Hij is een oude rot in het vak: vijfenveertig jaar in de modewereld om precies te zijn, en hij heeft een levenslang contract bij Chanel. Tegen alle verwachtingen in, is hij bescheiden. Een gesprek met een grote meneer en een wijs man.

Rue de Lille, 7. In het achterhuis bevindt zich de fotostudio van Karl Lagerfeld, in het voorhuis een boekhandel die ook van hem is, op de eerste verdieping zijn kantoor. Ook daar staat het vol boeken. Beneden in de studio zal hij na het interview zijn nieuw parfum Lagerfeld Femme voorstellen. Journalisten en fotografen zitten al te wachten.

“Kom binnen, kom binnen”, zegt Lagerfeld. “Excuseer me voor de vertraging, maar de mensen van de televisie hebben weer overdreven. Praten uren aan een stuk en achteraf blijkt de bijdrage dan maar twee minuten te duren.”

Niet erg. Ik heb hier in uw kantoor al een beetje rondgekeken. Zoveel boeken!

Karl Lagerfeld: Mijn bibliotheek omvat zowat 250.000 boeken, maar die kunnen hier niet allemaal in. Ik heb ze over al mijn huizen gespreid.

Hebt u ze ook allemaal gelezen?

De meeste toch. Minstens even doorbladerd. Dat had u niet verwacht, hé? Ik zal u eens wat zeggen: ik reis enkel om beroepsredenen. Ik neem nooit vakantie. Als ik eens vrij ben, dan blijf ik liever thuis. Om te kunnen lezen of orde te brengen in mijn bibliotheek. Mijn huizen zijn zeer mooi, wat moet ik dan in afschuwelijke hotels?

Zullen we het eens even over parfum hebben? Sinds 1 december is uw nieuwe geur Lagerfeld Femme op de markt, met de veelbelovende slogan: “Alles wordt anders. Voor altijd.”

Een veelbetekenende zin. Interessant. Daar wist ik niets van.

Komt die slogan dan niet van u?

Wel, nu overschat u me toch! Dat zullen die van de marketing wel bedacht hebben, om het beter te doen verkopen.

Wat zit er dan achter? Wil u met uw nieuwe geur een smaakrevolutie op gang brengen?

Revolutie, revolutie… Men kan toch niet zeggen dat ik een revolutie ontketen omdat ik een nieuw parfum uitbreng. Dat klinkt wel erg pretentieus. Ik zie het een tikkeltje bescheidener. Wat nieuw is aan de geur, is de techniek van de flacon. Dat die afgesloten wordt met een rubber dop èn dat de geur niet aan een bestaand parfum doet denken, is vandaag al moeilijk genoeg.

Inderdaad, tijdens het voorbije najaar kwamen wel honderd nieuwe geuren uit.

Die wellicht ook snel weer zullen verdwijnen… Die parfums kunnen toch niet allemaal overleven! Maar de grote concerns zijn erachter gekomen dat wanneer ze een nieuw parfum lanceren, ze ook hun oude parfums opnieuw kunnen verkopen. Daarom lanceren ze als gekken nieuwe parfums.

Is Lagerfeld Femme een geur voor de vrouw van het derde millennium? Hoe ziet die nieuwe vrouw eruit?

Wat is dat, de nieuwe vrouwelijkheid? De oude doet het toch nog? (schaterlach) Wat nieuw zou kunnen zijn, is de moderne vrijheid. Ik merk dat aan de jonge vrouwen in mijn omgeving. Vrouwen die met zichzelf in het reine zijn. Geen bekrompen, preutse burgertrutjes. Heel relaxed en cool. Die vrouwen hebben hebben vriendjes die jonger zijn dan zij. De dame van de televisie zei daarnet nog dat mannen bang zijn van zulke vrouwen. De macho’s uit de Middeleeuwen wellicht, maar de jongeren houden meer van zulke vrouwen dan van ingénues. Daar valt geen enkele jonge man nog voor.

Het is zeven jaar geleden dat u nog een damesparfum uitbracht.

Wacht even. ( denkt na) Hoe heette dat laatste ook al weer?

Weet u dat niet meer? ‘Sun, Moon & Stars’ uit 1993.

