Watts Wacker runt met Jim Taylor FirstMatter, een bedrijfje dat toekomstscenario’s uitzet voor wie een beleid voor overmorgen wil uitstippelen. Hun boek “The 500-Year Delta, What Happens after what Comes Next” (Harperbusiness, 1997) maakte de onconventionele, flamboyante Wacker tot meest gegeerde futurist bij topbedrijven in de States. Ook buiten Amerika wordt hij steeds meer gevraagd.

W atts Wacker (44) werkte in opdracht van Steven Spielbergs DreamWorks, Saab, Bacardi-Martini, de gouverneur van Montana, British Airways, British Petroleum, Coca-Cola, Avis… Hij is 250 dagen per jaar onderweg en gebruikt die tijd om te observeren. Dat doet hij ook als bedelaar in een station, als begeleider van vrouwen naar door fanatici belegerde abortusklinieken, als paardendrijver in Montana, als shuttlebus-chauffeur op de luchthaven. Wat mensen doen, zeggen en beleven, daar voedt hij zijn visie mee. Maar ook met film, poëzie, de kabbala, geschiedenis, filosofie, biowetenschappen.

Hoe je de toekomst het best benadert? De grondhouding is volgens hem heel eenvoudig: “Alles wat je geleerd hebt om te bereiken wat je bent en te verwerven wat je bezit, is van nu af van nul en generlei waarde meer.”

Onze tijd, waarin connectivity ervoor zorgt dat alles steeds sneller gaat en steeds ingrijpender verandert, vergelijkt hij met de Renaissance. “De informatica is niets anders dan de drukpers van Gutenberg, maar dan wel een die op anabole steroïden loopt”, is een van zijn favoriete beelden om duidelijk te maken in wat voor soort revolutie we beland zijn.

Het volgende boek van het duo Wacker-Taylor zal het eerste zijn dat Harperbusiness in de 21ste eeuw op de markt brengt. Handbook of a Visionary gaat over het leren absorberen van paradoxen. De enige mogelijkheid tot overleven in een wereld die naar alle kanten tegelijk trekt.

Nogal wat mensen zijn ervan overtuigd dat op 2 januari 2000 de hele wereld zal bevangen worden door een gigantische kater. Nu al staan overal hier in New York de boeken over het millennium in de uitverkoop, sommige geplande vieringen zijn voortijdig afgelast, de hele dure millenniumreizen lijken toch niet zo’n succes als verwacht…

Watts Wacker: Honderd jaar geleden probeerden mensen bij de eeuwwisseling de tijd stil te zetten, alsof de wereld zou ophouden met draaien bij klokslag twaalf. Precies omdat dat niet gebeurde en men verbaasd tegen de nieuwe mogelijkheden aankeek, zijn de veranderingen toen fel gaan versnellen. Ik ben erg benieuwd of zich dat nu ook zal voordoen.

De onvermijdelijke kater vooraleer het zogenaamde feest begint, is volgens mij een teken dat er een einde komt aan de sfeer van hype waarin we nu toch al een hele tijd leven. De hype rond de nieuwe Starwars bijvoorbeeld was ongenadig. We zijn zo bewerkt met hype, dat er onvermijdelijk een antireactie komt. We zijn lang niet meer zo gemakkelijk warm te maken als vijf jaar geleden.

Is dat niet een gezonde, wijze reactie?

Jazeker. Het toont ook aan hoe ver je tegenwoordig moet gaan om een doorbraak te forceren. We hebben zoveel gezien en zijn zo gesofisticeerd geworden dat we alle trucs doorhebben. Bovendien is het consumentisme zijn glans en glorie aan het verliezen. De rol van het consumeren is gemarginaliseerd. Er zijn 2 miljard mensen op de wereld die onze lifestyle ambiëren. Dat is ongeveer een derde van de wereldbevolking. Een ander derde van de wereld leeft nog in het steentijdperk. Van die eerste 2 miljard hebben de armste huishoudens nu toch meer bezittingen dan het gemiddelde gezin had 25 jaar geleden.

Bezittingen vertellen tegenwoordig niets wezenlijks meer over een mens. Ze verklaren maar weinig meer over wie je bent en wat je plaats in de maatschappij is. In dit land had 30 jaar geleden slechts een derde van de bevolking airconditioning, nu hebben 70 procent van de armste gezinnen airconditioning.

