Eenvoudige wijnen die geen pijn doen in de portemonnee. Daar willen we het over hebben in deze rubriek. Château Simple (164), wijn voor beginners, die ook de kenners wel bevalt. Deze week : bourgogne (2).

De Bourgondische groothandel werkt helemaal anders dan die van Bordeaux. De grote Bordeauxse négociants handelen voor bijna 100 procent in wijnen die op het kasteel gebotteld worden. De handelaar is dus enkel verantwoordelijk voor een selectie naar prijs en kwaliteit van afgewerkte en gebottelde wijnen.

In Bourgogne liggen de kaarten anders : de groothandel koopt druiven aan om er zelf witte en rode wijnen van te maken, en koopt zelfs wit, geperst druivensap om het te laten vergisten tot witte wijn. Dezelfde groothandelaars zorgen er ook voor dat de wijn tot een bottelrijp stadium wordt begeleid door te lageren, te mengen en te filteren… en brengen hem uiteindelijk in flessen op de markt onder eigen naam en met de appellation op het etiket.

Deze sterk op het product ingrijpende groothandel is ontstaan op het eind van de 19de eeuw toen de fylloxeraplaag de meeste wijnboeren aan de rand van de afgrond had gebracht : ze hadden de mogelijkheden van kapitaal en kennis niet meer om zich als wijnmakers te installeren, laat staan als handelaars, en werden dan maar druivenverkopers. De meeste landbouwproducten worden trouwens zo verhandeld : groenteboeren verkopen geen soep en aardappelkwekers ziet men niet met frieten leuren.

Na een vlotte periode van ongeveer vijftig jaar – we zijn dan begin de jaren zeventig – komt er echter in de stilzwijgende overeenkomst tussen handel en druivenkwekers een pijnlijke barst : het geraakt bekend dat veel groothandelaars het met de regels van de appellation niet zo nauw nemen. Zo werden dikwijls veel verschillende cru’s uit hetzelfde vaatje getapt en werden massaal ‘vreemde’ wijnen aangevoerd en weer in hetzelfde vaatje bijgemengd. Destijds konden we zelf constateren hoe gedurende de oogstperiode het treinstation van Beaujeu afgeladen vol stond met tankwagens vol met ordinaire portwijn. Een cynische wijnboer die met mij het station ‘bezocht’ zei toen : “De port is veel beter zonder bourgogne…”

De groothandel, die tot dan toe 95 procent van alle wijn commercialiseerde, verloor alle krediet en er ontwikkelde zich een soort snobisme rond ‘wijn-rechtstreeks-van-het-domein’ : kleine wijnboertjes kopen enkele vaten om te lageren en laten ambulante bottelaars komen om vanaf het erf mises du domaine te fabriceren. Een blind geloof in de mise en bouteille à la propriété is dus zeker niet gewettigd omwille van de twijfelachtige vakkundigheid : zelf proeven blijft meer dan ooit de boodschap.

Maar ook de groothandel reageert. Grote handelshuizen worden door nieuwe kapitaalkrachtige groepen overgenomen en worden veel beter beheerd : Bouchard Père et Fils wordt ingepalmd door Joseph Henriot, Chanson door Bollinger, om er maar enkele te noemen. Er ontstaan nieuwe kleine groothandelaarshuizen zoals dat van de Amerikaan Alex Gambal en dat van de pasteibakker Dominique Laurent en ten slotte worden sommige vooruitziende wijnboeren zelf groothandelaar zoals Etienne Sauzet, Olivier Leflaive, Vincent Girardin en Jean-Marie enMarc Boillot. De négoce verhandelt opnieuw tot 60 procent van de totale productie. Het mag betekenisvol genoemd worden : onlangs werd er in een Frans vakblad ( Revue des Vins de France) voor de eerste maal een proeverij opgezet met bourgognewijnen uit de groothandel : we moeten nog niet juichen, maar 15 uit een groep van 50 haalden de eindstreep.

Bourgogne 2000, Château de Dracy, monopole Bichot.

Bourgogne is de ruimste appellation met ongeveer 0,5 miljoen hectoliter in 2001. In het glas komt een rode en verse maar ook kleine kleurconcentratie en een neus die wat pinot noir-présence krijgt na opschudden maar zonder onderbouw. De smaak is klein fruitig en heeft een zuur accent. (Colruyt : 7,58 euro).

Bourgogne Côte Chalonnaise 2000, Michel Goubard à Saint-Désert.

Bourgogne Côte Chalonnaise is een AOC sinds 1990 (27.000 hl in 2001), gelegen ter hoogte van Chalon-sur-Saône tussen Chagny en Saint-Gengoux (Saône et Loire). De gekende gemeenten Rully, Mercurey, Montagny en Givry uit dit gebied hebben een eigen appellation. De kleur is iets getaander dan de vorige, de neus is van zachte pinot noir zonder diepte en de smaak van goedaardig fruit en met iets lengte. Kleine maar correcte wijn in zijn genre. (Carrefour : 7,88 euro).

Côte de Beaune-Villages 1999,

Parisot négociant-éleveur.

Côte-de-Beaune-Villages is een terugval-appellation voor rode wijnen uit een zestiental dorpen waarvan de naam onvoldoende bekendheid geniet, zoals Cheilly-Les-Maranges. De groothandel werkt er graag mee omdat de wijn van de ruimere appellation ‘beter’ gemengd kan worden. De kleurconcentratie is goed en met een kleine evolutietoets en een presente pinot noir-neus met zelfs wat onderbouw. De smaak is fris, versmolten en met redelijke vulling. Goede kleine wijn. (Colruyt : 8,90 euro).

Côte de Beaune-Villages 2000, Château de la Chaume, een négociant-naam van

Delhaize.

Verse en wat dunne kleur met een toets van evolutie. De neus is van zachte pinot noir maar zonder diepte. De smaak is zachtaardig geknoopt en niet te zuur. Goede kleine wijn. (Delhaize : 8,39 euro).

Herwig van Hove I Foto’s Gerald Dauphin

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content