Herwig Van Hove

ANGELO GAJA

In 1859 kocht de overgrootvader van Angelo Gaja enkele wijngaarden in Barbaresco. Vier generaties later is datzelfde bedrijf uitgegroeid tot 35 hektaren, plus 25 hektaren in Alba en sinds 1988 nog 35 hektaren in Barolo. Samen goed voor ongeveer 320.000 flessen hooggewaardeerde appellation-wijn per jaar. Het kwaliteitsimago van de Gaja-familie is eigenlijk te danken aan Angelo’s Franse grootmoeder Clothilde Rey die, zoals toen de gewoonte was, in pensionaten was opgevoed tot een strenge persoonlijkheid. “Ze overhaalde mij, haar 10-jarige kleinzoon, om in de wijnbouw te gaan met een redenering waarvan ik me de drie pijlers altijd zal herinneren : geld, toekomst en glorie. “

Op elk van deze punten boekte hij sukses : onlangs kocht hij nog een prachtig 11 hektaren groot domein in de gerenommeerde appellation Brunello di Montalcino : Pieve Santa Restituta. “Deze wijn is voorbestemd voor een elitaire markt, ” zegt Angelo zelf. Daarbij kocht hij onlangs het kasteel van Barbaresco uit het jaar 1200, met wel 900 vierkante meter kelders, om er een elitehotel van te maken.

De glorie kan niet op : het sukses van de Gaja-wijnen op de Amerikaanse markt is zo groot dat hij verplicht is te kontigenteren tot maximum 22 procent van zijn produktie. In Italië zelf plaatst hij 20 procent, 28 procent gaat naar Duitsland en nog 7 procent van de allerduurste wijn naar Zwitserland. De rest gaat zowat naar overal in de wereld. Sinds kort ook weer naar ons land dank zij Selezione Vini Italiani in Hasselt.

Wijn is een kultureel landbouwprodukt bij uitstek en meer dan bij andere “produkten van de bodem” is de kwaliteit ervan persoonsgebonden. Overal waar wijn de laatste tijd spectaculair verbeterd is, is deze vooruitgang terug te voeren tot de kennis en inzet van grote persoonlijkheden. Antinori in Toscane, Rivella in Brunello en… Gaja in Barbaresco.

Soms lag de te volgen weg voor de hand : de flauwheid van de traditionele chianti kon gemakkelijk worden bijgestuurd door uit de toegelaten druivencocktail de wat onnozele witte trebbiano weg te laten. In Piëmont, waar Gaja de klus moest klaren, ging het veel moeizamer : de traditie was er veel sterker en zowel wijnbouw als wijnhandel waren gedomineerd door een grootschalige handelsstruktuur, waarbij kwaliteit op lange termijn geen prioriteit was. “Nu, na de excellente jaren ’88, ’89 en ’90, moeten we de nieuwe weg niet meer bewijzen en kunnen we vrijuit spreken”, aldus Angelo Gaja onlangs op doortocht in Brussel. “We moesten het stellen met één enkele druivesoort, de moeilijke nebbiolo en konden dus via de samenstelling niets bekomen. Nebbiolo is een zeer laat rijpende soort (eind oktober), en geraakt zonder hulp dikwijls moeilijk aan het gisten omdat het dan al zo koud is. Vroeger gebeurde het vaak dat cuves werden aangestoken door verkeerde bakteriën, met scheve smaken en geuren als gevolg, om nog te zwijgen over de vluchtige zuurheid… We begonnen dan maar met de rendementen te verminderen door streng te snoeien en door in het voorjaar de helft van de oogst in het stadium van kleine groene trosjes weg te knijpen. We aktiveerden het gistingsproces als het nodig was en brachten hygiëne in de kelders door het stokoude vatenpark te vervangen door inox kuipen en verse eiken barriques. Zo isPiëmont traag geëvolueerd naar een toestand waarbij er nu ongeveer 300 individuele wijnbouwers zijn, die de wijn van hun eigen wijngaarden ook zelf bottelen, en nog 140 traditionele groothandelaars met een grootschalige mengfilozofie. Het blenden heeft aan belang ingeboet ten voordele van een terroir-expressie. ” Gaja windt er geen doekjes om : “Het was niet makkelijk, maar het imago van Barolo is sterk verbeterd. ” En wat grijnzend : “Alleen wat moeilijk gaat, is echt interessant. “

Piëmont heeft trouwens naar algemeen geldende maatstaven een echte terroir-roeping. De streek is erg heuvelachtig en er zijn dus grote hoogteverschillen. Nebbiolo-wijnstokken staan geplant tot op een hoogte van 600 m, hogerop komen de bossen en op de noorderhellingen komen witte druivesoorten. Maar in het glas valt het wat tegen.

IN HET GLAS

Darmagi, cabernet sauvignon 1991, Vino da Tavola : Wat ruime kleur met een vrij brede meniscus tegen de glasrand, een neus vol zacht getemd fruit en een brave charmerende mondvulling met goed evenwicht. Wijn zonder verrassingen. (De naam Darmagi, wat zoveel betekent als “Het is jammer ! “, verwijst naar de uitroep van vader Gaja als hij zag dat op deze wijngaard de nebbiolo vervangen werd door cabernet sauvignon.)

Barolo Spers 1990 : Wat te lichte meniscus en een vrij zwakke kleur met al wat evolutie, wel een goede fijne neus en een charmerende stevige smaakaanzet maar op het einde wat ongedekt bitter. (Spers betekent “nostalgie”.)

Barolo Costa Russi 1978 : Geëvolueerde kleur en een pikante neus, magere verdroogde schrale smaak. (Costa Russi is de naam van een perceel.)

Barolo Cerequio 1998 : Elegante kleur zonder evolutie en een charmerende smaakaanzet, zelfs wat zoet, maar op het einde het gevaarlijke ongedekte bitter. (Cerequio is een wijngaard in La Morra.)

HERWIG VAN HOVE

Angelo Gaja : een en al dynamiek.

Het kan geen toeval zijn dat de belangrijkste boodschap op dit etiket de naam Gaja is, in koeien van letters.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content