Op een party vragen mensen niet meer aan elkaar waar ze wonen en met welke auto ze rijden. Wel wat ze lezen, welke films ze gezien hebben, of ze die of die website kennen. Wij noemen dat een evolutie van de stuffcentric world naar de mediacentric world. Ik zou er bijvoorbeeld proberen achter te komen wat je denkt over de film Groundhog Day. Het zien van die film was voor mij de meest existentiële ervaring sinds ik Kierkegaard gelezen heb. Een man ontwaakt, elke morgen weer op dezelfde dag, er overkomen hem steeds dezelfde dingen, tot hij op de goede manier reageert. Als jij zou zeggen dat je het een doorsnee kleine slapstick van de Charlie Chaplin-school vond, dan zou ik weten dat je iets van recente filmgeschiedenis afweet, maar ik zou ook meteen doorhebben dat ik met jou op lange termijn geen zinnig gesprek gaande kan houden. Precies omdat dit voor mij zo’n betekenis had en voor jou niet.

Is het dat wat u in The 500-Year Delta “The fraternity of strangers” noemt? De gelijken die men kiest om de verdwenen familiebanden te vervangen?

Het helpt je inderdaad om mensen te selecteren die in jouw fraternity thuishoren, met wie je kunt communiceren. Een mooi voorbeeld daarvan is dat, toen Madeleine Albright publiek verkondigde dat ze de film Titanic maar niks vond, in de Los Angeles Times een column verscheen waarin gedecreteerd werd dat ze niet langer geschikt was voor haar job. Ze werd door tinseltown uitgespuwd.

De kloof gaapt nu tussen wie wel en wie geen toegang heeft tot dit media-aanbod. Wie geen geld heeft, blijft buitenspel in een wereld waar alles draait rond connected zijn.

Ik geloof echt dat dat aan het veranderen is. In de wereld waarin wij zijn opgegroeid, droeg je bijvoorbeeld je Timex-horloge tot het kapot was en dan gooide je het weg. Nu koop je een nieuwe computer en die is al te traag en heeft onvoldoende geheugen eer je hem uit de doos kunt nemen… Wat doe je dan? We gaan volgens mij de oude hardware sneller doorgeven. Een arm kind zal de hand kunnen leggen op technologie van de vijfde generatie, en als het door zijn vorming zijn weg weet in de ether, heeft het meer kans op succes dan een rijke computeranalfabeet. De wereld is inderdaad meer en meer opgedeeld in twee kampen: arm en rijk. Het middenveld verdwijnt. Maar dé grote verandering is dat er nooit meer over-en-weerbewegingen waren dan nu. Rijke mensen worden arm, armen worden rijk. Kapitaal en bezit zijn niet meer de bepalende factoren. Dat is voor mij een van die voorbeelden van grote veranderingen in het systeem waarbinnen we leven. Technologische kennis, je weg weten in het wereldwijde Net en zijn informatie speelt de hoofdrol. In Vietnam zijn er op dit moment al 400.000 computers. De gevolgen zijn niet tegen te houden.

Polarisatie tussen arm en rijk, tussen man en vrouw is blijkbaar kenmerkend voor onze tijd. Maar tegelijkertijd worden de grenzen tussen gebieden ook voortdurend overgestoken.

We zijn op een punt in de geschiedenis dat even belangrijk is als toen men 500 jaar geleden afstapte van de idee dat de aarde vlak was en bewijzen vond voor het feit dat ze rond was. Wij ondervinden nu dat de wereld veel meer door chaos dan door het redelijke oorzaak-gevolgprincipe wordt voortgedreven. Als de wereld in zo’n fase van ingrijpende veranderingen zit, staat niets meer vast, wordt alles in twijfel getrokken, niets blijft meer op zijn plaats. Aan de basis van een mensenleven lag traditioneel een waardenstelsel dat lange tijd meeging, waar je achter kon staan. Dat wordt een moeilijke zaak in een tijdsgewricht waarin de enige zekerheid is dat alles, maar dan ook letterlijk alles op de helling staat.

