Herwig Van Hove

Eenvoudige wijnen die geen pijn doen in de portemonnee. Daar willen we het over hebben in deze rubriek. Château Simple, wijn voor beginners, die ook de kenners wel bevalt. Deze week: Toscane 1997.

Het jaar 1997 is het beste wat ooit in Toscane en Piemont, de belangrijkste wijngebieden van Noord-Italië, is tot stand gekomen. De sangiovese-wijnen – met Chianti, Brunello en Montepulciano op kop – schitteren door structuur van overvloedige en vooral rijpe tannines, door diepe onderbouw van volmaakt rijpe druiven en door bij dit bittergeweld passende concentraties van fruit. De wijnen zijn donkergekleurd, vlezig van smaak, met grote lengte waarin tannines en fruit samenblijven en mekaar volledig toedekken. Door de diepe onderbouw van rijpheid zijn ze daarenboven in staat om met de jaren een zekere finesse te ontwikkelen, maar ze zijn zeker ook nu al te genieten. Kortom, 1997 is in Toscane een wonderjaar.

Ook het jaar 1998 is in Italië en meer bepaald in Toscane van het allerbeste en daarom moet men zich met de 1997 niet te veel aan verticale voorwaartse menging verwachten. Voorwaartse menging is deze waarbij het volgende millesime met 5 tot 10 % van de lopende jaargang wordt “verbeterd”. Men noemt dit mengen verticaal omdat het binnen hetzelfde domein blijft. Het wonderjaar 1997 zou dus intact in de flessen moeten komen, enkel te jonge wijnstokken of verkeerde oenologische praktijken, zoals te vroeg decuveren of te veel oud hout, kunnen de pret nog bederven. Horizontale menging (dat wil zeggen: verschillende domeinen of verschillende appellations door elkaar), de echte fraude dus, sluiten we maar even uit.

In alle andere gevallen kan men nu proeven dat sangiovese, de druif van Chianti en van alle wijnen in Toscane, een grote wijndruif is, noble zou men in het Frans zeggen. Goed rijp geoogst heeft ze geen bijmengingen van andere druivensoorten nodig, ook canaiolo voor de kleur of cabernet voor de neus kunnen gemist worden. De historische cocktail van Barone Ricasoli waarbij zelfs witte trebbiano of malvasia mochten worden bijgemengd, dateert uit een periode waarin ruwe wijn werd gemaakt. De verzachtende malolactische gisting of het ontristen van de druiven waren toen nog niet gekend en er werd in open vaten vergist bij oplopende temperaturen. Ook kan men in dit goede jaar proeven dat jarenlange vatlagering om de tannines te verzachten als opgelegd principe helemaal geen zin heeft. In de meeste gevallen leidt dit overigens tot verschraling.

Matige oxidatie via gedeeltelijk nieuwe eiken vaten van enkele hectoliter inhoud en een erop volgende flessenveroudering van enkele jaren moeten leiden tot een uiterst aantrekkelijke rode wijn: een smaak van jong en oud tegelijk, met nog de rijpe fruitige frisheid van de jeugd en de belegen finesse-ontwikkeling van de flessenveroudering.

Alvorens te kijken wat we in onze supermarkten vinden, eerst nog iets over de I.G.T., de Indicazione Geografiche Tipiche. Deze aanduiding staat op de fles van Antinori de Santa Cristina en ook op de fles van Ruffino. Ze komt overeen met de Franse Vins de Pays. Voor Toscane zijn er een vijftal I.G.T.-regio’s, waaronder de algemene Toscana die op hoger vermelde flessen staat. Het ontstaan van de I.G.T. in Toscane is een rechtstreeks gevolg van de Garantita-status die de DOC Chianti Classico in 1984 heeft verworven. Met het invoeren van de DOCG werd het Chianti-Classicogebied teruggebracht tot 6000 hectaren. De rest werd eigenlijk tafelwijn, maar wel met de I.G.T. benaming.

Van de hier besproken wijnen zijn enkel de beide I.G.T.’s enigzins interessant, maar ze hebben niet de voluptueuze rijpheid van een groot jaar. De echte Chianti’s die we proefden, zijn een aanfluiting van het wijnprincipe in het algemeen en van het Garantita-principe in het bijzonder.

Santa Cristina, I.G.T. Toscana 1997.

Goede kleurconcentratie met een jonge nuance en een fijne maar toch indringende neus van sangiovese met goed oud hout en wat onderbouw. De smaak is modern en soepel met goede structuur en evenwicht. (Delhaize: 229 fr.)

Alauda, Rosso di Montalcino 1997, Ruffino.

Goede kleur met een zachte nuance van evolutie in rijpheid; ruim openplooiende neus met open onderbouw en kruidigheid. De smaak is zacht vlezig en open maar met een alcoholisch prikkelend wegvallend einde. (Delhaize: 284 fr.)

Chianti San Caio, D.O.C.G. 1998, Castellina in Chianti.

Iets te licht van kleur maar wel een gespannen statige neus met fruit en zelfs wat onderbouw. Strenge gestructureerde smaak die echter wat vlees en vulling mist. (GB: 139 fr.)

Fonte al Sole, I.G.T. Toscana 1997, Ruffino.

Goede kleur met een zachte evolutie van rijp, de neus is ruim en open met een ontwikkelde openplooiende onderbouw. Aangename soepele smaak met een zeker evenwicht. (Delhaize: 265 fr.)

Chianti Massacio, D.O.C.G. 1997.

Te lichte kleur en een zwakke transparante neus zonder diepte; traditionele bittersmaak met bloot schraal bitter op het einde. Geen spoor van charme. Waarvoor dient de “Garantita”? (Delhaize: 199 fr.)

Chianti Ghibello, D.O.C.G. 1997.

Erg lichte kleur van traditionele bijmengingen van witte druiven. Heel simpele puntige dunne houterige neus die wat ruimte put uit de cocktail van verschillende druivensoorten. Traditionele bitter-zuur smaak met geen enkele charme. (Colruyt: 165 fr.)

Volgende aflevering in Weekend Knack van 18 augustus: Corbières 1998.

HERWIG VAN HOVE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content