Herwig Van Hove

BOURGOGNE

Bourgogne heeft een dure reputatie en dat is niet onterecht. Terwijl er een overvloed van gewone, goede bordeaux is tegen redelijke prijzen, is het moeilijk in Bourgogne iets op de kop te tikken voor minder dan 400 fr. per fles. Vindt men dat wel, dan is er sprake van een “trouvaille”.

Bourgogne is ook zo onzeker : de wijngaard is extreem versnipperd en er is evenveel kans op kwaliteit dan op het ontbreken daarvan. De individuele wijnboeren die met hun percelen dragers zijn van grote gereputeerde AOC’s, kunnen of willen dikwijls de verwachtingen niet waarmaken. Ze werken met grote rendementen, voor winst op korte termijn, en putten het historisch aureool van hun appellaties uit, eerder dan ertoe bij te dragen. De gekke prijzen zijn echter niet alleen aan de wijnboeren te wijten, ook de groothandel heeft meegespeeld. “Het zijn de handelaars die ons de last hebben bezorgd, ” aldus Paul Garaudet, een kleine eigenaar uit Monthélie. “Ze hebben de 1988 en de 1989 veel te duur ingekocht en moesten hem daarna, toen de krisis kwam, wel op de markt dumpen. Zo konden we voor de excellente haast legendarische 1990 de normale te verwachten prijs niet vragen, en dit was jammer want 1990 was het grote geld wel waard. Ook de 1991 is te goedkoop uit de kelders vertrokken en dan is het wat gestabilizeerd…, gelukkig is de 1993 weer erg goed. “

De prijzen voor bourgogne gaan op en af, niet op het kwaliteitsritme van de oogstjaren, maar ten gevolge van toevalligheden op de markt.

Dit neemt niet weg dat we in het zeer ruime bourgogneaanbod van Arthur Manpaey uit Groot-Bijgaarden twee interessante wijnen konden selekteren tegen prijzen die voor de gelegenheid tot een redelijk niveau werden gebracht.

– Côte de Beaune-Villages 1991 van Roger Belland 362 fr.

Een vrij lichte kleur, dat wel, maar een ruime ronde neus met goede diepte en met duidelijk herkenbare pinot noir, attraktieve en charmerende smaak met lengte en flinke alkohol. Foutloze commerciële wijn.

– Monthélie 1992 van Paul Garaudet, 362 fr.

Goede kleur met vulling en een expressieve neus met stevigheid in de diepte, karaktervolle smaak met goede onderbouw die iets kan ontwikkelen, finesse à la Volnay. De tegenpool van de vorige : niet van het gemakkelijke meegaande type.

LOIRE

In de wijnproducerende landen wordt de tafelfunktie van witte wijn nog altijd wat onderschat. Men ziet er een dorstlesser in, maar witte bourgogne uitgezonderd geen begeleider van grote gerechten. Vooral de sauvignonwijnen uit de Loirestreek hebben de reputatie van zomerse terraswijntjes : de sprankelende frisheid die het koelere klimaat in de wijn brengt, leent er zich trouwens zeer goed toe. Een uitzondering vormt de “Clos de La Poussie”, een schelpachtige wijngaard als een amfitheater op het zuiden gericht, waar het altijd wat meer zomer is dan daarbuiten. Onlangs kwam baron Patrick de Ladoucette, vandaag eigenaar van de Clos, het jaar 1993, zijn eerste millesime, aan de pers voorstellen.

Van al de druiven die op de percelen van de Clos geoogst worden, gaat maar ongeveer de helft onder het Poussie-etiket en hierbij wordt nog ongeveer het dubbele bijgemengd van percelen die buiten de Clos gelegen zijn. “Een waarachtig grote wijn moet gekonstrueerd worden, ” aldus baron Patrick, “daarom werken we niet met druiven van de Clos alleen, de wijn ervan zou levendigheid missen. “

De Poussiewijn is gemaakt met de moderne technologie : alle percelen apart gehouden tot het niveau van wijn, strenge selektie van de oogst, koele gisting en rijping op de gistrest (sur lies fines) en dan uiteindelijk geassembleerd tot volle ronde en toch frisse stevigheid.

In het glas komt een rijpe, complexe, licht exotische neus en een stevige dragende smaak die men van Sancerre niet zou verwachten. Er is ook een rosé en zelfs een rode versie, maar daarvoor bestaan elders veel betere varianten.

(Invoer : Renglet, Brussel, 490 fr.)

RUINART

Vijf jaar geleden is er bij Ruinart veel veranderd : de wijntypes werden met een groter gehalte van chardonnay uit de Montagne de Reims en de Côte des Blancs wat eleganter gemaakt. Het resultaat was een groot commercieel sukses. Nu is men voor België met een eigen distributie begonnen : “We verkochten op enkele maanden al meer dan gedurende vier jaar via onze traditionele verdeler, ” kwam president Rolland de Calonne onlangs fier vertellen. De kwaliteiten van de Dom Ruinart cuvée zijn voldoende bekend, echt opvallend is nu ook de “gewone” Ruinart Brut 1990 : een neus met ruimte, maar ook frisheid zoals het hoort voor samengestelde dranken, zelfs als de “onderdelen” uit één en hetzelfde jaar afkomstig zijn , verder een omhullende smaak met kracht en mooie lengte. De mensen van Ruinart raden deze champagne aan bij geroosterde barbeel, konijn, haas in wijn en… kaviaar. Maar ook bij varkensgebraad met erwtjes en wortelen smaakt hij.

(Invoer : Ruinart, Industriestraat 11, 1040 Brussel, ong. 800 fr.)

Herwig Van Hove

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content