Charlie’s nieuwste rekruten zijn slim en sexy, hun kickjump is raak, maar hun mannensmaak dubieus. Get some action, girls!

G ood morning angels, this is Charlie.” Anno 2000 katapulteert de stem van John Forsythe mij terug naar de zomer van ’77 en naar El Cahon, een voorstadje van San Diego, waar ik in het kader van een uitwisselingsprogramma bij het echtpaar Sarallanez logeerde en op televisie avond na avond de avonturen van Charlie’s Angels volgde. Het ging niet goed met Augie Sarallanez, een kleine melancholische chicano met indiaanse trekken. Augie had een hartkwaal, zijn adem piepte en zijn vrouw maakte aanstalten om hem te verlaten. Geen wonder dat hij troost zocht bij Charlie’s Angels: drie sexy supervrouwen in hotpants die met enkele welgemikte karateslagen hele horden snoodaards uitschakelden zonder er ooit hun stralende tandpastasmile bij te verliezen. Doordat ik een beetje medelijden had met zachtaardige Augie, keek ik elke avond om zes uur samen met hem naar zijn favoriete show. ” Good girl, Linda“, zei Augie, terwijl hij mijn arm dankbare kneepjes gaf. En zo werd ik willens nillens een echte Angelofiel.

Wat The Avengers was voor de jaren zestig en Miami Vice voor de jaren tachtig, was Charlie’s Angels voor de seventies. Vooral in de States was de serie een onverbiddelijk succes: zolang ze liep (van 1976 tot ’80) verdween ze nooit uit de top-tien van de kijkcijfers. Het was een van de eerste feuilletons in wat ze over de grote plas het T&A-genre noemen. T&A staat voor tits and ass en jawel, Charlie’s Angels was slechts in schijn een politieserie. Want meer dan over het oplossen van misdaden ging de reeks over hair power en lingerie. De opdrachten van de immer onzichtbare Charlie (een stem over de intercom) deed de meisjes steevast in nachtclubs, missverkiezingen, beautyfarms en vrouwengevangenissen belanden. Kortom, plekken waar ze in de naam der wet uit de kleren konden. Tot op zekere hoogte, natuurlijk, want toen ging het er op televisie nog een stuk preutser aan toe, zeker in prime time.

Bosley was de eunuch van Charlie’s harem, een sexloze assistent die de meisjes soms uit hachelijke situaties mocht helpen bevrijden. Het sociologische belang dat destijds aan het zogenaamde emancipatiethema van de serie gehecht werd, doet nu enigszins komisch aan. Zo beweerde een top-executive van de zender ABC in volle ernst dat Charlie’s Angels de maatschappij een waardevolle dienst bewees: “Het feuilleton leert vrouwen hoe ze er glamoureus en sexy kunnen uitzien en een opwindend leven leiden, terwijl ze hun opdrachten nog altijd van een man krijgen.”

Maar het valt niet te ontkennen dat de serie haar stempel drukte op het modebeeld van de jaren zeventig. Over de hele wereld vroegen miljoenen vrouwen hun kapper om een Farrah Fawcett-Majors kapsel: in laagjes geknipte en van highlights voorziene blonde haren die hun gezicht als leeuwenmanen omkransten.

Maar ook de mannelijke kijkers kwamen aan hun trekken: voor wie niet viel op blonde en sportieve Farrah, was er de nuchtere, intelligente Kate Jackson en de gesofisticeerde Jaclyn Smith, als een ex-showgirl die haar wereld kende. Smith was de enige van de drie actrices die de hele serie zou uitspelen. De anderen werden opgevolgd door Cheryll Ladd, Shelley Hack en Tanya Roberts. Maar ook al draaide ze maar ƩƩn seizoen mee, voor velen blijft Farrah Fawcett dƩ ultieme Angel. In zoverre zelfs dat het eerbiedwaardige Smithsonian Institute haar onlangs om de donatie verzocht van het rode badpak waarmee ze indertijd voor haar meest bekende cheesecake-poster poseerde.

