Belgische wijn? Het land telt intussen al 150 wijnbouwers. Wij liepen langs bij drie nieuwe Waalse projecten, drie verhalen met één rode draad : de toekomst is veelbelovend.

A lleen al het idee van Belgi- sche wijn wekte niet lang geleden nog hilariteit op. Maar de tijden evolueren. Sinds we domeinnamen kennen zoals Chenoy of Kasteel Genoels-Elderen (denk maar aan de Chardonnay Goud 1999, die in 2005 door de Britse wijnrecensent Tom Stevenson bij de honderd Most exciting wines of the World werd geklasseerd) is het lachen verstomd. Intussen reppen velen zich om te proeven.

Die ommekeer, zowel bij de specialisten als bij de geïnformeerde liefhebbers, is zeker mee te danken aan de pioniers die veel scepticisme moesten trotseren en erin slaagden goede wijn te produceren. Bovendien deden ze ook het aantal ‘roepingen’ fors toenemen. Bij de zowat 150 wijnbouwers die het land vandaag telt zijn er dan ook enkele veelbelovende. Wij focussen op drie prille projecten van de tweede generatie Belgische wijnbouwers. Met dank aan het baanbrekende werk van hun voorgangers.

Chocolade en wijn

Justine Galler, dochter van de chocolatier Jean Galler, is een jonge dertiger. Zij behoort tot de enthousiastelingen die zich sinds kort in het wijnavontuur hebben gestort. Haar wijngaardje – voorlopig niet groter dan 30 are – ligt op de hoogten van Chaudfontaine, in Vaux-sous-Chèvremont. Het is een aantrekkelijke, pal op het zuiden gerichte helling, omgeven door een landschap dat zorgt voor een perfecte overgang. Op deze rustige helling waar de groene specht met zijn gegrinnik voor de juiste klankband zorgt, gedijen sinds 2009 haar wijnranken in een bodem van brosse schist.

De beginnende wijnbouwster spreekt met veel liefde over ‘haar terroir’, tegenover haar woning. Ter introductie reikt ze me een glas rode wijn aan. Is dit haar millésime 2010 ? Toch niet, de vijftig liter experimentele wijn van haar eerste oogst liggen zorgvuldig opgeslagen in een vat en drie korfflessen.

“Het is begonnen met een idee van mijn vader, die zich op termijn in de Rhônestreek wilde vestigen om daar wijn te verbouwen. Maar met de tijd kwamen allerlei factoren zijn oorspronkelijk plan verstoren : het feit dat ik ondanks mijn managementstudie geen carrièrevrouw was, de geboorte van mijn dochter waardoor mijn vader een verwenopa werd, onze band met de streek, de braakliggende helling tussen zijn huis en het mijne, de opkomst van de wijnbouw in België. Al die elementen samen zetten ons aan het denken, vooral over de mogelijkheden om samen een project te starten waarin we elkaar zouden aanvullen. Zo werd het idee almaar concreter om hier ter plekke te beginnen. Behalve de bodemanalyses, die gunstig uitvielen, was er nog een cruciaal element : uit weerkundige gegevens over het aantal zonuren, de hoeveelheid regen en de temperaturen bleek dat het huidige klimaat in de omgeving van Luik hetzelfde is als dat in de Bourgogne een eeuw geleden.” Het kind krijgt de naam Septem Triones, een Latijnse naam die verwijst naar de zeven ossen die de zeven sterren van de Grote Beer voorstellen.

“We willen niet zomaar een Belgisch wijntje maken, het is onze ambitie om een voortreffelijke, unieke wijn te maken.” De professio-nele aanpak van vader en dochter zorgt ervoor dat ze alle noodzakelijke troeven in handen hebben. In de eerste plaats komt het erop aan het ’terroir’ goed te verzorgen. “Op onze bodem heerst een prachtige biodiversiteit. Dat potentieel willen we op optimale wijze uitspelen. Niet alleen door bijenkorven en nestkastjes aan de randen van het perceel te plaatsen om de biodiversiteit nog te versterken, maar ook door een biologische teelt die rekening houdt met de bewegingen van sterren en planeten. In onze wijngaard wordt ook alles met de hand gedaan, van het snoeiwerk tot het dieven van de wijnstokken. Belangrijk is ook dat er over de hele dertig are van de wijngaard een zeven centimeter dikke laag vochtige houtkrullen ligt uitgestrooid, een natuurlijke buffer die zorgt voor evenwicht en verluchting aan de voet van de wijnstokken.”

