Tussen de keien boven de Rhône groeien dertien druivensoorten. Die leveren een legendarische wijn op. De productie roept jaar na jaar hemelhoge verwachtingen op. We ontkurken het jaar 2000 en toetsen die Châteauneuf-du-Pape aan zijn reputatie.

Herwig Van Hove / Foto Jean-Pierre Gabriel

Het stadje Châteauneuf-du-Pape ademt pauselijke trots: de kasteelruïnes, met de toren die door de terugtrekkende Duitsers gedynamiteerd werd, en de gebroken kanteelmuren doen van het glorieuze verleden niets af. Het ligt op nauwelijks vijftien kilometer van Avignon, waar de pausen zich destijds gevestigd hadden.

Clement V wordt paus in 1309, als Fransman in hart en nieren en afgeschrikt door de hevige ruzie tussen de Franse koningen en Rome, verkiest hij als paus in eigen land te blijven. Hij is van Bordeaux afkomstig en blijft dus dicht bij zijn wijngaard: het huidige Château Pape Clément in de Graves. Zijn opvolger, Johannes XXII, brengt Châteauneuf tot uitzonderlijke glorie. Het sympathieke dorp lijkt hem een geschikt zomerverblijf om aan de verzengende hitte van Avignon-stad te ontsnappen. En hij ziet het meteen zeer groot: in 1318 begint hij aan de bouw van een gigantisch nieuw kasteel dat pas een jaar voor zijn dood (1333) af raakt. Dat ‘nieuwe kasteel’ krijgt zoveel bekendheid dat het de naam levert voor het dorp: Châteauneuf.

Maar de paus kan niet wachten tot het kasteel opgeleverd wordt, hij laat elk jaar de wijnoogst uit de tuinen naar het pauselijk paleis in Avignon brengen. Hij drinkt graag en ziet geen graten in wereldse geneugten. Beroemd zou het trouwfeestje blijven dat hij geeft voor zijn nichtje. Op tafel passeren 55 schapen, 690 kippen, 580 patrijzen, 270 konijnen, 8 varkens, 4 wilde beren, 37 eenden en 50 duiven.

Avignon behoudt zijn pauselijke status van 1309 tot 1378 en die periode brengt onnoemelijk veel welvaart naar het gebied. Zelfs na 1410, als de ruzie met Rome is bijgelegd en er maar één erkende paus meer is, blijft de welvaart nog zeker een eeuw intact. Daarop volgt een periode van grote stilte tot in de achttiende eeuw.

In 1727 schrijft de aartsbisschop van Avignon een bewaard gebleven brief naar de consul van Châteauneuf om hem ertoe aan te zetten de aanvoer van vreemde druiven aan de stadspoorten te beletten en zo “het openbaar belang te dienen”. De brief wordt algemeen beschouwd als het begin van een lange weg naar kwaliteitscontrole. Het is ook geweten dat de beplante oppervlakte die dagen ongeveer dezelfde was van nu. De fylloxera moest nog komen, de druifluis vrat eind negentiende eeuw een vernietigend spoor door de Europese wijngaarden.

Baron Le Roy

Het post-fylloxeratijdperk, in het begin van de twintigste eeuw, is ook al een dieptepunt: enorme fraude en bodemprijzen waarvan de wijnboeren niet kunnen leven. Om aan de noodtoestand tegemoet te komen, voorziet de Franse overheid in een reeks wetten, waarvan die van 1919 in Châteauneuf wel zeer bijzonder is. De wijnboeren worden bij wet aangezet om hun collega’s die frauderen en vals spelen te verklikken en voor de rechtbank te brengen. Het zet geen zoden aan de dijk: de meeste châteauneufwijn ging die dagen naar Bourgogne om daar wat leven en kleur in de zwaar bloedarmoedige lokale wijnen te brengen. En men begint zowaar overal grenache aan te planten, waarvan een wijn komt die jong flink oogt, maar zeer snel veroudert.

In 1923 gaat de verloedering zo ver dat een groep van invloedrijke wijnbouwers-eigenaars naar Château Fortia trekt om er baron Le Roy, advocaat en wijnman, om advies te vragen. Die baron le Roy komt uit een adellijke Normandische familie, is in Château Fortia ingetrouwd en blijkt de wijnzaak zeer genegen. Hij richt stante pede Le Syndicat de Châteauneuf op en formuleert een aantal regels om de kwaliteit te bevorderen en te bewaren: over de afbakening van de appellatie op basis van geologische gegevens; over het exclusieve gebruik van edele druivensoorten; over plant- en snoeiwijze in de wijngaarden; over een minimaal alcoholpercentage van 12,5°; over een selectie van de oogst (minstens vijf procent moest worden weggeselecteerd); over het verbod op rosé en zieke wijnen onder het naametiket.

