Natuurbeleving, ademruimte en een biotoop voor vogels en insecten : het kan ook in een dichtbebouwde omgeving, dankzij groendaken, geveltuinen en zwemvijvers. Wij staken ons groen licht op bij de jonge bende van Ecoworks.

Hebben we zolang in jullie studie geïnvesteerd om nu putten in de grond te graven ?” kregen de mariene bioloog Lieven Houthoofd, handelsingenieur Sander De Kegel en marketing-specialisten John Kinnen en Tim Van Assche voor de voeten geworpen toen ze vier jaar geleden Ecoworks oprichtten en daarmee oorspronkelijk vooral zwemvijvers aanlegden. Maar ze zetten door en verlegden zelfs hun werkterrein : naast zwemvijvers en rietveldwaterzuiveringsinstallaties realiseren ze steeds meer groendaken en geveltuinen.

Zwemvijvers zijn populair in Vlaanderen ?

Lieven Houthoofd : Veertig procent van onze omzet bestaat uit vijvers en dan vooral zwemvijvers. Het is de sector waarin we het creatiefst kunnen zijn. We legden er tot nu toe zo’n dertig aan, in heel Vlaanderen. Elk gezin krijgt een vijver op maat. In zo’n zwemvijver kun je zwemmen en ravotten, maar als hij niet gebruikt wordt, is hij even mooi en uitnodigend voor de natuur als een andere vijver. Een gewone siervijver, hoe mooi ook, biedt nooit de functionaliteit van een zwemvijver. Die wordt gezuiverd met een ecologisch plantenfiltergedeelte, dat samen met nuttige bacteriën het water helder en gezond maakt. Zo is hij tegelijk ook een thuis voor bijzondere insecten. Het door de natuur zelf gezuiverde water is zo gezond dat vogels, maar ook kleine zoogdieren en zelfs een ree, ervan komen drinken.

Sander De Kegel : Een zwembad mag je vergelijken met een brandstofverslindende en roet uitstotende SUV, een zwemvijver met een milieubewuste hybride auto. Ze bieden hetzelfde gebruik, zijn bij een vergelijkbare klasse ongeveer even duur in aanleg : zo’n 25.000 euro voor een middelgroot zwembad en zwemvijver. Op milieuvlak scoren ze echter anders : een zwembad vraagt chloor en andere niet altijd even gezonde schoonmaakproducten, en samen met het verbruik lopen de jaarlijkse kosten snel op tot meer dan 1000 euro. Bij een zwemvijver filteren de planten gratis : er is enkel 250 euro per jaar nodig voor de elektriciteit van de circulatiepomp. Extra verwarming is niet nodig, want een zwarte folie en een ondiepe plantenfilter vangen genoeg zon om het water op te warmen in de belangrijkste zwemperiode, van mei tot september.

En groendaken ? Hoe populair zijn die in Vlaanderen ?

Bio-ingenieur HanneMertens : We leggen de groendaken voornamelijk aan op bedrijfsgebouwen. Ze worden ingericht als intensieve of semi-intensieve groenruimten die uitnodigen tot gebruik, of – en dat is de meerderheid – als extensieve groendaken met een tapijt van vetplanten en een onderbouw die in staat is om regenwater te bufferen. De overheid verplicht daartoe bij grote dakoppervlakken om overbelasting van het rioleringsstelsel te voorkomen. Bij een regenbui wordt het water opgeslagen in het substraat en de draineerlaag van het groendak, alleen een echt teveel gaat richting riolering. Al het andere komt ten goede aan de planten. We zijn in feite dakbedekker en tuinaannemer in één.

En op de Vlaamse woningen ? Komen daar groendaken op ?

Yannick Lepage : Je moet Google Earth eens bekijken, hoe zwart de dakoppervlakte onze steden inkleurt. Er is nog een groeimarkt voor groendaken.

John Kinnen : De meerderheid van de Belgische huizen is onvoldoende geïsoleerd en op dat vlak scoren groendaken net goed. We leggen een isolatielaag op het platte of licht hellende dak en dat maakt enkele graden verschil uit. Bovendien houden die groendaken ook fijn stof vast, ze geven zuurstof af en zijn een nestplaats voor dieren. Bij zowat alle steden en gemeenten kunnen inwoners trouwens aankloppen voor een toelage ‘aanleg groendaken’. Die kan oplopen tot 31 euro per vierkante meter, ruimschoots de helft van de prijs. Het helpt mensen over de brug te halen. Nochtans zijn daktuinen ook zonder die tussenkomst een interessante investering. Zeker als je ze combineert met zonnepanelen.

Waarom zijn daktuinen en zonnepanelen samen dan zo’n goede investering ?