De delta, de metafoor die we in ons boek gebruikt hebben, is niet het Griekse symbool voor verandering, dat is een letterlijke interpretatie. Het is de rivierdelta waar de onweerstaanbare kracht en de onbeweeglijke materie elkaar ontmoeten. Waar land probeert vorm aan te nemen en water probeert vloeibaar te blijven. Als je een delta oversteekt, lijkt alles hetzelfde. Het lijkt allemaal water, maar je weet nooit of je vaste grond onder de voet hebt of op drijfzand staat. De enige manier om erachter te komen is doorgaan, het risico van de volgende stap nemen. Het erop wagen. We zijn nu op het punt in de tijd waarop we van het ene grote epos in het andere oversteken. Op dat moment worden we geconfronteerd met wat wij graag culturele schizofrenie noemen. Dat is bijvoorbeeld waarom globalisering en nationalisme samengaan op hetzelfde moment. Culturele schizofrenie is precies wat je in staat stelt tegelijkertijd in twee richtingen te manoeuvreren zonder dat het onlogisch en tegenstrijdig aanvoelt. Daarom bestaan honderd nationalistische oorlogen en de Europese Unie en de World Trade Organisation naast elkaar. De sleutel voor de toekomst is het kunnen absorberen van de paradoxen. Onderkennen dat alles tegelijk gebeurt, en niet eenkennig in één of andere richting willen evolueren.

Als zakenlui u voor het eerst ontmoeten, moeten ze wel goed van de wijs zijn. Ze verwachten dat u hen zegt hoe het moet in de toekomst, en u komt ze vertellen dat de wereld op zijn kop staat.

De Oxford Dictionary geeft een dubbele definitie van een futurist. Een futurist bestudeert de dynamiek van verandering of de manier waarop de verandering de wereld omgooit. En een futurist bestudeert ook de Zeitgeist en de evolutie van het menselijke leven. Het pakket is niet compleet als je beide niet samen bekijkt.

Maar je hebt gelijk, die zakenlui zijn weleens gechoqueerd. Omdat ik mijzelf graag voorstel als een professionele provocateur. Ik kom ze niks vertellen, ik kom ze uitdagen. Ik wil mensen niet alleen aanzetten tot nadenken, ik wil vooral dat ze anders gaan denken.

Er zijn vier soorten relaties in een ecosysteem: concurrentiële, symbiotische, roofzuchtige en parasitaire. Het is interessant vast te stellen dat in de economische wereld precies dezelfde vier soorten relaties bestaan. Waar gaat het nu om? Dat je tegenwoordig met iemand of met een ander bedrijf tegelijkertijd in al die vier verschillende verbanden kunt zitten.

Neem bijvoorbeeld 6 multinationals: General Electric, Walt Disney, Microsoft, TimeWarner, ATT en Newscorp, die hebben onder elkaar meer dan 100 joint ventures. Als je dat bekijkt, lijkt het één groot bedrijf. Ze zitten allemaal in de Internet-business, in satellietverbindingen, radio en televisie, filmproductie, kabel en bijna allemaal in geschreven pers en muziek. Ik vraag me soms af of Karl Marx in Das Kapital het niet bij het rechte eind had: dat er spoedig maar twee bedrijven meer zullen zijn die de wereld runnen.

Een schrikwekkend beeld…

Ik denk dat het eigenlijk niet zo belangrijk is, omdat de controle zich verplaatst heeft naar de kant van de consument, naar de zijde van de vraag. Ik ben ervan overtuigd dat de tijd afgelopen is waarin de producent zei: ik maak een product zoals ik het wil en jij moet het maar kopen. Consumenten zijn nu zo ver dat zij bepalen wat ze willen en verwachten van de leverancier. Dat gaat veel verder dan een aan jouw persoonlijke wensen en maten aangepaste jeans, die Levi’s al een tijdje maakt. Je kunt nu zelfs de computerchips in je auto laten programmeren naar je eigen rijstijl.

Dit is een heel andere visie dan zeg maar 15 jaar geleden, toen alle heil verwacht werd van de consumentenorganisaties, het georganiseerd blok tegen de producenten. Blijven de verdeelde, individuele consumenten toch niet veel zwakker?

Hier in de States hebben we nu priceline.com, een e-business. Je deelt hen mee wat je wil betalen voor een vliegtuigreis en zij zoeken een ticket voor die prijs en bezorgen het je. Belangrijk zijn dus de nieuwe tussenpersonen, niet de grotere verdeeldheid. Dat soort diensten bepaalt hoe bedrijven in de toekomst moeten gaat draaien. Dat worden de sterke spelers.

