindt je. Doet je wit zien. Of paars. Je gaat ervan door het dak. Of door het lint. Jawel, het ruigste onder de Grote Gevoelens doet wat met een mens. Van vernietigend tot verheffend.

De intensiteit ervan deed me huilen van ontroering, al was dat niet de bedoeling. Hoe dan ook maakte de haka een ontzettend diepe indruk, de traditionele oorlogsdans van de Maori’s, die ik enkele jaren geleden in Nieuw-Zeeland gedemonstreerd kreeg : opengesperde ogen en tollende oogbollen, kronkelende tongen, borstklopperij en dreigend ritmisch gegrom door kloek mansgeweld met getatoeëerde gezichten. Eeuwenoud is die dans, waarin de Maorikrijgers hun woede duidelijk maken via een ietwat vreemde maar niet mis te verstane overacting om de tegenstander angst in te boezemen. Huilen mag, maar dan alleen van schrik. Een bijna mystieke vorm van woede, zoiets was het.

Woede is in zekere zin de tegenpool van angst. Of hoort dat toch te zijn. Woede doet vechten, angst doet vluchten. En dus, zo wordt verteld, verzamelt het bloed zich bij angst in de benen, zodat je heel hard kunt weglopen. Ben je woedend, dan stroomt het bloed naar de vuisten : klaar om toe te slaan. Volgens de kleurenlogica is iemand die wit ziet van woede dus gevaarlijker dan wie er rood van aanloopt. Het bloed zit dan namelijk strijdvaardig klaar in de spieren.

Woede lijkt een opvallend aanwezige emotie. Moeilijk weg te slikken, moeilijk te camoufleren. En met een meer dan popelende aandrang tot actie. “Woede borrelt op wanneer iets of iemand de voor u wenselijke situatie in de weg staat”, zegt professor Peter Kuppens, psycholoog aan de Leuvense universiteit. Hij schreef een doctoraat over woede. “Woede is dan eigenlijk de gewaarwording van de energie die zich in je lichaam mobiliseert om die hindernis uit de weg te ruimen. Als je het zo bekijkt, is woede in de eerste plaats functioneel. Maar dat is eigen aan de meeste gevoelens : ze motiveren je. Voel je je schuldig, dan heb je de neiging om je te ver ontschuldigen. Voel je angst, dan wil je vluchten. Woede zet aan tot een krachtige fysieke reactie, tot agressie. Tegelijk geldt het als een conflictvermijdend signaal : ‘maak dat je wegkomt, of anders…’ ”

Als woede oproept tot actie, is het dan ook maar natuurlijk om die woede te uiten ? Is ventileren, op welke manier ook, de gezondste reactie ? “Als je de intensiteit van de woede wilt verminderen, dan is ventileren niet aangeraden. Uit onderzoek is gebleken dat zoiets de woede zeker niet doet afnemen en zelfs kan versterken. Een voorbeeld : een collega heeft je net bijzonder kwaad gemaakt en je begint erover te praten met een andere collega. Dikwijls gaat zo iemand mee in je redenering. En dat maakt je alleen maar kwader, want je wordt gesterkt in je woede.” Slaan op een boksbal en intussen je tegenstander luidkeels vervloeken ? Dat levert vermakelijke realitytelevisie op, maar haalt, zo blijkt, niets uit. Behalve een grotere woede en een dieper gekrenkt gevoel.

‘Hydraulische’ woede

Vreemd, want het cliché roept al heel lang en luidkeels iets anders. Dat blijkt alleen al uit de woordenschat : woede opkroppen tegenover (woede)stoom aflaten. “Er leeft bij velen inderdaad het hardnekkige idee dat het gevaarlijk is je woede te onderdrukken”, knikt sportpsycholoog Bert De Cuyper, die in zijn boek Zweep of achillespees – over emoties bij competitiesporters, een hoofdstuk wijdt aan de woede. “Dat idee wortelt in een eeuwenoude en achterhaalde ‘hydraulische’ emotieleer die beweert dat ‘stoom afblazen’ te verkiezen is boven een geblokkeerde emotie die elders een schadelijkere ontladingsweg zoekt. Uit recent wetenschappelijk onderzoek bleek nochtans nog eens duidelijk dat dit niet klopt. Het idee dat de uitdrukking van woede een lichamelijke ontlading oplevert en je sneller doet terugkeren naar een normaal functioneren, kon op geen enkele manier bewezen worden.”