John Kinnen : Zonnepanelen renderen het best in de lente, bij gematigde omgevingstemperatuur. In de zomer zakt hun energiepeil omdat de omgevingstemperatuur te hoog oploopt. Het kan op een traditioneel plat dak gemakkelijk zeventig graden warm worden. Een groendak neutraliseert die opwarming en helpt zo de fotovoltaïsche installatie zijn piekvermogen veilig te stellen. We gingen een stap verder en bedachten een creatieve oplossing om de installatie van zonnepanelen te vergemakkelijken door het groendak als ballast te laten fungeren. Dat rendeert veertien procent beter dan een klassiek zonnepaneel.

Yannick Lepage : De vraag naar groenaankleding van daken blijft groeien en komt ook steeds van verder. Het spectaculairst was wel de aanvraag uit Ivoorkust voor de aanleg van 22.000 vierkante meter groendaken op een nieuwbouwwijk met arbeiderswo-ningen. We zijn er niet op ingegaan. Maar het idee is wel goed : dat een promotor voor een ganse wijk of buurt een gezamenlijke aanleg van groendaken organiseert. Dat drukt de kosten. Ondertussen bieden we via onze website zelfbouwpakketten aan.

Jullie begonnen ook met de aanleg van groengevels.

John Kinnen : Vorig jaar bouwden we een eerste interieuropstelling in Big Blue, het expertisecentrum voor warmte en water van Van Marcke in Zaventem. Noem het een levend schilderij of zelfs een nieuwe interpretatie van kamerplanten, luchtfilters en -bevochtigers in één. In Maldegem kwam onze eerste buitengevel. Nu zijn we bezig aan onze eerste buitengevel in het hartje van Brussel. Symbolisch voor ons erg belangrijk en tegelijk een klassevol referentieproject, een heuse verticale tuin in een patio van een zeventiende-eeuwse woning. De mosterd daarvoor haalden we uit prototypetekeningen die we zagen van architectuur in de toekomst, maar ook bij de Fransman Patrick Blanc, die al midden jaren negentig zijn eerste verticale tuin ontwierp. Het is een losstaande constructie die voor de echte gevel wordt gebouwd en planten voldoende substraat, vocht en ruimte geeft om te groeien.

Yannick Lepage : Groot pluspunt van de verticale tuinen is dat ze groenbeleving bieden op anders totaal volgebouwde plekken. Tegelijk is het milieueffect, de impact op het stadsklimaat groot. Op amper tien centimeter stoepbreedte kan een oppervlakte groen groeien die de vergelijking met de kruin van een honderdjarige boom doorstaat. De hoge kostprijs, ongeveer 600 tot 1000 euro per vierkante meter, maakt er een exclusief product van. Voor bedrijven en gemeentebesturen is het echter een prima uithangbord van de inspanningen die ze leveren voor een beter milieu, al zal dat effect natuurlijk afnemen naargelang er meer geveltuinen verschijnen. Het voordeel daarvan is dan weer dat onze steden opnieuw groen zullen kleuren.

Welke planten zijn ideaal voor een geveltuin ?

John Kinnen : Heel wat planten, maar onze exacte lijst geven we niet vrij. We hebben er veel te lang research naar moeten doen. Het is een combinatie van varens, vaste planten en kleine heestertjes die we kiezen in functie van zon en schaduw, planthoogte, rekening houdend met het visuele effect dat nodig is. Er is trouwens duidelijk een evolutie gaande : waar nu nog gewerkt wordt met sierplanten, steken hier en daar al experimenten de kop op met eetbare gewassen. Tot tomaten toe. In São Paulo, Brazilië, zijn ze alweer een stap verder. Daar lopen projecten met betongevels die zich laten beplanten.

Wat is jullie volgende actieterrein ?

John Kinnen : We zetten nu een totaal nieuw concept van begroening op poten : brown roofs. Concreet wil dit zeggen dat we boven op het dak het terrein waarop de woning of het pand gebouwd is opnieuw aanleggen. Het dwingt tot bouwtechnische aanpas-singen, want het gewicht van de uitgegraven aarde is een veelvoud van een ‘normaal’ groendaksubstraat. Ecologisch en landschappelijk is zo’n brown roof revolutionair, want ze maakt de ruimste biodiversiteit mogelijk. Met de oorspronkelijke grond of bewust gemengde substraten, stenen en hout kunnen we zelfs lokaal verdrukte soorten, zoals heide, opnieuw ontwikkelingskansen geven. Echt grote oppervlakten komen bij dit concept ook in aanmerking voor de aanleg van heuse tuinen of als miniakkers voor voedselproductie. Wat dat betreft, leggen we momenteel een 300 vierkante meter grote miniakker en moestuin aan boven op een kantoorgebouw in Overijse. Komende zomer verwachten we er een eerste keer te kunnen oogsten.

Info : toelage groendaken zie www.premiezoeker.be

Info : 02 657 77 31, www.ecoworks.be

Door Marc Verachtert en Leen Creve – Portret Diego Franssens

John Kinnen : “Een zwemvijver mag je vergelijken met een hybride auto, een zwembad met een brandstofverslindende en roet uitstotende SUV.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content