Herwig Van Hove

TIGNANELLO

Onlangs kwam markies Piero Antinori naar België om over zijn wereldberoemde Tignanello te spreken. Zijn verhaal begon in de jaren zestig-zeventig. Toen was de Italiaanse wijn en zeker deze van Toskane in grote krisis : hij werd nog alleen aan belachelijk lage prijzen verkocht. Het wijnkoncept was dan ook volkomen verouderd en ging terug naar regels die honderd jaar voordien waren opgesteld en tot wet verheven : lange oxidatieve vattijden, nauwelijks malolaktische gisting, geen ontristing en om alles wat vriendelijkheid bij te brengen : een flinke dosis witte trebbiano in de rode chianti.

Hiertegen kwam de jonge Piero Antinori in opstand. Zijn familie was al meer dan zes eeuwen “in de wijn” en wilde ze niet ten ondergaan, dan moest de krisis worden overwonnen. Antinori werkte toen nauw samen met de oenoloog Giacomo Tachis, die later als tanninespecialist beroemd zou worden. Tachis moest vooral proberen de strenge wijn van sangiovesedruiven die voor chianti bij wet verplicht waren wat charme en neusexpressie bij te brengen.

Het is in deze periode dat de Tignanello geboren werd. Antinori besloot om eerst en vooral wijn te maken van één enkele wijngaard, wat in die tijd waarin alles nog gemengd werd, een revolutionaire gedachte was. De uitgekozen wijngaard was een 54 hektaren groot stuk van het Santa-Cristinadomein vlak bij Mercatale Val di Pesa in het hart van de Chianti-Classico-regio. Het ligt op een hoogte van 350 tot 370 meter waardoor de nachten relatief koud worden goed georiënteerd en met veel gallestro in de bodem. (Gallestro is een rotsachtig erosiegesteente waardoor de afwatering goed verloopt, te vergelijken met het effekt van de graves in Médoc.)

Het was na verschillende experimenten vlug duidelijk dat de witte trebbiano uit de chianti moest verbannen worden, dat te allen tijde de malolaktische gisting moest worden doorgevoerd (hierdoor gaat het agressieve appelzuur over in het zacht smakende melkzuur), en dat men veel beter in kleine Franse barriques kon lageren dan in de grote oxidatieve foudres. Maar de grootste ingreep waardoor ze trouwens hun appellation zouden verliezen was een bijmenging van zo’n twintig procent cabernet sauvignon voor meer complexiteit en kleur. Tignanello was van in het begin een van de beste wijnen van Italië, maar moest het stellen met de benaming tafelwijn. Op de internationale markt heeft deze underdogpositie geen windeieren gelegd : de jaarlijkse produktie van ongeveer tweehonderdduizend flessen wordt overal ter wereld driftig gekocht…

Sinds de geboorte van Tignanello zijn nu meer dan twintig jaar voorbij, het eerste millesime was 1971, en ondertussen is er bij de gewone chianti ook veel veranderd. Van de witte spreekt haast niemand meer, de lange dodelijke vattijden zijn verdwenen, de wijngebieden zijn in twee verschillende appellations geschikt waarbij de vroegere Chianti Classico nu verheven is tot DOCG (Denominazione di Origine Controllata e Garantita). Binnenkort zal een dekreet Tignanello een eigen appellation geven. Daarmee is de cirkel rond en heeft de wijn die onmiskenbaar een hele regio ten goede heeft beïnvloed, ook de terechte administratieve erkenning gekregen.

Maar nog veel belangrijker dan een aanpassing van de appellation is de onlangs doorgevoerde aanpassing en modernizering van het type. Bij zijn geboorte was Tignanello zijn tijd ver vooruit, maar nu dreigde hij een beetje alleen maar historisch interessant te worden en de trein van de moderne smakelijke tannines te missen.

De uiterst excellente 1990 heeft het hek van de dam geduwd : donkere kompakte en gespannen kleur met een neus die tegelijk ruim is en diep, erg smakelijk met zachte maar struktuurvolle tannines van in het begin tot op het lange einde in de mond. Helaas is deze wijn uitverkocht.

De 1991 is terug wat strenger : goed maar niet zo excellent als de 1990, met wat stroeve ongedekte bitterheid en minder eenheid. Het is nog 1 tot 2 jaar wachten op 1993, want in 1992 werd er geen gemaakt, het jaar was te slecht.

De 1993 is na ongeveer 18 maanden vat gebotteld en wordt slechts vrijgegeven na 18 bijkomende maanden flesrijping. De wijn is uitermate charmerend met grote soepelheid in de tannines, wat men in het Frans tannins savoureux noemt, en vooral volkomen geïntegreerd en alles mooi overkoepeld : duidelijk een nieuwe Tignanello. Antinori : “We hebben onze maceratietijd wat beter geregeld en ervoor gezorgd dat harde tannines geen kans kregen. De druiven werden streng geselekteerd wat rot en onrijp betreft zodat we minder wijn maken maar dan wel alleen van rijpe, gave druiven. Maar Tignanello zal altijd een wijn blijven voor aan tafel bij de maaltijd. ” Zo is dat.

Van de acht andere millesimes waarmee we konden kennismaken, was enkel de wijn van het excellente jaar 1985 wat interessant gebleven, de andere (1989, 1986, 1983, 1981, 1977 en 1971) waren allen getekend door uitschietende ongedekte verdrogende tannines op het einde van het smaakgebied, ze zijn nog alleen maar historisch interessant…

(Invoer : Renglet, Brussel. Tignanello kost ongeveer 1000 fr. per fles.)

HERWIG VAN HOVE

Piero Antinori : Binnenkort zal een dekreet Tignanello een eigen appellation geven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content