Linda Asselbergs/Koen Fillet

LINDA ASSELBERGS

Iedereen is weg. Naar Cuba, Sicilië of een naturistenkamp in de Provence. Of we niet een weekje langskwamen, vroegen de naturistische vrienden. Nu ben ik verre van preuts, Koen, maar met zijn allen bloot aan de barbecue, daar komen gegarandeerd accidenten van. Het scheelt natuurlijk wel qua bagage, maar wat moet ik dan met al die zomerkoopjes ?

Nu ik erbij stilsta, hoe ga jij eigenlijk met vakantie ? Wonderlijk hoe weinig wij van elkaar weten. Wacht, laat ik hier ter plekke een Sam Gosling plegen. Die Amerikaan, psycholoog van stiel en auteur van het boek Snoop beweert dat hij aan de hand van iemands spullen een grondige karakteranalyse kan maken. Pff, fluitje van een cent. Puur aan de hand van het geschreven woord moet dat ook lukken. Liet jij je vorig jaar rond deze tijd niet ontvallen dat je eigenlijk het liefst op eigen erf blijft en enkel onder druk van de sibbe op verplaatsing gaat ? Met de sleurhut, uit een recente column meen ik me een trekhaak te herinneren. Naar Engeland of Wales, gok ik, of een niet al te zuidelijk Frankrijk. Want nee, een zonneklopper ben je volgens mij niet, laat staan een naturist. Eerder zo’n vader die eens ter bestemming en alles opgesteld en uitgeklapt niet meer van z’n vouwstoel onder de appelboom te wrikken valt. Met een stapel zorgvuldig bij elkaar gesprokkelde vakantielectuur naast zich en een muxtape vol woehoe binnen handbereik – eventueel toe te voegen : Spanish stroll van Willy DeVille, veel woehoe-er komen ze niet. Zo’n vader ook die bij slecht weer net zo lang zeurt tot kind 1, 2 of 3 zich opoffert om mee te gaan naar het lokale truffelmuseum of om die mysterieuze menhir op te sporen die wel op de stafkaart staat, maar koppig onzichtbaar blijft in het struweel.

En uiteraard ben je een kajakker. Doe ik zelf namelijk graag, paddelen. Behoorlijk goed ook, helaas niet volgens de rest van de wereld. Vorig jaar in Cassis net geen roeispaan op mijn bol gekregen. Kajakken gaat nog net, maar voor een hoop andere simpele vakantiegenoegens kun je maar beter een paar kinderen als alibi hebben. Een grote rubberen banaan berijden, de wildwaterbaan afdenderen, of in zo’n onnozel toeristentreintje rondtoeren. Maar daar zijn die van jou wellicht te oud voor.

Heimwee, Koen, daar-over heb ik het nog niet gehad. Bij mij, na twee weken. Bij jou, na twee dagen ?

KOEN FILLET

Tiens. Mensen die beweren niets van elkaar te weten, blijken wonderlijk veel van elkaar te weten, Linda. Alles wat je over mijn veronderstelde vakantiegewoonten bij elkaar hebt verzonnen, klopt.

Griezelig. Ja, ik ga liever naar een museum dan naar een strand. Ja, ik lees op vakantie, het liefst in de schaduw van een boom. Dat mag een appelboom zijn. Ik ben weleens met een caravan in Engeland gesignaleerd en met een zwerfwagen in Frankrijk. En inderdaad, nooit zuidelijker dan Bordeaux. Onder Bordeaux beginnen de tropen. Ik ben geen tropenmens.

Er zijn een paar principes die ik koester. Zonneschijn is voor tomaten. Zwemmen is voor vissen. Reizen is voor mensen die thuis niet gelukkig zijn. Dat is een wereldbeeld dat niet echt tot verre verplaatsingen noopt. Op dag twee slaat bij mij heimwee toe, ook dat heb je correct voorspeld, Linda. Waarom ben ik hier, denk ik dan. Waar is mijn eigen bed, de vertrouwde badkamer, mijn boeken en mijn krant, het gepruttel van de koffie in mijn eigen keuken. Wat doe ik mezelf aan ? Had ik geen dierbaren die er anders over denken, ik bleef thuis. Als ik vreemde culturen wil leren kennen, lees ik Donau van Claudio Magris of koop ik voor 3,80 euro The Guardian. Dat is veel geld voor een krant, maar géén geld voor een kanaalovertocht.

Ik heb er ooit eens iets over gezegd op de radio, in een reisprogramma nog wel. Dat was vloeken in de kerk. Overstelpt met mailtjes. Zeer tot mijn verbazing géén luisteraars die mij een rare kwiet vonden.

Allemaal mensen met vakantieangst. Lotgenoten. Mensen die een kat in huis hebben gehaald, niet omdat ze van katten houden, maar omdat ze een sociaal aanvaard excuus zochten om een zomer lang thuis te zitten : “Ik kan niet weg, ik moet voor de poes zorgen.”

Ik herinner me de brief van V. Je hebt me gelukkig gemaakt, Koen, schreef ze. Jarenlang had ze geleefd in de veronderstelling dat ze de enige was met een reishekel. Die twee minuten radio waren een pak van haar hart geweest. Ze wou met me trouwen. Ik heb een vriendelijk maar gedecideerd nee teruggemaild, want bij trouwen hoort een huwelijksreis.

(www.koenfillet.be )

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content