Overigens was er in de pilootfilm van Charlie’s Angels nog een engeltje te zien. De receptioniste van het TownsendDetectivebureau werd gespeeld door debuterende Kim Basinger. De ironie wil dat voor Basinger wel een rijke filmloopbaan weggelegd was, terwijl de echte Angels in het televisiecircuit bleven steken.

F ast forward naar het jaar 2000. Beverley Hills hangt vol gigantische posters van de filmversie van Charlie’s Angels en het chique Four Seasons Hotel puilt uit van de journalisten die uitgenodigd zijn voor de avant-premiĆØre en een kennismaking met de hedendaagse Angels: Cameron Diaz, Drew Barrymore en Lucy Liu.

Ik krijg een kamer recht tegenover de suite waar de televisie-interviews plaatsvinden. Dat betekent dat ik al om zes uur uit mijn bed getimmerd wordt door technici die een decor opstellen, maar ook dat ik de sterren geregeld op de gang tegen het lijf loop. Voor de geĆÆnteresseerden: Lucy Liu’s sproeten zijn Ć©cht, zelf vastgesteld toen ze in het fitnesscenter uit de sauna kwam.

Maar goed, eerst was er de film. Een voorstelling voor journalisten moet voor een filmmaker een redelijk frustrerende ervaring zijn, want zelfs bij de spectaculairste scĆØnes geven die lui nauwelijks een kik. In het Beverley Center bestaat het publiek voor de helft uit gewone Amerikanen en dat brengt leven in de brouwerij.

De drie jonge Asian-American meisjes naast mij leven helemaal mee met wat er op het scherm gebeurt: bij elke grap porren ze elkaar gierend in de ribben en tijdens de actiescĆØnes moedigen ze de heldinnen luidruchtig aan: Way to go, girls! En het moet gezegd: de kungfu-gevechten, waarbij de angels op Matrix-achtige wijze door het zwerk klieven zijn absoluut adembenemend, ook al door de hyperrealistische filmstijl van McG ( Joseph Mc. Ginty Nichol voor zijn moeder), een sympathieke rossige Engelsman die zijn sporen tot nu toe vooral verdiende met het maken van videoclips.

De soundtrack speelt dan ook een prominente rol in de film, met muziek die varieert van disco ( Heaven must be missing an Angel, Wake me up before you go go) over hardrock tot house. Maar het opvallendste verschil met de televisieserie is toch dat er in de film veel meer humor zit, ook al is die niet altijd even subtiel. Cameron Diaz tegen de postbode: “O, moet ik dat aftekenen? Bij mij mag alles meteen in de gleuf, hoor.”

Pretentieloos amusement voor een jong publiek, zo zou je Charlie’s Angels nog het best kunnen omschrijven en dat het verhaaltje flinterdun is (de engelen moeten een computerwiz redden uit de handen van een technopiraat die de wereld wil veroveren) is veeleer bijkomstig.

Van in het begin van de opnamen van de superproductie (kostenplaatje ruim 4 miljard fr.) gonsde het op internet van de geruchten: niet minder dan 14 scenaristen zouden aan het script gesleuteld hebben, dat niet eens af was toen McG begon te draaien. Lucy Liu, de laatste Angel die gecast werd, zou niet weinig nijdig geweest zijn toen ze erachter kwam dat het bedrag op haar contract een stuk minder indrukwekkend was dan dat van Cameron en Drew. Tussen haar en Bill Murray, de pokerface die Bosley speelt, zou het al helemaal niet geboterd hebben. Op een bepaald moment zouden de spanningen zo hoog opgelopen zijn, dat ze hem aanvloog en de opnamen de rest van de dag stilgelegd moesten worden. En Drew Barrymore zou erop aangedrongen hebben dat Lucy in de film rolkraagtruien droeg. Commentaar van Barrymore: “Hoe verzinnen ze het? Maar ik weet al lang dat de mens van nature slecht is.”

