Eenvoudige wijnen die geen pijn doen in de portemonnee. Daar willen we het over hebben in deze rubriek. Château Simple (168), wijn voor beginners, die ook de kenners wel bevalt. Deze week : witte port.

Bij de grootschalige, door merken gedomineerde drankproductie – denk maar aan cognac, champagne en port – proberen de productiehuizen altijd de perceel- en jaargebonden kenmerken van de oogst weg te blenden, ten voordele van merkgebonden karakteristieken. Toch proberen ze ook om de marketingvoordelen van het appellation-systeem, zoals originaliteit, terroir en zuiverheid, mee in te pikken : champagne wordt gepresenteerd als een appellation terwijl haast alle praktijken die er de essentie van uitmaken, zoals bijsuikeren en mengen overheen de jaren en de percelen, in echte AOC’s als fraude worden gebrandmerkt. Op een gelijkaardige manier wordt ook met cognac en port uit twee ruiven gegeten.

In dergelijke mega-appellations wordt de historische perceelklassering, de grondslag van elk AOC-systeem, niet alleen niet gebruikt – wie heeft op cognacetiketten ooit vermeldingen als fins bois of bois ordinaires gelezen ? -, maar wordt ze zelfs systematisch doodgezwegen omdat ze de voorgewende merkexcellentie relativeert. Een treffend voorbeeld levert de portproductie in de Dourovallei : daar heerst misschien wel de meest strikte perceelklassering van de hele wereld en toch wordt er haast nooit over gecommuniceerd.

Na de wereldcrisis in de jaren dertig, waarbij reusachtige fraude en overproductie de prijzen van de portwijnen tot historische dieptepunten kelderden, werden de wijngaarden in de Douro op acht jaar tijd (1937-1945) gerangschikt in vijf verschillende klassen, met letters van A tot F, op basis van een puntentotaal (maximum 1680) waarvoor de kwaliteitsfactoren van druivensoort, bodem en klimaat ter plaatse werden onderzocht. Cadastrale brigades van acht man, aangevoerd door een landbouwingenieur, bezochten elke wijngaard en noteerden volgende elementen : de hoogte (gewicht in de uiteindelijke beoordeling : 20,6 %), het rendement (20,0 %), de bodem (13,7 %), de ligging (12,7 %), de zorg voor de wijncultuur (11,8 %), de druivensoorten (8,8 %), de helling van het perceel (3,9 %), de oriëntatie (2,5 %), de plantendichtheid (1,9 %), het rotskarakter van de bodem (1,6 %), de ouderdom van de wijnstokken (1,3 %) en ten slotte de afscherming van gure winterwinden (1,2 %).

Met meer dan 1200 punten belandt een wijngaard in klasse A, met iets tussen 400 en 200 punten spreken we van de laagste klasse : F.

Wat doet men nu met deze klassering ? Men zal ze niet op de etiketten aantreffen, maar vreemd genoeg wordt de jaarlijkse hoeveelheid port die gemaakt mag worden op de wijndomeinen ernaar berekend. Hoe hoger de klassering, hoe meer er van de wijnoogst omgezet mag worden tot portwijn. Zo mogen A-percelen 60 procent van hun wijnoogst omvormen tot port, de klasse-E-percelen maar 40 procent. De jaarlijkse hoeveelheid port die de Quinta’s produceren wordt zo, om zuiver economische redenen van prijsbeheersing, beperkt tot ongeveer de helft van wat mogelijk is : 500.000 hectoliter. De rest van de wijn werd vroeger gedistilleerd tot alcohol, die trouwens nodig is om port te maken, maar nu de alcoholmarkt vrij is – het landbouwerssyndicaat Casa de Douro mag overal alcohol kopen -, wordt er meer en meer gewoon rode wijn gemaakt.

In ‘normale’ AOC’s – denk maar Bordeaux – wordt buiten de eigenlijke appellation ook geschermd met klassering en domeinorigine (de châteaunaam). Welnu, in de portwereld wordt de domeinorigine (de Quinta) lager gepositioneerd dan de merkblend. In de mindere vintage-jaren brengen de grote merken hun wijn op de markt onder de naam van hun Quinta : Taylor’s in een minder vintage-jaar wordt dan Quinta de Vergellas. De grote merken zijn niet geïnteresseerd in originegebonden specificiteit, maar enkel in merkgetrouwe gemiddelde kwaliteit.

Nog even dit, specifiek voor de wijnen die we vandaag bespreken : ongeveer 13 procent van de totale portproductie is ‘wit’. In 2002 voerde België 220.000 kisten van 12 flessen (9 liter) witte port in, 345.000 kisten Ruby en 395.000 Tawny. Men kan er dus niet omheen.

Normaal is witte port wat minder alcoholriijk en van het drogere type : ongeveer 65 gram restsuiker per liter, in rode is het dubbele courant. De basisdruif voor witte port is malvasia, de kleur van alle drie is van het donker ambertype met een nuance van volrijp geel.

Porto Amuro White,

Smith Woodhouse

Neus met zware aroma’s van volrijp en een expressieve smaak met eenheid en zelfs wat lengte, doorweven met een frisse, zure structuur. (Colruyt : 4,09 euro).

White Port ‘Five Crowns’,

Silva Cosens

Neus met gelijkaardige zware componenten en een rijke, ronde smaak die een indruk geeft van wat muscat. (Carrefour : 4,09 euro).

White Port ‘Aguilar’,

Warre

Erg discrete, afgetopte neus met enkel zware componenten maar wel een rijke aromatische smaak met friszure punt van het aperitiefgenre. (Delhaize : 4,99 euro).

Besluit : witte port is getekend door ronde rijpheid en door een rijk smaakpalet dat op zijn plaats gehouden wordt door een friszure punt. De mariages zijn nog niet onderzocht, maar er valt zeker wat te verwachten van een combinatie met exotische zoetzuurgerechten met Madras-kerrie, en van taarten met witte chocolade.

Herwig van Hove I Foto’s Gerald Dauphin

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content