Ze verzamelen sinds hun huwelijk hedendaagse kunst. Hij staat ’s nachts op om te praten met zijn aanwinsten en zij noemt de kunstwerken haar kindjes. Straks bewonderen ze hun eigen verzameling voor het eerst op een tentoonstelling in Museum Dhondt-Dhaenens in Deurne.

Wilfried : “Ik heb altijd verzameld, ook als kind. Ik kan trouwens geen bijzondere postzegel weggooien. Ook de uitnodigingen van tentoonstellingen houden we bij. Toch begint dat verzamelen spontaan. Het is niet zo dat je op een dag opstaat en tegen jezelf zegt : nu begin ik een kunstcollectie. Voor mij is verzamelen een mentale en culturele noodzaak. Naast je beroep met cultuur bezig zijn. Mijn beroep was accountant voor een groot bedrijf.”

Yannicke : “Bij onze verloving wisselden we al muziekplaten aan elkaar uit en gingen naar tentoonstellingen. Die culturele band zat er al in. We verschillen ook maar drie dagen in leeftijd, misschien zorgt ook dat voor die extra verbondenheid.”

Wilfried : “Terwijl andere mensen naar popconcerten gingen, trokken we naar tentoonstellingen. Dat was in de jaren zestig. In ’68 zijn we getrouwd en in ’72 kochten we ons eerste werk. We hadden bij ons huwelijk al een kunstwerkje cadeau gekregen, dat was een aanzet. In ’72 kochten we iets van Pierre Caille en bezochten hem ook in zijn atelier. In ’74 verwierven we iets van Alan Green. We hebben toen snel onze regio vergroot en reisden tot in Keulen, DĆ¼sseldorf en zelfs naar Wenen.”

Yannicke : “Onze huwelijksreis naar Praag was geen vanzelfsprekende keuze, want in ’68 ging iedereen naar Ibiza. We bleven drie weken in Praag, midden in een turbulente atmosfeer en bezochten alle musea.”

Wilfried : “Mijn collega’s begrepen niets van dat verzamelen. Boekhouders worden geassocieerd met aandelen, niet met kunst. Maar voor ons gaat het om veel meer dan bezit. We willen op deze manier participeren aan de tijd waarin we leven. Ik wil niet achteraf beseffen wat me allemaal ontgaan is. Ik wil daar iets van meepikken door contacten met kunstenaars, mensen die vandaag actief zijn. Ik wil later kunnen zeggen dat ik geleefd heb en mijn geestelijke grenzen heb verlegd.”

Yannicke : “Ik gaf les, onder meer in modegeschiedenis en vond via al die culturele contacten een meerwaarde. Zelfs een amoureuze meerwaarde, want het verzamelen van kunst versterkt onze band. We voelen de dingen samen aan. Dat voel je zeker als je terugkomt van een tentoonstelling en van alles bespreekt.”

Wilfried : “Denk nu niet dat we altijd dezelfde mening hebben. Meestal gaan we als volgt te werk. We lopen beide rond en vragen elkaar nadien wat we het meest boeiend vonden. Dat is niet zelden hetzelfde.”

Yannicke : “We kopen graag met ons buikgevoel, zonder daarover een theorie te hebben. We denken er ook niet over na of al die werken bij elkaar passen. Soms hebben we wel eens een meningsverschil. Ik durf soms een beetje ‘hoog’ kiezen en dan zegt Wilfried altijd : let op, het moet ook betaald worden, hĆ©. Je kunt natuurlijk niet altijd het duurste kopen. We hebben de hele collectie trouwens nog nooit uitgestald gezien, want ze is te groot. Het zal in het Museum Dhondt-Dhaenens voor het eerst zijn dat we zoveel zullen zien.”

Wilfried : “We wonen maar in een gewoon huis en hebben dus plaatsgebrek. Dat is ook een logistiek probleem, we moeten zes werken verplaatsen om er Ć©Ć©n uit te halen. Voor de installaties hebben we een oplossing gevonden, want we lenen werken uit aan het Van Abbemuseum in Eindhoven.”

Yannicke : “We kopen vooral werk van jonge kunstenaars, sommige studeren nog. Dat is ook een budgettaire keuze.”

Wilfried : “Je kunt natuurlijk direct beginnen met Richter of Hirst, maar dat is minder spannend en vergt een ander budget.”

