WERNER ADRIAENSSENS

© FOTO'S CHARLIE DE KEERSMAECKER

De grote Henry van de Veldetentoonstellingrealiseren, is voor mij een jongensdroom die in vervulling gaat. De befaamde architect leefde in de belle époque en dat is mijn favoriete tijdperk. Ik kwam als kind in de ban ervan, na een bezoek aan het Toulouse-Lautrecmuseum in Albi.

Op reis bezochten we om de twee dagen een museum. Mijn ouders hadden graag kunstgeschiedenis gestudeerd en namen ons mee.Dat cultureel ‘bad’ werd wel afgewisseld met een dagje zwemmen. Maar van het zwembad had ik gauw genoeg. Ik bezocht liever steden. De verhalen van mijn vader spraken tot mijn verbeelding.

Het belang van elegantie en etiquette ontdekte ik via een tante van mijn grootmoeder. De familie aan moeders kant hechtte veel belang aan cultuur, ook aan tafelcultuur. Het was als kind een feest om bij die oudtante te genieten van de mooie spullen. Dat heeft niets met burgerlijkheid te maken, het geeft het leven een geraffineerde dimensie.

Aanvankelijk wilde ik kok worden. We bezochten zelfs de hotelschool. Maar in het tweede middelbaar gaf ik een spreekbeurt over wat ik wilde worden. ‘Hoe kom je daarbij ? Kok ?’ vroeg de lerares Nederlands. ‘Jij bent echt iemand om kunstgeschiedenis te studeren.’ Ik was dertien en wist eigenlijk niet dat dit kon. Maar ik kook nog altijd graag.

Ik heb een passie voor zilver, kristal en tafelcultuur. Het liefst organiseer ik een diner waarvan het menu volgens de regels van de kunst is samengesteld en met een perfect gedekte tafel. Op de Van de Veldetentoonstelling staat er trouwens ook een feesttafel.

Als conservator mag ik niet verzamelen. Ik omring me wel met mooie objecten. Ik koop nooit zomaar iets. Vormgeving vind ik belangrijk. Ik zoek net dat ietsje meer. Wijn smaakt toch ook beter in een kristallen glas ?

Ik lees graag biografieën. Het begon met Lautrec. Ik ontdekte zijn wereld en zijn tijd. En kwam uiteindelijk bij Van de Velde terecht. Een kunsthistoricus is als een detective die alles over iemand wil weten.

Het is niet omdat ik met het verleden bezig ben, dat ik er in leef. Mensen die dat doen, vind ik weird. Ik hou van nostalgie, maar ik lees wel al jaren de krant op een tablet.

Tentoonstellingen bouwen betekent mensen met verfijnde smaak ontmoeten. Zo ontstaan er ook vriendschappen. Een van de beklijvendste ontmoetingen was die met de kleindochter van art-nouveaukunstenaar Philippe Wolfers.

Je leert ook verzamelaars kennen. Het vertrouwen die mensen in je stellen is soms aangrijpend. Als ik het met sommigen niet kan vinden, is het omdat ze onbetrouwbaar zijn. Als mijn vertrouwen beschaamd wordt, vergeet ik dat niet. Ik heb op dat gebied een olifantengeheugen.

Mijn gevoel voor schoonheid heeft veel met kleur te maken. Kleur is altijd het eerste waar ik op let. Van de Velde had daar ook veel aandacht voor.

Art nouveau en art deco zijn de gebieden bij uitstek die ik bestudeer. Ik zou het jammer vinden als ik ze op een dag minder fascinerend zou vinden, doordat er iets anders in de plaats komt. Ik begin me wel te interesseren voor fiftiesdesign, dat heel boeiend is, maar ik tracht dat toch wat te temperen. Anderzijds is het verleggen van je interesse een logische evolutie.

Professor Werner Adriaenssens (38) is conservator van de afdeling Decoratieve kunst uit de 20ste eeuw in het Jubelparkmuseum in Brussel. Hij doceert aan de VUB en is curator van de Henry van de Velde-expo in het Jubelparkmuseum, 13 september 2013 tot 12 januari 2014. www.rmah.be.

DOOR PIET SWIMBERGHE – FOTO’S CHARLIE DE KEERSMAECKER

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content