Hoe je dan wel je woede sust ? “Jezelf even afleiden, is alvast een goed begin”, meent Kuppens. “Om daarna, grotendeels afgekoeld, de botsing uit een ander perspectief dan het jouwe te proberen te bekijken. De situatie herkaderen en zo objectief mogelijk analyseren. Niet makkelijk, uiteraard niet, maar wel een doeltreffende manier.” Stoïcijns kalm blijven dus. Niet voor niets doceerde opperstoïcijn Seneca ooit dat ‘uitstel het beste geneesmiddel is voor woede’. Theoretisch een bijzonder strak plan, maar zoals wel vaker hinkt de praktijk ver achterop.

Bovendien heeft niet iedereen zin om de woede zo snel mogelijk te temperen. Temeer omdat de energie die dankzij de woede opborrelt wel eens van pas kan komen. Maatschappelijk bijvoorbeeld : betogingen met gebalde vuisten wortelen zo goed als altijd in woede of verontwaardiging en leiden meer dan eens tot noodzakelijke bijsturingen. Maar zeker in de sportwereld is de verheffende werking van woede bekend. Al was het maar omdat woede de tegenstander kan intimideren, de tennissende driftkikker John McEnroe heeft het meer dan eens bewezen. “Woede is echt een tweesnijdend zwaard in de sport”, zegt De Cuyper. “Enerzijds is het een gevaarlijke emotie : anger is just one letter apart from danger. Kijk naar de voetballer die woedend de scheidsrechter begint uit te schelden uit protest tegen een gele kaart, en van het veld gestuurd wordt.” Woede kan ook verzuren tot frustratie en irritatie en dat komt de sportprestatie ook allesbehalve ten goede. Dat heeft tennisser Xavier Malisse dan weer treffend gedemonstreerd. “Maar anderzijds kan woede ook productief zijn. Kijk naar Kim Gevaert. Nadat ze een EK-medaille op de 100 meter had gelopen, verklaarde ze aan de pers dat ze zo woedend was over de janboel voor de start – uitstel van de race wegens een klacht – dat ze in een ‘colère’ was ontploft. ‘Mijn snelheid was een ontlading’, dat heeft ze letterlijk gezegd. Of kijk naar gewezen judocoach Jean-Marie Dedecker. Die maakte er geen geheim van dat hij zijn atleten altijd ‘woest’ maakte net voor de wedstrijd.”

Antikunst

De woede-energie kan ook op een andere dan puur fysieke manier een uitweg vinden. Creatief bijvoorbeeld. Alleen al de schat aan protestsongs die ze heeft opgeleverd. Had Jimmy Hendrix niet gewalgd van Amerika’s blinde en koppige geblunder in de Vietnamoorlog, dan had hij zijn snaren nooit zo’n snerende en onsterfelijke pastiche kunnen laten zingen van Stars and Stripes. Voor anderen was protest zelfs het fundament van hun carrière : woede over maatschappelijk onrecht was bijvoorbeeld de motor van Joan Baez’ creativiteit en dé inspiratie van Bob Dylan. Minder melodieus en ingetogen was de manier waarop de punk een decennium later zijn anarchistische woede door de microfoon raspte. Minder fraai ook de grimassen en stuiptrekkingen waarmee punklegendes, zoals Sex Pistolsfrontman Johnny Rotten, dat deden maar waardoor een mens wel niet had dúrven aan hun oprechtheid te twijfelen. Woede ook in de grunge, metal en hardcore in de jaren negentig. Grootse kwaadheid bijvoorbeeld tegen maatschappelijk onrecht bij een band als Rage Against The Machine die een hele generatie jongelingen Fuck you, I won’t do you what you tellme tegen ‘het systeem’ liet scanderen en bezwoer dat hun rage relentless was, meedogenloos dus. Ook in andere kunstuitingen zwengelde woede al een en ander aan : van dadaïstische antikunst tot dichtende angry young men. “In een creatieve mens moet wat colère zitten, een beetje onvrede en rebellie”, zei muzikant en beeldhouwer Willem Vermandere ooit. “Dat is de woede, het heilige vuur. Dat is de essentie van creativiteit : geen vrede nemen met de wereld zoals die is, heftiger leven, je niet laten wegzakken.”