Als het tussen de actrices al vonken sloeg, dan is daar tijdens het interview in elk geval niets van te merken. Drew (25), Cameron (28) en Liu (31) gedragen zich als uitgelaten bakvissen op een pyjamaparty. Ze spelen met elkaars haar, knijpen elkaar speels in boezem en derriĆØre, schurken gemaakt obsceen tegen elkaar aan. Het is een redelijk verbijsterend schouwspel, waarbij ik me van de weeromstuit deprimerend middelbaar ga voelen.

Lucy Liu lijkt me overigens geen gemakkelijke tante, het is niet voor niets dat ze in films zo vaak de in leer gehulde dominante speelt. “Niet koud genoeg”, spreekt ze een kelner streng toe en hij kan het flesje Perrier weer meenemen. Cameron Diaz is de giechelende wijdogige onschuld die ze in films zo vaak uitbeeldt. Ze draagt een doodgewone jeans en een mouwloos zwart T-shirt dat haar extreem pezige armen vrijlaat. Poo noemen de anderen haar om onduidelijke redenen en ze heeft geen spoor van make-up op, met die superieure nonchalance die alleen bloedmooie vrouwen zich durven te veroorloven.

Wait for me, I have to go to the can“, roept Drew Barrymore, die met haar eigen productiebedrijf Flower Films ook als coproducente bij Charlie’s Angels betrokken is. Ze heeft het soort onderkaak dat Joan Cusack tot karakterrollen veroordeelt en is nadrukkelijk opgemaakt met een bloedrode mond in een dikke laag matte pancake. Drew is een overlever: na haar debuut als kindsterretje in E.T. raakte ze aan de drank en de drugs, maar na een ontwenningskuur wist ze zich te herpakken en nu is ze een van de populairste jonge actrices en actieve filantropen in Hollywood. In Charlie’s Angels zit trouwens een grappige verwijzing naar Drews eerste rol: als ze uit een vliegtuig gekatapulteerd wordt, komt ze zo goed als naakt terecht in de tuin van een woning waar twee jongetjes naar de televisie zitten te kijken: het huis van Gertie en haar broertjes in E.T. dus. Toen Drew hoorde dat Columbia plannen voor een filmversie van Charlie’s Angels had, werkte ze zich uit de naad om een van de hoofdrollen te mogen spelen. Samen met haar Flowers Film-partner Nancy Juvonen nam ze elke aflevering van de televisieserie door en maakte een hele presentatie van wat behouden kon worden en wat in de film anders moest. Op de plaatjes die de stijl van de film moesten illustreren, plakte ze telkens haar eigen foto, om duidelijk te maken hoe ze in het project paste. Bij Columbia dachten ze oorspronkelijk aan iets oudere actrices, genre Catherine Zeta-Jones, maar uiteindelijk vonden ze het een goed idee om in 2000 met een stel jonge Angels uit te pakken.

Waarom ze zo op die rol gebrand was, wil ik weten. Ze is toch veel te jong om zich veel van de televisie-Angels te herinneren. “Je vergeet de heruitzendingen. Nee echt, als kind was ik dol op de Angels: jonge vrouwen die een opwindend leven leiden, plezier aan hun job beleefden en samenwerkten in een sfeer van camaraderie. Als je als vrouw voor een actiefilm gevraagd wordt, dan is het meestal alleen maar om de chick te spelen. In Charlie’s Angels waren de meisjes de kerels: Bond girls hadden James eruit gebonjourd en de zaak overgenomen.”

Maar ook in 2000 komen de orders nog altijd van Charlie. Drew kijkt me lichtjes meewarig aan. “Ach, Charlie is een lieve, oude suikeroom die ons de kans geeft om allerlei spannende avonturen te beleven. We hebben het overwogen, hoor, om van Charlie een vrouw te maken, maar om de een of andere reden werkte dat niet. Het was ook de bedoeling om de oorspronkelijke Angels een cameo te geven, als een soort hommage zeg maar, want zonder hen zou er nu geen film zijn. Farrah en Kate zagen dat wel zitten, maar ze hadden een beetje rare ideeĆ«n over die rolletjes. Farrah wilde naast Charlie zitten als hij zijn opdracht gaf, alsof ze na 25 jaar nog altijd bij Townsend werkte en Kate wilde een slechterik spelen. Dat werd dus niks.”

