Eenvoudige wijnen die geen pijn doen in de portemonnee. Daar willen we het over hebben in deze rubriek. Château Simple (160), wijn voor beginners, die ook de kenners wel bevalt. Deze week : Italiaanse wijn .

Vijfentwintig jaar geleden, toen voor het eerst in België, en nog wel in Knack, over Italiaanse wijn werd gerapporteerd, voelde de helft van wijnminnend Vlaanderen zich diep beledigd : Italiaanse wijn had toen nog het imago van absolute basse classe, waarover zeker niet geschreven moest worden.

De tijden zijn veranderd, maar ook de Italiaanse wijn is veel verbeterd. Bijna helemaal verdwenen zijn de vluchtige zuurheid, hergisting op fles, vuil oud hout, botte oxidatie, schrale tannines en meer van dat fraais. Er kwamen veel positieve kwaliteitselementen voor in de plaats : perceeldefinitie en aangepaste clones en onderstammen, hoge densiteit van wijnstokken die bovendien heel kort worden gehouden zodat het rendement beperkt blijft, handpluk van perfect rijpe druiven… Dat leidde tot moderne wijnen die ook jong kunnen worden gedronken maar die toch een groot ontwikkelingspotentieel vertonen : ze zijn goed en ze bewaren goed.

Maar dat bracht ook onvermijdelijke uitwassen mee : de Italiaanse topwijnen vertonen de neiging om te duur te worden, zeker op de Belgische markt die ‘open’ is voor alle wijnen ter wereld. Toch is Italië hoogstwaarschijnlijk nu het enige wijnland ter wereld waar grote wijnen te koop zijn voor nauwelijks tien euro per fles.

Maar er is meer. Het succes en de relatieve vermaardheid leiden ook soms tot een gebrek aan kwaliteitszorg. Dit is vooral merkbaar bij prestigieuze appellations die toch haast op voorhand verkocht zijn zoals Barolo en Brunello di Montalcino : er is veel rommel bij die in een echt concurrentiële markt niet verkocht zou geraken.

Naast deze te hoge prijzen voor prestigieuze rommel is er ook het egostrelend maar vals exportsucces. Er zijn namelijk grote Italiaanse gemeenschappen haast overal ter wereld : alleen al in New York wonen evenveel Italianen als in een middelgrote Italiaanse stad. Vanuit het homeland wijn uitvoeren naar Italiaanse familievrienden in het buitenland is eigenlijk geen wezenlijke export. Het betekent niet dat Italiaanse wijn een universele kwaliteit heeft verworven die buitenlandse consumenten kan aanspreken. Daarom zijn de betere Italiaanse wijnproducenten zo geïnterresseerd om hun wijn te plaatsen bij echte Belgische invoerders die hen verder brengen dan simpele pizzeria’s en trattoria’s. Hun droom is hun wijn te zien prijken op de lijsten van de Belgische sterrentempels.

DOCG Chianti 2002, Villa Sopita.

Dunne kleur met een toets van doffe evolutie en een discrete wat scherpe fruitneus die bij opschudden niet verdiept maar wel verbreedt. De smaak is redelijk met een dito evenwicht, typisch chianti maar niet de grote lengte. Barbecuewijn. (Colruyt : 4,09 euro)

IGT Rosso di Sicilia Nero D’avola 2002, Inycon.

Van 100 procent nero d’avola-druiven terwijl er voor de DOC Menfi maar 85 procent nodig is met een waaier van andere druivensoorten. De kleur is goed somber met een zachte rijpe toets en de neus is beschaafd kruidig, een beetje à la Côtes-du- Rhône. De smaak is zacht en stevig in de alcohol, maar ook wat brutaal. Ideale barbecuewijn. (Colruyt : 4,89 euro)

DOC Salice Salentino Rosso 2000, Cantine Due Palme.

Gemaakt van minstens 80 procent negro-amaro-druiven in de ‘hiel’ van Italië : Apulia. De kleur is goed somber met een kleine evolutietoets en de neus heeft wat structuur van de houtlagering en het fruit van de druivensoort met zelfs iets diepte. De aanzet is smakelijk in de mond met goede lengte. Wat commercieel zacht-zoetig. Lekkere instapwijn. (Carrefour : 4,61 euro)

DOC Valpolicella 2002, Delhaize.

De kleur is dun met een frisse nuance en de neus is discreet zonder diepte. Nietszeggende, zure smaak die wegvalt op het einde. Tafelwijn om koud te drinken in de tuin. (Delhaize : 4,89 euro)

DOCG Barolo 1998,

Giacosa Leone.

In het volume geëvolueerde, dunne, getaande kleur met een stofferige, oud-scherpe neus zonder diepte. De smaak is brutaal bitter zonder een spoor van fruit of charme. Oninteressante maar verrassend goedkope wijn voor zijn appellation. (Carrefour : 12,32 euro)

DOCG Chianti 2002, Ruffino.

Goede kleur met evolutie en een erg discrete, haast onbestaande neus. Dunne, zure licht-bittere, korte smaak. Tafelwijnkwaliteit. (Delhaize : 6,19 euro)

DOCG Chianti Classico 2001,

Fattoria di Valiano.

Heel goede kleurconcentratie met een zachte nuance en een frisse zachte, wat simpele neus zonder diepte. De smaak is licht en dun-bitter, ook op het einde. Veel te dure wijn voor de kwaliteit. (Carrefour : 9,56 euro)

IGT Puglia Rosso Costa Blu 2002,

De. Co. Vin

Is een IGT (Indicazione Geografica Tipica), voldoet dus niet aan de druivenmix van de lokale DOC waar druivensoorten zoals negro-amaro, malvasia nero en sangiovese dominant moeten zijn. Discrete neus met wat finesse maar geen diepte, wel wat rondeur bij opschudden. De smaak is licht zuur met uitschietend zuur op het einde. Tafelwijnkwaliteit. (Delhaize : 3,39 euro)

DOCG Chianti Classico 2000,

Castell’In Villa.

Goede kleur met duidelijke evolutie. Neus van sangiovese met toets van hout en zelfs iets diepte. De smaak is klassieke chianti, licht fijn bitter en met goede lengte. Ernstige wijn voor bij geroosterd vlees. (Colruyt : 7,98 euro)

Herwig van Hove I Foto’s Gerald Dauphin

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content