O ja, dat. Verschrikkelijk. Ik was daar helemaal tegen. Tegen het concept, tegen de geur, tegen de flacon, tegen alles. Voor de flacon alleen al was ik bijna beschaamd, omdat het een kopie was van een oude Franse parfumfles. Mijn parfums werden destijds verdeeld door Elisabeth Arden en toen hadden mannen het daar voor het zeggen. Hadden van niks verstand. Geen duidelijke lijn. Elke nieuwe reclame nog slechter dan de voorgaande. Die arme Amber Valetta. Is dan topmodel en verknalt bijna haar hele carrière omdat ze in de advertenties zo truttig is opgetut. Maar de cheque was blijkbaar hoog genoeg zodat het haar weinig kon schelen.

En is het nu anders?

Ja, nu staat een vrouw aan het roer van de verkoop. Iemand die nog voor Calvin Klein-parfums heeft gewerkt. Een kleine, kloeke dame, maar ze is fantastisch. Calvin Klein is een business met een jaaromzet van 600-700 miljoen dollar, dus moeder weet van wanten. Ik zal u eens wat zeggen, in de schoonheidsbusiness heb ik liever met vrouwen dan met mannen te doen. Mannen kan het niet schelen wat ze verkopen: stofzuigers, auto’s of cosmetica. Vrouwen werken ook nog met hun hart.

Welk is het eerste parfum dat u zich kan herinneren?

Het parfum van mijn moeder: Fleur de Rocaille van Caron. Later gebruikte ze een andere geur, Mitsouko van Guerlain, een schitterend parfum, maar mijn huid verdraagt het niet. Het wordt meteen zuur. Ik koop het echter toch en verstuif het in huis. Ik hou van heel veel parfums, maar ik kan ze zelf niet dragen. Daarom besproei ik er bedlinnen, badjassen en gordijnen mee.

Welke parfums gebruikt u zelf?

Als aftershave gebruik ik Jako, als eau de toilette het oude Lagerfeld of Allure pour Femme van Chanel. Niet de mannengeur, daar houd ik niet van. In de kersttijd gebruik ik Nuit Noël van Caron. Ik ben namelijk heel bijgelovig, daarom draag ik het ook enkel in december. Je zingt toch ook geen kerstliedjes in de zomer? Narcisse Noir van Caron, daar hou ik ook van. Kan ik echter niet zo vaak dragen, omdat een van mijn beste vriendinnen het ook gebruikt en je vermijdt uiteraard om hetzelfde te ruiken als mensen die je vaak ontmoet. Wat ik ook vaak gebruik, is Yamamoto – voor vrouwen, want de mannengeur vind ik maar niets.

Dat zijn er heel wat.

Natuurlijk. Ik heb een tafel waarop al die geuren uitgestald staan, en daaruit kies ik er één, afhankelijk van mijn humeur. Als ik in een slechte bui ben, dan moet ik iets nemen dat me vrolijker stemt. Als ik goedgeluimd ben, dan heb ik iets nodig dat me niet meteen hysterisch maakt. Ik hou echt van geuren. Als kind wilde ik zelfs parfumfabrikant worden. Mijn vader bezat de melkfabrieken Glücksklee. Melk in dozen. Geen verheffende geur. Maar toen dacht ik dat je, als je zelf iets wilde maken, een fabriek moest bezitten.

U creëert niet alleen geuren, maar ook juwelen, accessoires en vooral kleren. Ongeveer 2500 modellen per jaar. Voor Chanel, Fendi en het laatste seizoen ook voor uw eigen lijn Lagerfeld Gallery. Beschouwt u het soms als een vloek, voortdurend ideeën te hebben?

Nee, nee. Ik vind dat ik niet genoeg ideeën kan hebben. Je moet achteraf alleen maar goed kunnen uitkiezen.

Kan u afstand nemen van uw eigen ideeën?

Uiteraard. Wat denkt u? Ik zeg toch niet over mezelf dat ik te begaafd ben? Zo pretentieus ben ik niet. Ik gooi driekwart van mijn werk weg. Alles wat ik niet 100 procent vind, gaat de papiermand in. En kijk maar eens hoe groot die is.

Op welk moment van de dag kan u het best werken?

’s Morgens. Vroeger werkte ik veel ’s nachts, maar dan voelde ik me de volgende dag zo beroerd. Nee, nee, vroeg naar bed en ’s ochtends om zes uur uit de veren.

Wat doet u om te voorkomen dat uw ideeënbron opdroogt?

