Eenvoudige wijnen die geen pijn doen in de portemonnee. Daar willen we het over hebben in deze rubriek. Château Simple, wijn voor beginners, die ook de kenners wel bevalt. Deze week: Bergerac (1).

Op nauwelijks 50 km van Bordeaux-stad, gescheiden door de Dordogne-rivier, liggen de departementen Gironde en Dordogne. Het onderscheid is niet alleen administratief, wat wijn betreft verschillen ze compleet. Gironde is Bordeaux, terwijl de Dordogne – die weliswaar de typologische en geografische voortzetting is van Saint-Emilion – van Bordeaux gescheiden is door een soort ijzeren gordijn. De relatieve onbekendheid en het imago van mindere kwaliteit van de Dordogne-wijnen is te wijten aan een meer dan driehonderd jaar durende discriminatie vanuit Bordeaux.

Uitgaande van het principe Eigen wijn eerst, bemoeilijkte de Bordeauxse wijnhandel de verkoop en doorvoer van Bergerac-wijnen door allerlei beperkende bepalingen: ze werden als enige zwaar belast zodat ze tot 20 procent duurder werden dan de eigen bordeauxwijn, ze mochten de stad niet binnen, maar moesten verhandeld worden op de kaaien die toen nog buiten de stadsmuren lagen, en ten slotte, moesten de niet-verkochte wijnen ten laatste op 8 september teruggestuurd worden om plaats te maken voor de nieuwe ‘eigen’ oogst. In Agen werden deze protectionistische streken van Bordeaux als zo kwalijk ervaren dat men massaal, en tot op vandaag, op pruimen is overgeschakeld.

Tot ver in de 18de eeuw stonden Bordeauxse grenswachters ter hoogte van Castillon de scheepsvrachten, die over de Dordogne voeren, op wijn te controleren. De Franse Revolutie zou in 1790 het ‘Privilege van Bordeaux’ wegvegen en de fylloxera kwam in de late 19de eeuw de wijngaarden zo sterk uitdunnen dat een privilege zelfs niet meer nodig was. Voor de fylloxera waren er 91.000 hectare wijngaarden, nu nog 15.000.

Het departement Dordogne omvat als belangrijkste AOC’s, afgebakend in 1938: Bergerac (12.600 ha), vooral rood en iets rosé, Montravel (1200 ha) vooral wit, Monbazillac (2500 ha) zoet wit en Pécharmant (400 ha) stevig rood. Daarmee is de Bergerac-wijngaard even groot als die van Médoc of de Elzas.

De appellation-decreten vermelden wel de toegelaten druivensoorten maar niet de samenstelling, niet hoeveel van elk. Voor de rode zijn het dezelfde druivensoorten als voor bordeaux: cabernet franc, cabernet sauvignon en merlot met nog enkele procenten malbec. Voor de witte zijn het dezelfde als voor Entre-Deux-Mers: sémillon, sauvignon en muscadelle met nog enkele procenten ugni blanc. Er is een modetrend naar monocépage-wijnen, wat door de AOC is toegestaan: sauvignon voor wit en merlot voor rood. Door traditionalisten wordt dit echter als een afbreuk van de eigenheid gezien: de wijnen zouden te allen tijde uit het cépage-trio moeten zijn gemaakt.

Château Cifar, Pécharmant 1997, Michel Roches.

Tweede wijn van Domaine du Haut Pécharmant. Goed gevulde kleur met een evolutie naar getaand maar een zoete, gevanilleerde neus met zware componenten van oxidatie en zoethout. Ruwe geoxideerde smaak. Jammer. (GB: 179 fr., 4,44 euro).

Domaine des Rochers, Bergerac 2000, Eric Brichese.

Zeer levendige, jonge kleur met normale concentratie en een frisse neus van fruit maar geen onderbouw. Aangename, simpele fruitsmaak maar wat dun. Om koel te drinken in een zomerse tuin. (Delhaize: 129 fr., 3,20 euro).

Pécharmant 1999.

Normaal geconcentreerde kleur met iets evolutie in de massa en een neus van mooie cabernet, vooral na opschudden. Goed versmolten, afgeronde wijn, maar ook voldoende stevig voor het grote werk met geroosterd vlees. (Delhaize: 169 fr., 4,19 euro).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content