De standpunten van de baron en zijn Syndicat hebben het effect van een bomaanslag. Haast vier jaar boycot de groothandel de wijnen van “die bende”. Maar de hervormers winnen uiteindelijk het pleit, en als in 1936 het decreet over Châteauneuf-du-Pape in het staatsblad verschijnt, neemt het al de regels over.

Baron Le Roy gaat terecht door voor de grondlegger van de appellatiereglementering en wordt aan het einde van zijn leven (1967) met lof overladen. Een van zijn laatste uitspraken: “Wij Fransen zijn niet gemaakt voor doordeweekse producten: het streven naar kwaliteit is eigen aan de Franse mentaliteit.”

De Appellation Châteauneuf-du-Pape

Het spectaculairste aan de bodem van Châteauneuf zijn natuurlijk de keien: enorme massa’s grote ronde keien bedekken de schaarse grond tussen de wijnstokken. Ze kunnen de warmte overdag accumuleren en ’s nachts afgeven: ze maken de dag voor de planten iets langer en bevorderen de rijpheid, in elk geval wat de zoetheid van het vruchtensap betreft. Deze keien zijn aan het eind van de ijstijd meegebracht door de rivier uit de Alpen, lang voor die Rhône haar uiteindelijke bedding heeft gevonden, honderd meter dieper dan Châteauneuf.

De keien bedekken voornamelijk de bodem in het noordwesten van de appellationzone. Ze hebben de afmeting van een klein broodje en worden daarom galets genoemd. In het oosten van het appellationgebied komen zand en kalk aan de oppervlakte.

Die uiterst arme, goed afwaterende bodem heeft een uitstekende wijnreputatie. Voor de afbakening van het gebied kiest men bij voorkeur percelen waar alleen nog wilde tijm groeit. De zon schijnt er haast altijd, zelfs in de winter nog 450 uur (zomer 1000 uur) en de mistral waait er één dag op de vier, het hele jaar door. Snedige wind houdt de druiven droog en gezond.

Châteauneuf mag volgens het decreet (laatste versie: 2 november 1966) gemaakt worden van dertien druivensoorten. In de realiteit is grenache nog altijd de dominante soort (70 procent). Grenache aangevuld met syrah, cinsault en mourvèdre, althans voor rood. Clairette, bourbelenc, roussanne en marsanne worden nu bijna helemaal voor witte wijn voorbehouden en zijn uit het rode assortiment verdwenen. Het feit dat geen witte druiven meer worden gebruikt om de rode wijn te maken, bracht de kans op stroefheid mee, zeker met die lange inweektijden (traditioneel tot twintig dagen). Zo komt het dat sommige wijnboeren nu een gedeelte van de oogst via gisting onder koolzuur ( macération carbonique) verwerken voor meer fruit en wat meer onmiddellijke elegantie.

Nog kenmerkend voor de appellatie (ook voor de invloed van baron Le Roy) is het uiterst beperkte maximumrendement: 35 hectoliter per hectare, met een potentieel suikergehalte dat met 12,5 volumeprocent alcohol overeenkomt. Bovendien geldt nog altijd de regel om minstens vijf procent van de oogst weg te selecteren, rapé genoemd.

Ongeveer vijfhonderd wijnboeren maken gemiddeld 14 miljoen flessen Châteauneuf-du-Pape per jaar. Daarvan worden er 7,5 miljoen rechtstreeks vanuit de wijndomeinen verkocht, minder dan de helft gaat naar de handel. Er is nooit genoeg van en de prijzen kunnen niets anders dan stijgen. Bovendien is het jaar 2000 ook hier van uitzonderlijke kwaliteit.

In het glas

Het Weekend Knack-panel, aangevuld met gastproever Luc Segal, buigt zich over zeventien stalen Châteauneuf-du-Pape 2000 van de leden van het Syndicat Intercommunal de Défence Viticole de l’Appellation d’Origine Châteauneuf-du-Pape. Jean Abeille, eigenaar van Château Mont-Redon, haalde ze bij elkaar. Sommige van die wijnen zijn nog niet gebotteld, ze komen op de markt vanaf september 2002.

