Er zijn zo veel lovenswaardige initiatieven dat het geen sinecure is om een goed doel te kiezen. Enkele praktische beschouwingen om u toch op weg te helpen.

De barmhartige samaritanen onder ons werden onlangs gealarmeerd door het boek Hoe goed is het goede doel ? van financieel expert Thierry Debels. Om hen meteen gerust te stellen : met verklaringen zoals deze in de ondertitel – “van elke 100 euro in de collectebus van 11.11.11 gaat er één euro naar het Zuiden” – gaat de auteur soms behoorlijk kort door de bocht. Hij vergeet voor het gemak dat 11.11.11 geen noodhulporganisatie is. Ontwikkelingssamenwerking is zoveel méér dan arme landen geld toestoppen, het draait om structurele opbouw. Bovendien ligt het werkterrein van 11.11.11 als Noord-Zuidkoepelorganisatie ook deels in het rijke Westen, waar middelen worden ingezet voor het nodige lobby- en sensibiliseringswerk. Debels beschuldigt ngo’s van fraude, al brengt hij buiten het bekende voorbeeld van Mensenbroeders, dat genekt werd door zijn gesjoemel, weinig cases aan om dit te staven.

Volgens de studies die KU Leuven de jongste zeven jaar uitvoerde, zit het overigens redelijk goed met de betrouwbaarheid van ngo’s. Onderzoeker Ignace Pollet : “Wie in de ontwikkelingssamenwerking actief is, heeft meestal een zekere ethiek en bevlogenheid. Praktijken die het daglicht niet mogen zien, zijn er nauwelijks.” Schenkers die willen weten of een vzw betrouwbaar is, kunnen nagaan of deze organisatie een fiscale vrijstelling geniet. Wie dat krijgt, wordt immers automatisch aan een hoop controles onderworpen : zo wordt gescreend hoe het fondsen werft, hoe correct de informatie is die het doorsluist naar de donateurs en waar het geld naartoe gaat. Die fiscale vrijstelling geldt dus als een kwaliteitslabel. Het lidmaatschap van de Vereniging voor Ethiek in de Fondsenwerving (VEF, surf naar : www. vef-aerf.be) is dat eveneens.

Wildgroei

Ignace Pollet moet toegeven dat sommige ngo’s heel schaars zijn met informatie over hun effectiviteit. “Ngo’s zijn, net als bedrijven, instituties die zichzelf in leven willen houden. Er is zeker een wildgroei geweest aan organisaties. Op dit moment telt België 130 erkende ngo’s die op cofinanciering van de overheid kunnen rekenen. In Nederland zijn dat er slechts zes. De overheid heeft daar paal en perk gesteld aan de versnippering van de middelen.”

Er zijn zeker organisaties die helder communiceren, jaarverslagen op hun website publiceren en inleefreizen organiseren voor hun donateurs. Bij andere vzw’s is transparantie dan weer dé achillespees. “Vaak is het moeilijk op voorhand in te schatten welk resultaat een project zal opleveren”, geeft Ignace Pollet als mogelijke verklaring. “Een organisatie weet niet altijd of zijn partners in het Zuiden wel koosjer zijn en niet voor eigen rekening werken. Die onzekerheid wakkert de angst om niet té veel bloot te geven aan. Als ze zich te kwetsbaar opstellen, kunnen ze daar op afgerekend worden.” In de jaren 60 en 70 vierde het voluntarisme hoogtij, maar tegenwoordig worden ngo’s aangepord om veel professioneler tewerk te gaan. Toch hebben ze nog een hele weg af te leggen.

Jaarrekeningen checken

De schenker die zeker wil zijn dat zijn geld goed besteed wordt, zal om die reden zélf inspanningen moeten doen, door bijvoorbeeld op de website van de organisatie in kwestie de jaarrekeningen na te kijken. Die moeten begrijpbaar zijn voor de doorsneeburger. “Zijn ze dat niet, dan zegt dat veel over het gebrek aan transparantie van de vzw”, meent Olivier Marquet, directeur van Triodos Bank. Objectieve bronnen zijn de Vlaamse Federatie van Ngo’s voor Ontwikkelingssamenwerking (www. coprogram.be) en Donorinfo (www. donorinfo.be). Van die sites kan je de cijfergegevens van alle vzw’s downloaden. Omdat je er ook een overzicht vindt van de organisaties, met uitleg over wat ze doen en waar ze actief zijn, helpen ze je ook door de bomen het bos te zien.

Olivier Marquet van Triodos Bank : “Je mag als schenker gerust kritisch staan tegenover de vzw’s. Naar de financiële rapportering vragen, is dat veeleisend ? Net als de aandeelhouder van een bedrijf, heb je het recht te weten waarin je investeert. De tijd van het adagium ‘het doel heiligt de middelen’ is voorbij.” Triodos Bank is zelf ook streng voor de duurzame organisaties waarin de bank de spaargelden van zijn klanten onder de vorm van kredieten investeert. Triodos onderzoekt de financiële gezondheid, de transparantie en de finaliteit van de projecten vooraleer ze met een vzw in zee gaat. “Zo controleren we bij de doorlichting van een rusthuis dat we willen financieren onder andere of het de bejaarden met voldoende respect bejegent”, legt Olivier Marquet uit. Hij geeft nog een voorbeeld : “De laatste tijd hebben we ook oog voor biomassaprojecten, die alternatieven bieden voor fossiele brandstoffen. Maar een project met palmolie uit Indonesië zullen we weigeren omdat daarvoor regenwouden worden omgekapt en we zodoende ons doel volledig missen.”

Een eigen fonds

Wat opvalt, is dat de donateurs de laatste vijf jaar veel kritischer zijn geworden. Ze zijn dus vragende partij om meer inzicht te krijgen in het doen en laten van ngo’s. Een groeiende groep wil zelf actief iets ondernemen. “Mensen die op reis in Afrika een schooltje tegenkomen, zullen soms zelf het initiatief nemen om dat financieel te ondersteunen”, merkt Ignace Pollet. “Als één trend duidelijk wordt, dan is het wel dat de mensen écht bij de ontwikkelingshulp betrokken willen worden. Dat is een belangrijke les voor ngo’s : mensen willen niet alleen geld geven, ze willen ook dichter bij de acties staan.”

Het Centrum Filantropie van de Koning Boudewijnstichting (www. kbs-frb.be/philantropy.aspx?id=75430) biedt mensen die over een minimumkapitaal van 75.000 euro beschikken de kans om onder zijn vleugels een fonds op naam op te richten. Ze kiezen zelf hun actieterrein, maar kunnen wel op advies van het centrum rekenen. Om terug te komen op de Afrikareiziger van daarstraks : als die vindt dat er méér van die sympathieke schooltjes zouden moeten komen, helpt de Koning Boudewijnstichting om daar lokale partners voor te zoeken. Of het lanceert projectoproepen als de oprichter van het fonds niet weet hoe hij zijn goede doel kan concretiseren. Stichtingen van kapitaalkrachtigen zijn overigens een internationale tendens. “Persoonlijk vind ik dat niet zo’n positieve ontwikkeling”, zegt Olivier Marquet. “Ik zou die mensen eerder aanraden een deal te sluiten met een bestaande organisatie. Ze onderschatten hoe moeilijk het is om competentie op te bouwen in ontwikkelingssamenwerking.”

Door Peter Van Dyck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content