Eenvoudige wijnen die geen pijn doen in de portemonnee. Daar willen we het over hebben in deze rubriek. Château Simple, wijn voor beginners, die ook de kenners wel bevalt. Deze week : sauvignon blanc.

Vlak na de Eerste Wereldoorlog is witte sauvignonwijn, overigens samen met Beaujolais Primeur, in Parijs aan zijn fabelachtige opgang begonnen. In de Parijse wijncafés was een ballon blanc van dan af steevast een bolrond glas frisse sauvignonwijn uit de Loirestreek : Sancerre of Pouilly Fumé waren toen nog tafelwijnachtige drankjes die tot 1936 op een AOC zouden moeten wachten. Hoe komt het dat sauvignonwijn een goede toogdrank is, met eetlustopwekkende eigenschappen, en goed genoeg om er een prettige babbel bij te voeren ?

Wijn van sauvignon is altijd wat geheimzinnig in de smaak. Als de druiven niet voldoende rijp zijn, is de wijn ervan altijd streng vegetaal, zelfs wat grasachtig, met als macaber hoogtepunt de expressie van ‘kattenurine’. Bij perfect rijpe druiven komt er een delicate, nobele vegetale toets in de smaak die gewoonlijk geassocieerd wordt met de geur van versgesneden jonge varens op de bodem van een eikenbos. Dezelfde geur vindt men ook in wat mousse de chêne heet, korte groengrijze korstmossen die op de schors van eikenstammen groeien. Vandaar komen in de geur tegelijk elementen van bosgrond en zeelucht, alles delicaat en goed ingedekt. Tussen haakjes : alle grote parfumeurs, zoals Guerlain met zijn Jicky, hebben ooit met de geur van mousse de chêne (Evernia prunasti) gewerkt.

Het minste dat men dus van sauvignonwijn moet kunnen verwachten, is een zekere complexiteit van boslucht en zeelucht met een bodemgebonden mineraliteit van silex of kalkgrond. Meestal komen er nog elementen van menthol en munt bij, en in de koelere streken ook nog het friszure van pompelmoes. Door deze nobele, frisse en complexe smaak heeft sauvignonwijn zo’n breed werkingsgebied : hij past zowel aan de elegante tafel als aan de brasserietoog, is eetlustopwekkend en dorstlessend en bovendien nog ‘conversatiegenererend’ ook.

Bij wijn van te grote hectarerendementen wordt alles zo erg verdund dat er niets van het karakter overblijft. Om nog een zekere schijn van frisheid te suggereren, voegt men wijnsteenzuur toe. Er komt dan wel wat frisheid in de smaak maar dat is geen oplossing, want het zuur is niet ingebouwd en staat los van het geheel : de smaak is verbrokkeld. Heel wat sauvignonwijn, vooral uit de nieuwewijnwereld, is van dit banale aangezuurde type. Nu maar proeven wat in het glas komt. De wijnen hebben allemaal de karakteristieke bleke, geel-lichtgroene kleur.

Sauvignon Blanc, 2001 California, Ernest & Julio Gallo

Een haast onbestaande, dunne neus met een uiterst simpele frisse smaak. (Carrefour : 5,45 euro).

Sauvignon 2001, Rémy Pannier. Vin de Pays du Jardin de la France

Frisse neus met een heel kleine toets van cépage-karakter en een aangename, frisse, eenvoudige smaak. (Carrefour : 3,69 euro).

Sauvignon Blanc 2002, Bodegones del Sur, Uruguay

Een neus van fris water en een daarbij passende, dunne smaak. (Delhaize : 4,99 euro).

Sauvignon de Touraine 2001, Hilaire Rondeau

Dunne waterachtige neus en een platte smaak. (Colruyt : 3,19 euro).

Sauvignon Blanc 2002, Santa Rita, Chile

Goede sauvignonneus, trillend fris ; heeft ook de smaak van sauvignon met evenwicht. De beste van het stel. (Carrefour : 5,25 euro).

Sauvignon Château Le Briat, Bergerac 2001

Met veel moeite heel verre citrus in de neus maar een vlakke smaak zonder expressie. (GB : 3,59 euro).

Sauvignon Las Puertas 2002, Viña La Rosa, Chile

Frisse neus zonder meer en een redelijk evenwichtige smaak. (Delhaize : 3,19 euro).

Sauvignon Blanc, 2002, Yalumba, Australia

Een glimp van verre citroen in de neus maar een zuurgedomineerde smaak waaruit het zuur dan nog uitpuilt. (Delhaize : 6,99 euro).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content