We willen weten of die reputatie van excellentie, die deze wijnen al dragen lange tijd voor ze op de markt komen, op werkelijkheid berust en gerechtvaardigd is: de waarheid is in het glas.

Château Mont-Redon, vigneron récoltant.

162 hectare, waarvan honderd beplant met wijnstokken, behoorde in de dertiende eeuw tot de pauselijke domeinen. Gelegen op een van de hoogste terrassen van de appellatie en berucht voor het twee meter dikke grote keientapijt. De oogst wordt volkomen ontrist en gedurende de gisting twee weken ingeweekt, voor de helft wordt de jonge wijn op vaten van 220 liter gelagerd.

Beoordeling: unaniem positief.

“Heel goede, donkerrode kleur met nog wat violet en een dense fruitneus, met structuur en goede houttonen. Smaak met gestoffeerde, vlezige lengte en diep fruitig met mooi structurerend hout.” ( Herwig Van Hove)

Twee wijnen van Domaine de Panisse van Jean-Marie Olivier in Courthézon: de ‘gewone’ domeinwijn en de Confidence Vigneronne.

Van de achttien hectare komen meerdere appellationwijnen, waarvan Châteauneuf-du-Pape op zes hectare met 70 procent grenache, 20 mourvèdre en 10 syrah. Geen houtlagering.

Beoordeling Domaine de Panisse: eenmaal positief en viermaal neutraal.

“Ruby kleur en een neus van fruit en tabak. De smaak is rijk aan glycerine, maar wat simpel in de afdronk.” ( Martial Beun)

Beoordeling Confidence Vigneronne: unaniem positief.

“Gevulde kleur en een neus vol rode bosvruchten, kersen en cassis. Een vlezige smaak met diepte, fruit en lengte.” ( Dieter Bohrmann)

Cuvée du Vatican (veel grenache) en Cuvée du Vatican Réserve Sixtine (gelijke delen grenache, syrah en mourvèdre), beide van Jean-Marc Diffonty, Châteauneuf-du-Pape.

Beoordeling Cuvée du Vatican: viermaal negatief (“Neus en smaak van oxidatieve cuit.”) en de Réserve Sixtine: viermaal neutraal en eenmaal positief (“Smaak van groene steeltjes.”)

Domaine de la Présidente van Max Aubert.

De wijn wordt gemaakt van 70 procent grenache, 15 cinsault, 10 syrah en 5 mourvèdre. Lagering voor eenderde op cuve, voor eenderde op vaten van één jaar en verder op vaten van twee jaar.

Beoordeling: unaniem neutraal.

“Donker kersenrode kleur en een discrete neus. Wel veel hout in de onderbouw. Weinig diepe smaak met een dun einde en een bitterpunt in de finale. Mist finesse.” ( Jef Bessemans)

La Bastide St-Dominique, Gérard en Marie-Claude Bonnet, Courthézon.

Deze wijn ( cuve n° 20) werd gemaakt van 95 procent grenache en 5 syrah, zonder houtlagering. Op een wijngaard van twaalf hectare met klei, zand en de onvermijdelijke keien.

Beoordeling: unaniem positief.

“Zeer fruitige, maar ook stevige neus en een goed gestructureerde, licht bittere smaak met voldoende lengte.” ( Luc Segal)

Croix de Bois, Barbe Rac, La Bernardine, drie wijnen van Michel Chapoutier.

Chapoutier maakt jaarlijks bijna 2,7 miljoen flessen in de meeste appellations van de Rhônevallei, maar het best is hij bekend om zijn Ermitage en zijn Côte Rôtie. Chapoutier opteerde resoluut voor de biodynamische wijnteelt: een absoluut respect voor de bodem; geen pesticides, onkruidverdelgers of chemische meststoffen; diepgewortelde en oude grenachestokken die goed met de bodem communiceren; wijn maken met de natuurlijke gisten die op de planten leven. De Châteauneufwijnen van Chapoutier zijn allemaal gemaakt van 100 procent grenache, om oxidatie tegen te gaan vergist hij in gesloten betonnen cuves, met een inweking van drie weken. Niettegenstaande hun grote internationale reputatie, zeker in 1998, vallen ze nu wat tegen.

Beoordeling Barbe Rac (wijn van een perceel met grote keien en van grenache-wijnstokken van wel 90 jaar oud): viermaal neutraal en eenmaal positief.