Cameron buigt zich naar de microfoon: “In de zandbak was het altijd mijn zus die Farrah mocht spelen. En omdat er maar plaats was voor Ć©Ć©n blondine, moest ik Bosley zijn. Dit is mijn wraak…”

Drew duwt haar opzij: “Toen de mensen van Columbia Camerons agent opbelden, was die heel beslist: Nee nee, Cameron wil in deze fase van haar carriĆØre alleen in serieuze, artistieke films spelen… Maar ik kende Cameron van toen zij een model was en ik in een coffeeshop werkte. Ha, de grote filmster die toiletten schrobde en in de pot op haar carriĆØre terugblikte… Maar goed, ik belde haar op en we praatten zolang tot de batterijen van onze gsm’s plat waren.”

Cameron grinnikt: “Een verschrikkelijke haaibaai, die Drew. Als ze eenmaal haar zinnen op iets gezet heeft, laat ze niet meer los. Maar ze had gelijk: soms heeft een mens behoefte om zich te bezinnen of emotioneel te zijn, maar soms ook om gewoon een hoop lol te maken. To kick ass!” Ze demonstreert dit door recht te veren en haar been naast haar oor te zwaaien. Drie microfoons gaan tegen de vlakte, de perschefs van Columbia kijken een tikkeltje verontrust.

Moest de derde engel per se zwart of Chinees zijn? Drew en Cameron in koor: “Nee! De keuze had niets met politieke correctheid te maken. Het moest gewoon een meisje zijn van wie je kon aannemen dat ze met ons bevriend was. Met Lucy hadden we al tamelijk vroeg een test gedaan en het klikte meteen. We zijn alle drie op dezelfde manier een beetje getikt, zie je. Alleen beweerde haar agent toen dat het draaien van Charlie’s Angels niet te combineren viel met haar werkschema voor Ally McBeal. Toen ze een nieuwe agent nam en die de zaak wist te regelen, was iedereen verschrikkelijk opgelucht.

Lucy: “Behalve ik. Soms hadden we nachtopnamen die tot vier uur duurden. Om zes uur moest ik op de set van Ally McBeal zijn… Soms moesten Poo en Drew mij ondersteunen.”

Maar ze had toch zeker een voorsprong op de anderen, wat de kungfu-training betrof? Lucy, bijna briesend: “Wat is dat nu voor een vooroordeel? Alsof elke Aziatische Amerikaan kungfu kent. Dat is zoals beweren dat elke zwarte een gevoel voor ritme heeft. Hemel nee, ik ben twee maanden later dan de anderen aan die training begonnen en ik ben er bijna in gebleven.”

Over die training onder leiding van meester Cheung Yan Yuen, een beroemd gevechtschoreograaf uit Hongkong, doen de meest heroĆÆsche verhalen de ronde. Cameron: “Wat je ook gehoord hebt, de werkelijkheid was erger. Cheung is een zeer bijzondere man. Het eerste wat hij zei was dat hij alleen met ons wilde werken als we een contract tekenden dat we ons aan zijn regels onderworpen. Want hij was de artiest en wij waren zijn werk.” Drew onderbreekt haar: “En wees eerlijk, meisje, op die manier was jij al lang niet meer toegesproken.” Cameron, onverstoorbaar: “De regels waren: trainen en nog eens trainen, twee maanden aan een stuk, zes dagen per week, zes tot acht uur per dag. Geen sigaretten, geen alcohol, laat staan ander spul, geen entourage, geen gsm’s.” Lucy: “Geen seks.” Waarop Drew en Cameron, gierend: “Leugenaarster!”