“Ook al zijn we sterke voorstanders van de biologische teelt, toch zijn we geen fanatieke bio-adepten. Waar we boven alles mee begaan zijn, is de aroma- en smaakcomplexiteit van onze wijnen. Daartoe steunen we op variëteiten die hun kwaliteit hebben bewezen : chardonnay, cabernet franc en pinot noir. Maar we hebben er nog een paar andere aan toegevoegd, zoals gamay, syrah en grüner veltliner, om nog wat meer te kunnen experimenteren. Want we beschouwen onze Septem Triones als een soort microwijnmakerij, met een naam en een appella-tion non contrôlée, die in zekere zin verwijzen naar de vele Belgische microbrouwerijen.”

Essentiële elementen in het project : dertig procent van het perceel bevat wortelechte, dus niet-geënte wijnstokken ; elke maandagochtend wordt er vergaderd in het huis van vader Galler ; maandelijks worden er meteorologische meetgegevens verstuurd naar het nabije station van Vaux-sous-Chèvremont. Kortom, de Gallers houden dit work in progress stevig in handen. Het is een ‘proeftuin met doelstellingen op de lange termijn’.

“Voor de oogst van 2012 voorzien we vierhonderd flessen die eind 2013 te koop worden aangeboden. Ook als we het volume later zouden opdrijven, zal het toch altijd een zeer beperkte productie blijven. Om die reden zullen er ook geen tussenpersonen zijn om onze wijnen te verkopen. Wie onze wijn wil kopen, zal dat via het internet moeten doen, of naar hier komen.”

Een roemrijk verleden

Een paar weken geleden, in het pinksterweekend, presenteerde Château de Bioul zijn cuvée 2011, bestaande uit 5500 flessen witte wijn en schuimwijn. Het is een grote gebeurtenis voor een Waals dorpje waar vijf jaar geleden nog geen wijnstok te bespeuren viel. Pas in april 2009 besloten Andy en Vanessa Wyckmans de gok te wagen : hun eigen wijn, made in Belgium. Het stel, dat vroeger in Brussel woonde, maar de drukte van het stadsleven beu was, liet alles achter om een wijnproject te starten in de buurt van het familiekasteel in Bioul, nabij Annevoie. Aan ambitie ontbreekt het hun niet : vier jaar later heeft het paar tien hectare op verscheidene percelen aangeplant, “naar het voorbeeld van de grote wijndomeinen”. Een zachte helling, een perfecte oriëntatie en een goed afwaterende bodem zijn de hoofdkenmerken. De bodemanalyses wezen op een ondiepe leembodem met schist en kalksteen. Ook hier werd niets aan het toeval overgelaten. Alles begon met een nauwgezet onderzoek van de beschikbare gronden en het inwinnen van informatie uit alle hoeken van de wijnbouwerswereld.

“Wat ons heeft gesterkt was de ontdekking dat er hier in Bioul vroeger ook al wijn werd geproduceerd. De wijngaard lag op een plek die luisterde naar de naam Vignoulle, en daar hebben we nu dus ook wijnstokken gezet. De wijngaarden liepen trouwens een flink stuk door langs de Maas. Dit betekent dat wijn deel uitmaakt van de historische realiteit van deze streek. Dat is toch een mooie rechtvaardiging. Voor ons gaat het er ook om een in de loop der jaren verloren gegane harmonie met de natuur terug te vinden”, verduidelijkt Vanessa Wyckmans.