“Goede kleur, maar een wat ijle neus en zelfs wat hoogtonig. De mond is smakelijk, maar nog niet volkomen geknoopt: een leeg tussengebied tussen fruit en tannines.” ( HVH)

Beoordeling La Bernardine (ook een 100 procent grenachewijn, ook van een terras met veel grote keien, niet op hout gelagerd): niet te proeven door uiterste en hardnekkige reductie.

Beoordeling Croix de Bois (eveneens grenache, maar van een perceel met wat klei tussen de keien. Niet op hout gelagerd): tweemaal positief en driemaal neutraal.

“Stevige fruitneus en een goede structuurvolle, ronde afdronk, ook op het fruit.” ( LS)

Château Gigognan, Clos du Roi, Sorgues-Vaucluse.

Dertig hectare met 80 procent grenache en 20 syrah.

Beoordeling: unaniem positief.

“Diepe neus, intens en rijk en een rijke smaak met volle afdronk. Goede glycerines en zachte tannines.” ( MB)

Domaine Grand Veneur en Domaine Grand Venuer ‘Les Origines’ van Alain Jaume, Orange.

De domeinwijn is gemaakt van 70 procent grenache, 15 syrah, 10 mourvèdre en 5 diversen, waaronder cinsault, counoise, muscardin en vaccarèse, hij wordt gelagerd op cuves en op vaten. De ‘Les Origines’ wordt gemaakt van 50 procent grenache, 20 syrah en 30 mourvèdre en gelagerd op nieuwe barriques. De druiven worden altijd ontrist en voor drie weken geweekt in de gistingskuip.

Beoordeling Domaine Grand Veneur: viermaal neutraal en eenmaal negatief.

“Gevulde kleur en een brede neus met hout, maar ook een toets cuit met wat oxidatie. De smaak is vlezig met structuur en flinke bitterheid, maar ook wat gekookt fruit.” ( DB)

Beoordeling Domaine Grand Veneur ‘Les Origines’: unaniem positief.

“Kleur van vintage port en een mooie fruitneus, met hout doortimmerd. De smaak is tanninerijk en zeer geconcentreerd, met enorm potentieel om te ontwikkelen.” ( HVH)

Domaine du Vieux Lazaret, Vignobles Jérme Quiot, Châteauneuf-du-Pape.

Met negentig hectare in de appellatie is dit domein het grootste van Châteauneuf-du-Pape. De wijngaarden zijn wel verdeeld over 35 percelen, wat volgens de familie Quiot bijdraagt tot de complexiteit van de wijn. De rode is gemaakt van wel tien druivensoorten met weliswaar 70 procent grenache, 15 syrah, 5 mourvèdre en 3 cinsault, zes andere wijnstoksoorten leveren de resterende 7 procent. Ongeveer 15 procent van de oogst wordt op hout gelagerd.

Beoordeling: unaniem neutraal.

“Goed ontwikkelde kleur, maar een weinig getypeerde, erg rustieke neus, een dunne aanzet in de mond en een vlak, eenvoudig einde. Toch is er een zeker evenwicht en finesse.” ( JB)

Domaine de Fontavin, Hélène en Michel Chouvet, Courthézon.

Gemaakt van 80 procent grenache en 20 syrah op negen hectare met wat rode klei tussen de onvermijdelijke keien.

Beoordeling: unaniem neutraal.

“Iets lichte kleur, een neus en smaak met elementen van cuit. Eenvoudig correct.” ( HVH)

Mas de Boislauzon, Chaussy, Orange.

Ongeveer acht hectare in de appellatie met grenache, syrah en mourvèdre.

Beoordeling: viermaal positief en eenmaal neutraal.

“Diepe volle kleur en een aardse neus, met onder andere tabak. In de mond een grote smakelijke concentratie met soepele tannines en een lange afdronk. Misschien wat eentonig.” ( MB)

Domaine de Sénéchaux, propriétaire récoltant, Châteauneuf-du-Pape.

Ongeveer 25 hectare over twee percelen vol keien, volledig op het zuiden georiënteerd. De wijn wordt gemaakt van grenache, mourvèdre, syrah en vaccarèse.

Beoordeling: unaniem positief.

“Goede kleur en een gave, gestrekte neus, met stevigheid in de diepe onderbouw. De smaak is dens, geknoopt en evenwichtig, een prachtig smaakprofiel. Grote wijn.” ( HVH)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content