Daar zijn verscheidene remedies voor. Je moet belangstelling hebben voor wat je doet. Je moet altijd je ogen open houden. Je hebt een huis nodig met een klassieke televisieantenne en een schotelantenne, je moet alles in je opnemen en snel weer vergeten, en je mag vooral geen oogkleppen dragen en denken dat je alles beter weet. Wie zegt: elegantie is dit en stijl is dat en al het andere telt niet mee, is blasé en verloren. Je moet ermee kunnen leven dat alle begrippen na verloop van jaren een andere zin en betekenis krijgen.

Het wapen van vele ouderen tegenover jongeren is arrogantie die ze als wijsheid verkopen.

Ja, jammer genoeg is dat zo. Johnny Halliday zong in de jaren ’60 Nous, les jeunes en degenen die dat overleefden, zijn nu ook heel discreet geworden. Ik heb geen problemen met de jongere generatie. Bij mij is het leeftijdverschil zo groot, dat het bijna een andere wereld is die je met nieuwsgierigheid kan benaderen. Ik maak me wel zorgen om de generatie tussen 40 en 55, die de rest van de wereld wil bewijzen hoe jong en fris ze is. Ieder heeft zijn tijd en die kan je kunstmatig een beetje rekken, maar ergens merk je dat toch: het kan er allemaal heel mooi uitzien, maar fris is het toch niet meer.

In de mode krijg je de indruk dat de ontwerpers almaar jonger worden.

Ja, Yves Saint Laurent toont zich daarover heel verbaasd. Ik ben daarvan niet onder de indruk. Integendeel, voor mij zijn het laatbloeiers. Ik was nog geen 21 toen ik artdirector werd bij Patou en 25 toen ik Chloé overnam. Met 30 had ik al alles gehad. Al die drukte om de jeugd komt van mensen van middelbare leeftijd, die de jongeren een draai om hun oren zouden willen geven omdat ze zelf niet meer jong zijn.

Zou u nu nog als modeontwerper willen beginnen?

De tijd is daarvoor nu gunstiger dan tien, vijftien jaar geleden. De modebusiness boomt. De mensen kopen weer.

De modemarkt wordt nu toch ook gedomineerd door grote concerns, die de kleine merken opkopen. Gucci of LVMH zijn daarin toonaangevend. Hoe denkt u daarover?

Een voordeel of een nadeel? Wie zal het zeggen? Zo gaat dat tegenwoordig nu eenmaal, en niet alleen in de mode. Ik zie, godzijdank, nog een andere ontwikkeling.

Welke?

Ik merk bij steeds meer jonge ontwerpers dat ze geen zin hebben om voor die reuzenbedrijven te werken. Ze zijn bereid aanbiedingen af te slaan en financieel moeilijke tijden door te maken om vrij te zijn. Dat vind ik goed. Die moeten zich eerst creatief uitleven vooraleer ze zichzelf verkopen.

Dus is alles toch niet zo fantastisch met die fusies in de mode?

Natuurlijk is een kleine winkel charmanter. Die concerns moeten zoveel zaken doen, dat een beetje charme onmogelijk geworden is. Daar komt bureaucratie vóór creativiteit. Zolang ik Fendi en Chanel doe, zal ik ervoor zorgen dat mijn eigen collectie nooit te groot wordt. Daar kan ik doen wat ik wil. Niemand die daar over marketing komt kletsen.

Toch was u de eerste die zich aan cataloguscollecties hebt gewaagd, voor Quelle bijvoorbeeld.

Ja, omdat ik vind dat je alles moet proberen. Ik heb principieel niets tegen mode voor de massa. Persoonlijk vind ik GAP nog chiquer dan vele haute-couturecollecties.

Rijzen uw haren niet te berge als u slecht geklede mensen ziet?

Dat zou pretentieus, dom en arrogant zijn. Vooral omdat er ook mensen zijn voor wie mode geen prioriteit is.

U kan dus met iemand bevriend zijn die zich niet voor mode interesseert?

Ik zie mijn rol toch anders. En zo zouden alle modeontwerpers het moeten zien. Wij doen voorstellen en de mensen maken een keuze. Wat er daarna mee gebeurt, is niet mijn probleem. Ik ben niet de man die goede smaak dicteert. Alles wat iemand bevalt, is toegelaten. En ik vind het zeer neerbuigend mensen te bekritiseren die niets met mode te maken hebben.