Mooi is dat. Maar helaas niet de regel. Woede verblindt ook. En de kolkende energie leidt even vaak tot explosieve agressieve reacties. Is woede gevaarlijk ? “Dat kan, uiteraard. Woede kan verblinden, de gedachtegang vernauwen waardoor je risico’s onderschat, en kan dus in overtrokken daden uitmonden”, zegt Kuppens. “Woede kan leiden tot affectieve agressie : een passionele moord is daar een goed voorbeeld van. Anders dan de affectieve agressie is de zogeheten instrumentele agressie, een goed vooraf beredeneerde en geplande moord bijvoorbeeld : daarmee heeft de emotie woede veel minder te maken.” Want woede is en blijft nu eenmaal een emotie : ze welt op, brengt je van je stuk, maar ebt weer weg. Tegenover de emoties stelt een filosoof als Kant de ‘hartstochten’. Hartstochten zijn ‘blijvend’ en kunnen zich nestelen in de hele houding van de persoon. Zijn conclusie : woede is een gevoel, maar woede die aanhoudt, wordt een hartstocht, namelijk haat. “Haat kun je inderdaad omschrijven als een soort chronische woede”, knikt Kuppens. “Maar het idee dat haat ontstaat omdat je je woede niet hebt geuit, klopt niet. Nog eens : uiting geven aan je woede heeft geen enkel catharsiseffect.”

Verkeersagressie

Wat het wél oplevert : status. Boosheid en macht zouden hand in hand gaan. Uit een onderzoek van de Nederlandse sociaal psycholoog Gerben van der Kleef bleek dat wie aan de onderhandelingstafel boos met de vuist op tafel slaat, door de anderen als machtiger ervaren wordt. En ook meer macht krijgt : zijn of haar eisen worden meestal zonder al te veel tegenwind ingewilligd. Hetzelfde onderzoek ondergroef het idee dat vooral personen met weinig zelfvertrouwen vaak en makkelijk in woede uitbarsten. Zij zouden zich net heel zelden kwaad maken, maar zich integendeel bang of teleurgesteld voelen bij hindernissen. Om je boos te maken, en zeker in groep, heb je net zelfvertrouwen nodig, volgens Van der Kleef. Want je maakt jezelf niet sympathiek. Er is lef voor nodig.

Misschien daarom dat we in het verkeer massaal – zes op de tien Vlaamse automobilisten – al eens makkelijk de middelvinger naar de auto naast ons durven op te steken. Omdat we ons veilig weggeborgen voelen in ons metalen hok en de confrontatie niet met open vizier hoeven aan te gaan. “De schuld ligt bij het voorwerp auto”, verklaarde verkeerspsycholoog Ludo Kluppels ooit. “In een auto heb je dat ‘onder mensen’-gevoel niet, en dus ook niet het gevoel dat je je moet gedragen. Je mag er doen wat je wilt. Kijk maar naar de vele neuspeuteraars achter het stuur.” De ideale schietschijf dus, die strook E40 tussen werk en thuis. Met de frustratie van de dag als munitie en, als het even kan, een hoogpotige 4×4 als dekking.

Zegen of gesel, de woede ? Allebei, dat is duidelijk. Hoe dan ook een emotie om sluiks in het oog te houden. “De aanleiding van woede is vaak veel minder erg dan de gevolgen”, waarschuwde de Romeinse keizer Marcus Aurelius ooit. Iets om aan te denken wanneer we die volgende Franse colère voelen oprukken.

Guinevere Claeys / Illustratie Liesje Mentens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content