Ik zie een analogie met 500 jaar geleden, toen de rede de economie begon te regeren. Nu wordt het economisch leven gestuurd door chaos. Waar het om gaat is dat er plots heel nieuwe manieren zijn om veel geld te verdienen. Net als 500 jaar geleden, toen het mercantilisme, de kolonisering, de eerste banken opkwamen…

Als je bijvoorbeeld van de Firstmatter-website naar Amazon.com doorklikt en je koopt een boek dat op onze lectuurlijst staat, dan vang ik geld, om maar iets te zeggen. Alle informatie over onze levens zal gecatalogeerd, opgeslagen, opgeroepen en verkocht kunnen worden. Elk leven is op die manier waarschijnlijk zo’n 5000 euro waard, er komt spoedig een moment dat we daadwerkelijk geld zullen vragen voor die gegevens.

Media zullen klanten gaan betalen om hun reclame te mógen tonen. Er zijn hier al 3 computerbedrijven die computers van 2500 euro gratis weggeven, op voorwaarde dat ze je om de 4 minuten dat je op het Internet zit, mogen onderbreken met reclame.

U bent de man die ouders vertelt dat ze zich geen zorgen hoeven te maken over hun kinderen die niet meer achter de computer weg te krijgen zijn.

Er bestaan heel interessante onderzoeken naar de verandering in lifestyle ten gevolge van een on line leven. Wat ik het meest intrigerend vind, is dat mensen die on line relaties hebben met ander mensen een versnelde nood krijgen aan fysiek contact met hen.

Ons werd steeds voorgehouden dat wat een mens nodig heeft een paar zeldzame, heel diepe relaties zijn die een leven lang duren. Wat we nu zien, is dat mensen die etherrelaties hebben ongelooflijk rijke verhoudingen hebben die kort duren, met onvoorstelbaar veel mensen. Er komt dus waarschijnlijk een diepgaande verandering in de aard en de kwaliteit van menselijke relaties.

En hoe is het gesteld met de kwaliteit van de informatie op het Internet? Umberto Eco zei in een recent interview dat het Internet volgens hem minder informatie biedt dan om het even welke kleine boekenwinkel in de buurt van de Parijse Sorbonne. Je krijgt volgens hem zo’n overload aan oppervlakkigheid van het Net dat we allemaal dilettanten dreigen te worden, mensen die veel weten over niets, maar weinig over iets bepaalds.

Wat zei de Chinese historicus toen ze hem vroegen naar de betekenis van de Franse Revolutie? Too early to tell! Natuurlijk is Eco’s bezorgdheid terecht. Maar als we op een punt staan waarop alles zo verandert – en het is pas de vijfde keer in de geschiedenis van de mensheid dat dit gebeurt -, is het niet correct om overhaast een oordeel te vellen over de betekenis van die omwenteling.

U lijkt nogal vertrouwen te hebben in de opkomende generatie van de Millennialists, de generatie na de babyboomers. Aan de andere kant heeft trendwatcher Marian Salzman het over de screenagers die alles gezien hebben op de talrijke televisiekanalen en op het Internet, die via gsm constant met iedereen in verbinding staan maar geen enkele reële levenservaring hebben verworven.

Het meest relevante is dat, voor de eerste keer in de geschiedenis, jonge mensen kennis hebben waarvan hun ouders wensen dat ze ze hadden. Als je geen kind in huis hebt, is de kans groot dat je niet weet hoe je je video moet programmeren, dat je niet weet wat je aanmoet als je computer crasht. Dat is pas een verandering… Iets minder leuk is het feit dat jongelui leeftijdsgenoten vermoorden tegenwoordig. Dat gebeurt echt niet alleen in Amerika. In Japan zette een jongetje zelfs het hoofd van zijn slachtoffer op een spies, net zoals in Lord of the Flies. Dit zijn geen geïsoleerde feiten. Volgens mij is het een noodkreet van kinderen die niets anders betekent dan: ik ben niet klaar om zo snel volwassen te zijn als jullie zouden willen.

Een van mijn gekste recente ervaringen is een contact met een bedrijf met 35 werknemers die 65 uur per week kloppen. Ze bouwen websites en de oudste in de firma is 12. Ze zijn absoluut niet van plan om naar de universiteit te gaan voor ze uit de zaak stappen, ergens rond hun 28ste. Ze hebben in hun eentje een boel kennis verworven, vooral over grote geldbedragen. Wat we daarvan onder meer kunnen opsteken, is dat de manier waarop de tijd om te leren nu in een leven is ingebouwd, iets uit het verleden is.