Een ander beslissend gegeven was het kasteel. Andy Wyckmans : “Naast de mogelijkheden van de percelen was er ook het kasteel, een première voor de Belgische wijnbouw in Franstalig gebied. Het enige andere echte chateau ligt in Vlaanderen, niet ver van Riemst. Daar kwam nog bij dat de limousinkoeien vanuit de grote schuur verhuisd waren naar de weiden van de familie buiten het dorp. In dat grote gebouw – een echte oude tiendenschuur – konden we onze wijnmakerij inrichten. En zodra we wisten dat we land konden pachten van Vanessa’s vader, zijn we gestart. Ons doel ? Op termijn zestigduizend flessen Belgische kwaliteitswijn produceren op basis van rassen aangepast aan ons klimaat, zoals johanniter, bronner, solaris, pinotin, en dat allemaal zonder genetische manipulatie. “Ons doel is niet wijn te maken zoals je die in Frankrijk vindt, ons doel is een wijn te maken met een eigen karakter,” vervolgt Vanessa Wyckmans. “Onze voorbeelden liggen veeleer in Duitsland en Zwitserland. We gaan niet voor een soort geformatteerde smaken van wijn op houten vaten, wat we zoeken is mineraliteit en frisheid.” Daarom heeft het domein – op advies van Mélanie Chéreau, een meester – wijnmaker uit de streek van Nantes – een eivormige betonnen gistkuip aangeschaft, een première voor België. “Het voordeel is volgens Mélanie Chéreau dat de droesem beter circuleert, zonder ontwikkeling van de rijpingskenmerken van houten vaten.”

Tussen Samber en Maas

Een van de opkomende sterren in de Belgische wijnwereld heet Jean-François Baele. Met veel vastberadenheid blies deze 29-jarige agronoom het familiale landbouwbedrijf nieuw leven in. “Aan het einde van mijn studie werd het me duidelijk dat ik iets moest ondernemen, wilde ik niet blijven ‘koeien melken voor noppes’ en zoals mijn vader terechtkomen in een weinig rooskleurige economische situatie. Net in diezelfde periode installeerde Philippe Grafé van het wijnbouwdomein Le Chenoy zich met zijn wijngaard hier vlakbij. Zijn project interesseerde me meteen. Maar ik ben een voorzichtig man, zoals elke landbouwer, en ik wilde eerst zien hoe het liep. Ik heb er ook van geprofiteerd om mijn eindwerk te maken over de vestiging van een belangrijk wijnbouwdomein in België. In 2005 was ik ervoor gewonnen en toen ben ik meteen ook zelf gestart.”

Tussen 2005 en 2007 plantte Jean-François Baele vijf hectare wijnstokken aan op het eigendom van de familie, tegenover zijn huis. Hij doopt zijn onderneming Domaine du Ry d’Argent, naar de beek aan de voet van de wijngaard. Het perceel ligt op een helling in de streek tussen Samber en Maas. Het is een bucolische plek, afgeschermd door fraaie haagbeuken. De bodem, gelardeerd door schistgesteente, leent zich bijzonder goed tot de wijnbouw. Baele, die niet graag zijn investering kwijtspeelt, heeft net zoals de Wyckmansen in Bioul, specifieke rassen gekozen : régent, cabernet Jura, cabernet noir en dornfelder voor de rode ; solaris voor de witte. Kortom, Duitse rassen die bestand zijn tegen het strengste en minst zonnige klimaat. “Rekening houdend met mijn principes op het vlak van een rationele bestrijding betekent dit dat ik driemaal minder moet sproeien.”

Na zeven jaar kreeg de wijnbouwer zijn AOC Côtes de Sambre et Meuse. Hij ziet het succes tegemoet. Of het nu gaat om de cuvée Boisée, een op eiken vaten gerijpte rode wijn, dan wel om de veelbelovende oogst van 2011 die exclusief in het restaurant L’Atelier de Bossimé in Loyers wordt geschonken, de wijnen van het Domaine du Ry d’Argent onderstrepen nogmaals de beloftevolle toekomst van de Belgische wijnbouw.

www.septemtriones.be

www.chateaudebioul.com

www.domainedurydargent.com

Door Michel Verlinden

“We beschouwen onze Septem Triones als een soort microwijnmakerij, met een naam en een appellation non contrôlée”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content