Veel van uw collega’s zijn veel strenger in het veroordelen van slechte smaak.

Dat absolutisme gaat vaak gepaard met arrogantie. En die is dodelijk voor de mens. Verwaande mensen kijken niet meer naar links en niet meer naar rechts en denken dat ze God op aarde zijn. Dat is het drama van veel jongelui. Die willen na vijf jaar al een retrospectieve en vergeten dat Chanel of Schiaparelli hun leven lang geen retrospectieve kregen. Terugblikken is iets voor doden. Zolang je mode maakt, horen je modellen niet thuis in een museum.

Wat heeft u behoed voor de verwaandheid?

Ik hoop mijn omgeving, ikzelf, een duidelijke visie op het leven, de omstandigheden en de dingen die ik doe. En ook voldoende zin om de betekenis van de mode te relativeren.

Na bijna vijftig jaar in de modewereld…

Vijfenveertig om precies te zijn.

Goed, na vijfenveertig jaar, begint de mode dan niet te vervelen?

Geef ik die indruk?

Helemaal niet. Het is veeleer als een compliment bedoeld. Hoe kan u nog altijd zoveel enthousiasme opbrengen?

Mijn enthousiasme is nu bijna groter dan vroeger. Als je jong bent, heb je nog andere prioriteiten. Tegenwoordig kan niets me nog van mijn werk afbrengen. Eerst en vooral hoef ik het nu niet meer te doen om mijn brood te verdienen, en pas dan ben je werkelijk vrij. Alles begint opnieuw van voren af aan. En bovendien heb ik dat domme gevoel dat ik mijn beste collectie nog niet heb gemaakt.

Meent u dat ernstig?

Ja. Op mijn leeftijd klinkt dat grotesk, maar het is ook gezond en spannend. Wanneer je zo tevreden bent met wat je hebt gemaakt, dan word je vervelend. Dan kan je evengoed doodgaan. Vergeet niet dat Coco Chanel op haar 71ste een comeback heeft gemaakt. Ik heb dus nog tijd.

Dus u bent van plan om voort te doen tot u erbij neervalt?

Ik moet wel. Ik moet wel. Mijn contract bij Chanel is levenslang. Zolang ik het fysiek nog aankan en er zin in heb, waarom dan niet? Niet meer kunnen lopen, dàt moet erg zijn.

Hoe komt u daar nu bij?

Een ellendige toestand. Mijn onderbuur. Hij is nog maar pas veertig. Zijn vrouw is gestorven en hij zit verlamd in een rolstoel. Ik heb zopas mijn appartement anders ingericht.

Wat heeft uw appartement met uw buurman te maken?

Zijn slaapkamer bevindt zich vlak onder de mijne en ik zet de muziek altijd heel luid. Dat kon ik hem toch niet aandoen, hij zou niet meer geslapen hebben. Nu staat mijn bed ergens anders.

U ontpopt zich als een echte mensenvriend.

Ik ben bescheidener dan de mensen denken. Van ver zie ik er misschien uit als een bijtende hond, maar in de dagelijkse omgang is dat blijkbaar niet zo. Weet u, ik heb medewerksters die al 35 jaar met mij samenwerken. Waarschijnlijk ben ik dus toch niet zo slecht als iedereen wel denkt.

Komt u nog vaak naar Hamburg, uw Heimat?

Heimat! Dat is iets uit een gedicht van Eichendorff. Mijn Heimat is daar, waar ik me nu bevind. Zo ben ik opgevoed. Mijn ouders waren zeer kosmopolitisch ingesteld. Van jongs af leerde ik Duits, Frans en Engels. Maar intussen is mijn Duits slechter geworden dan mijn andere talen, omdat ik het niet genoeg spreek.

Ik wil niets zeggen, maar u zou een uur geleden al in uw studio uw nieuw parfum voorstellen. De mensen wachten.

Ach, wat moet ik daar? De mensen weten toch wie ik ben. Mijn leven bestaat uit kijken. Zien is me liever dan gezien worden.

Nog een laatste vraag dan: u die zo graag waaiers draagt, waarom is dat accessoire nooit echt ingeburgerd geraakt?

Dat kan ik u wel zeggen: de mensen zijn bang dat ze er dan net zo uitzien als ik. En wie wil er nu als Karl Lagerfeld uitzien?

Christine Mortag/IFA

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content