Herwig Van Hove

Eenvoudige, lekkere wijnen, die geen pijn doen in de portemonnee. Daar willen we het om de veertien dagen over hebben in deze rubriek. Château Simple, wijn voor beginners, die ook de kenners wel bevalt. Deze week: Corbières.

Tot tien jaar geleden kwam niemand in Corbières: alle leven concentreerde zich in het kustgebied en niemand dacht eraan om het hinterland te bezoeken. Er loopt ook geen enkele grote verbindingsweg door het gebied, dat is afgeboord door autowegen: ten noorden de baan Narbonne-Toulouse en ten oosten die naar Spanje, de Domitiana – genoemd naar de Romeinse consul Domitius Ahenobarbus die de Pax Romana in het gebied vestigde, en wiens zoon in 118 v.Chr. de havenstad Narbo Martius, het huidige Narbonne, stichtte.

De origine van de wijnbouw in Corbières is dan ook voor 100 procent Romeins. Het succes van de lokale wijnen op de markten van Rome – de haven bevorderde de export – was destijds zo groot dat de teruggedrongen Romeinse wijnbouwers in het jaar 92 keizer Titus Flavius konden dwingen tot de meest drastische protectionistische maatregel: hij liet de helft van de wijngaarden in de buurt van Narbo Martius gewoonweg rooien.

Zoals overal elders waren het ook in Corbières de monniken die de wijnbouw door de Middeleeuwen loodsten: getuige de prachtige abdijen van Fontfroide en Lagrasse die bezocht kunnen worden en waarvan de wijnbouwinfrastructuur bewaard is gebleven.

Maar de oorzaak van de moeilijkheden waarmee het wijngebied Corbières nog altijd kampt, ligt veel dichterbij. Door een samenloop van factoren was de hele streek rond de eeuwwisseling verworden tot één grote productiezone van lage-klasse-tafelwijntjes, van wijngaarden uit de vlakten met grote rendementen. Terwijl slechts een vijfde van alle Franse wijngaarden daar gelegen was, werd er bijna de helft van alle in Frankrijk gemaakte wijn geoogst, praktisch uitsluitend van de hoogrenderende aramon-druif. Een groot deel van deze alcoholrijke wijnen werd gedistilleerd tot alcohol voor het Franse leger, de Franse landarbeiders dronken toen nog verschillende liters per dag, Algerije had nog geen wijngaarden en Spanje en Italië exporteerden nog niet. Maar toen de concurrentie met de goedkopere tafelwijnen uit het buitenland heviger werd en de Fransen zelf minder tafelwijn gingen drinken, kwam in 1907 de grote crisis. De prijzen stortten in en er kwam in de Midi een boerenrevolte die op een burgeroorlog dreigde te eindigen. In die context groeide de gedachte dat alleen een minimale kwaliteit een zekere toekomst bood. In 1908 werd dus het Syndicat de Défense des Vins de Corbières opgericht. Maar niets is moeilijker dan een vastgeankerde landbouwgewoonte te veranderen; pas in 1951 werd het statuut VDQS verworven, een voorpoort voor de Appellation d’Origine Contrôlée die pas in 1985 zou worden toegekend. Van de 40.000 hectaren wijngaard in de streek, zijn er maar een flinke helft tot de appellation toegelaten, de rest moet het stellen met het statuut Vin de Pays. De meeste wijnboeren hebben de keuze om hun oogst onder te brengen onder AOC of Vin de Pays, en dat laat natuurlijk vele fraudepoorten open.

De bodem van het Corbières-gebied is ten gevolge van een woelige geologische voorgeschiedenis van de meest gevarieerde ter wereld. Hoogte en oriëntatie verschillen van perceel tot perceel en de bodem kan letterlijk alles zijn: kalk, leisteen, rots, zand… Te veel om op te noemen maar altijd zo arm dat alleen de wijnstok en olijven er gedijen. Al deze bodemverschillen geven aanleiding tot een waaier van toegelaten druivensoorten: carignan, die tafelwijnachtig is, ruim opbrengt en met de tijd wordt afgebouwd (vanaf 1995 nog maximum 60 procent), grenache voor stevigheid en alcohol, syrah voor de neusfinesse en mourvèdre voor de bitterstructuur. De variatiemogelijkheden binnen de AOC zijn dus eindeloos en alles hangt af van de opties en de vakkunde van de blender die de wijn samenstelt. Men vindt extreem stevige en lang bewarende wijnen naast elegant-fruitige voor consumptie binnen het jaar.

Château La Sabine, Corbières 1997.

Nogal lichte kleurconcentratie maar wel een nuance van jong. Goede, frisse, puntige neus van syrah die daarmee wat aan Rhône-wijn doet denken. Soepele fruitige smaak met een fris accent. Simpele barbecuewijn zonder diepte die best binnen het jaar gedronken wordt.

Tegenetiket alleen in het Frans. (GB: 109 fr.).

Corbières, Les Bécasses 1998, Les Vignerons du Val d’Orbieu.

Kleur van dunne rosé en licht parelend tegen de glaswand. Nauwelijks neus. Uiterst dunne smaak met een kleine simpele fruittoets. Een niet-wijn die naar een frisse pils doet verlangen – en dan te bedenken dat 1998 nog een absoluut groot jaar is! Tegenetiket alleen in het Frans. Gebotteld bij Colruyt. (Colruyt: 93 fr.).

Corbières, Cuvée du Palais 1997, Château Les Palais.

Normale kleurconcentratie, iets aan de lichte kant en met een kleine evolutietoets in de rode nuance. Neus van rijp fruit en met een zekere finesse. Typische, lichte, soepele fruitsmaak, zonder bewaarpotentieel. Tuinwijn. Tweetalig tegenetiket. Gebotteld bij Delhaize. (Delhaize: 109 fr.).

Volgende aflevering in Weekend Knack van 12 mei: Beaujolais-Villages.

HERWIG VAN HOVE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content