Yannicke : “Het zoeken van nieuw talent is boeiend. Ik denk trouwens dat Wilfried de ontdekker is van ons tweeĆ«n. En als we dan iets nieuws hebben ontdekt, dan zijn we zo gelukkig als kleine kinderen. Ook al kunnen we het niet altijd direct meenemen, want het duurt soms maanden voor een stuk thuis arriveert.”

Wilfried : “Soms kopen we ook grote werken. Als je verzamelt, kun je je niet laten beperken door de afmetingen van je eigen muren. Zo zijn we ook installaties gaan verzamelen, die heel groot kunnen zijn. Ooit stond er hier eentje maandenlang onder een zeildoek op de oprit van onze garage.”

Yannicke : “Ik vind dat geen probleem. Het ergert me niet zolang er maar niets voor de kasten staat. Want dan kan ik er niet meer in. En dan zegt mijn man ‘die kasten heb je toch voor niets nodig’. Als er pas een werk aankomt, laten we het een tijdje in de woonkamer staan. EĆ©n of twee weken, dat stoort me niet.”

Wilfried : “Voor mij heeft de leefomgeving niet zo’n belang. Ik zou in een opslagplaats vol kunst kunnen leven. Naast onze eettafel ligt er bijvoorbeeld al 25 jaar een werk van Lili Dujourie op de vloer. Daarvoor hebben we onze eettafel moeten opschuiven. En we hebben drie kinderen en kleinkinderen. Soms is het wat krap als iedereen er is, maar het lukt wel.”

Yannicke : “We zijn nooit bang dat er iets stuk gaat. Toen de kinderen nog klein waren, nam Wilfried hen op de arm en deed er een toer mee, een rondleiding. Dan vertelde hij wat het allemaal voorstelt en dan luisteren de kinderen heel geboeid. Ze weten dus dat dit de wereld is van ma en pa. Onze aparte wereld.”

Yannicke : “Verzamelen is een andere wereld ontdekken. We reizen ook erg veel. Morgen vertrekken we naar Wenen en daarna naar Athene. Zo ontmoeten we veel kunstenaars, verzamelaars en galeriehouders. Met al die mensen deel je dezelfde interesses, dat geeft ons een familiegevoel.”

Wilfried : “We kennen ook bijna alle kunstenaars die we verzamelen persoonlijk. Thomas SchĆ¼tte heeft bijvoorbeeld de geboortekaart gemaakt voor onze kleindochter. Met hem hebben we een heel nauwe vriendschapsband. Maar ook dat is niet het enige. Door die kunstwerken te bezitten ga je er ook wat deel van uitmaken. Door ertussen te leven dring je er dieper tot door. Als ik pas wat in huis heb gehaald, dan staat het in de woonkamer en voer ik er een conversatie mee.”

Yannicke : “Wilfried komt soms ’s nachts uit zijn bed om ertegen te praten.”

Wilfried : “Op die manier zoek ik die diepere betekenis. Ik denk ook dat een kunstwerk voor mij nooit opgelost wordt. Want zodra je alles begrijpt, is het mysterie weg.”

Yannicke : “Kunst verzamelen heeft ook veel te maken met romantiek. We zijn ook niet bang voor dat woord ‘romantisch’. De kunst houdt ons samen, doet ons samensmelten. We hebben ook niet altijd woorden nodig om iets te verstaan. Soms zitten we gewoon naast elkaar zonder iets te zeggen.”

Wilfried : “En daarna kan er een hele discussie worden opgezet.”

Wilfried : “Ooit zullen we wel stoppen met kopen. We kopen nu al minder, sinds we op pensioen zijn. We hebben minder te besteden, maar de passie is er nog altijd.”

Yannicke : “Ik rem Wilfried nooit af in zijn kooplust, zoals sommige vrouwen misschien wel zouden doen. Ik beperk wel persoonlijke aankopen, zoals kleding. Ik hoef niet elk seizoen iets nieuws. Op kleren hebben we altijd bespaard, niet op eten.”

Wilfried : “We hebben comfort in huis, we hebben alles. Maar dat soort dingen, zoals een auto, kwam altijd op de tweede plaats. We zijn daar niet zo aan gehecht.”

“When the mood strikes”, tentoonstelling van de collectie van Wilfried en Yannicke Cooreman in Museum Dhondt-Dhaenens, Museumlaan 14 te 9831 Deurle. Van 21 juni tot 13 september. www.museumdd.be

Door Piet Swimberghe Foto’s Saskia Vanderstichele

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content