Waarom ze zich in ’s hemelsnaam aan die kastijding onderworpen hadden, wil ik weten. Cameron: “Omdat we aan onszelf en elkaar wilden bewijzen dat we het konden. En omdat het een eenmalige uitdaging was: hoe vaak krijgt een mens de kans om met een van de beste gevechtsmeesters ter wereld te werken? De eerste dag zei Yeung dat hij ons aan een nieuwe metgezel zou voorstellen: pijn. En toen ik hem vertelde dat ik niet eens mijn tenen kon aanraken zonder mijn benen te buigen, glimlachte hij alleen maar: Don’t worry, you will.”

Drew Barrymore spant haar biceps: “Zulke spierballen had ik. Als ik op mijn 27ste zoveel spiermassa opbouwde, zou ik op mijn 37ste nog wel wat reserve hebben, hoopte ik, maar helaas, ik regresseer alweer naar mijn normale flubberachtige staat.”

De Angels gebruiken geen wapens. Is dat een statement? Lucy: “Eigenlijk wel. Kijk, dit is het soort film dat een zeer jong publiek aantrekt en dat wordt toch al overspoeld door films waarin om de twee minuten iemand door een kogel geveld wordt. Wij opteerden voor een meer avontuurlijk genre, zoals de Indiana Jones– of de Superman-films waarin de helden het van hun fysieke talent moeten hebben, niet van schietwapens. En als het er soms heel realistisch uitziet, dan is het omdat we ook echt rake klappen incasseerden.”

De Angels zijn niet vies van schuine moppen. Of dat een vorm van emancipatie is, vraag ik. Drew gilt het uit: “Van wat, van masturbatie? O, daar ken ik veel moppen over… Nee, serieus nu: het is waar dat wij alle drie een beetje verknipt zijn en graag vuilbekken. Dat hebben we ook in onze personages verwerkt, kwestie van ze minder eendimensionaal te maken. Want zo spreken jonge vrouwen nu eenmaal tegenwoordig. Ik denk dat veel mannen gechoqueerd zouden zijn als ze meiden onder elkaar bezighoorden. We zijn geen engeltjes, hĆ©. Maar humor hoeft voor mij niet per se gewaagd te zijn. Een van de beste komische scĆØnes aller tijden vind ik nog altijd Peter Sellers die in The Party met een rol wc-papier worstelt. Verschrikkelijk simpel en onschuldig, maar iedereen lacht zich kapot.”

De Angels besturen racewagens, herprogrammeren computers en weren raketaanvallen af, maar de mannen met wie ze omgaan zijn regelrechte sukkels. Cameron valt voor een knappe, maar een beetje simpele kelner. Dat gaat zo. Hij: “Misschien kunnen we donderdag…” Zij: “Ooh, donderdag, mijn favoriete dag!” Hij: “Ik zou kaartjes kunnen kopen…” Zij: “Ooh, kaartjes, ik ben dol op kaartjes.”

Lucy’s vrijer in de film is een zelfingenomen soapacteur die denkt dat ze een bikini waxer is en Drew Barrymore heeft iets met een absolute druiloor die zichzelf The Chad noemt. Hier begeef ik mij op gevaarlijk terrein, want het rolletje wordt gespeeld door Tom Green die zijn eigen show heeft op MTV en met wie Drew inmiddels officieel verloofd is. De romance liep niet over rozen, want Green moest onlangs geopereerd worden wegens testikelkanker, een ingreep die hij overigens zelf zou gefilmd hebben voor MTV.

Maar goed, tegenover mannen gedragen de supervrouwen in Charlie’s Angels zich als naĆÆeve bakvissen. Om het mannelijk publiek niet al te zeer te verontrusten? Drew Barrymore, perplex: “Vind je de mannen in de film idioten? Nee toch, het zijn juist lieve kerels. Elke vrouw blijft in wezen toch een meisje, ook al is ze atoomfysicus of directeur-generaal. De tijden zijn veranderd: echte vrouwen houden van aardige mannen, jerks zijn absoluut uit!”

De film Charlie’s Angels bracht in zijn eerste weekend in de States meer dan 40 miljoen dollar op, wat hem meteen op nummer 1 van de box office bracht. Bij ons loopt hij vanaf 22 november in de bioscoop.

Linda Asselbergs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content