Jonge mensen zijn instinctief altijd al de delta overgestoken, zonder zich zorgen te maken over drijfzand. Moeten we worden zoals zij?

Dat zullen we in ieder geval moeten. Wie bovenaan de ladder zit, is altijd diegene die niet wil dat het anders wordt. Wie op dit moment geld en macht heeft, heeft er alle belang bij om de aanrollende omwenteling tegen te houden. Hij/zij blijft blind voor wat zijn/haar belangen hierin zouden kunnen zijn. De babyboomer, tussen 35 en 55, is behoudsgezind.

Maar het wordt nog ingewikkelder. De metaforen van het Net, het concept van netwerken, zijn allemaal gebaseerd op de biowetenschap. Als je kijkt naar wat in die hoek gebeurt, klonen, genetisch manipuleren, dan gaan we spoedig naar 6 tot 8 generaties in leven. Als de gemiddelde levensverwachting in de wereld van 75 naar 80 gaat, betekent dat dat de oudste tussen de 130 en 170 wordt. Ik ben er vrij sterk van overtuigd dat mijn dochter van 8 weleens 200 jaar zou kunnen worden.

In uw boek spreekt u over intuïtie als een belangrijk werktuig om de toekomst te organiseren. Intuïtie is een als vrouwelijk bestempelde eigenschap en gedurende lange tijd niet zo erg gewaardeerd in zakenmilieus.

Behalve door Carl Jung, die het de Anima noemde. Ik ben jaren een data-pig geweest: het truffelzwijntje wroetend in de cijfers. Ik ben nog nooit een database tegengekomen die ik niet kon doen zeggen wat ik wilde. De meeste marketingresearch met niet-intuïtieve antwoorden werd besteld om iemands standpunt te bewijzen, niet om er iets van te leren.

U hebt het in The 500-Year Delta vaak over het verdwijnen van loyauteit in persoonlijke en professionele relaties. Maakt dat de wereld niet een harde plek om te leven?

Het pendulum van de mensheid gaat niet van progressief naar conservatief, het is de beweging van de consensus naar de twee uitersten. De instellingen die ons leven regelden, zijn niet langer in staat ons vooruit te helpen, ze zijn ongeschikt voor deze tijd. De eindpunten van het pendulum liggen steeds verder uit elkaar, omdat we op dit moment de grenzen aftasten. Het zal waarschijnlijk nog 20 tot 25 jaar duren vooraleer we weer gepaste antwoorden vinden. Maar ik ben ervan overtuigd dat ze zullen komen. De Japanners noemen dit proces kukamei. De regels vernieuwen, de orde herstellen, de maatschappij veranderen, revolutie voeren, zonder anarchie.

U schrijft en spreekt over de toekomst, puttend uit geschiedenis, filosofie, exacte wetenschap. Uw eigen mix van dit alles brouwend, plaatst u in de consultancy-business in een apart vakje. In heel wat managementliteratuur wordt u tegelijk met bewondering en afgrijzen beschreven.

Sommige mensen noemen mij een stand-up philosopher. Bij Andersen Consulting noemen ze mij hun raconteur. Als futurist ben ik een optimist, omdat de geschiedenis van de mensheid bewijst hoe mensen altijd opgewassen waren tegen de uitdagingen. Daarom hebben we tot nog toe alles overleefd, ook al kwamen we vaak pas te elfder ure in actie.

Het eerste wat ik meestal zeg, is dat ik er geen idee van heb van wat er morgen gaat gebeuren. Ik ben geen ziener. Ik werk wel aan mijn zienersgaven… Ik heb een Freudiaanse en een Jungiaanse therapeut, een dromenconsulent en twee sjamanen. Als je in therapie bent en je zit niet in een crisis, bestudeer je je persoonlijke mythologie. Wie ben ik en waarom doe ik wat ik doe? Een mythe is een droom die gemeengoed werd, een droom is een persoonlijke mythe. Net als mythen en dromen met elkaar verbonden zijn, zijn ook verleden en toekomst in elkaar gehaakt. Je kunt geen stap in de toekomst zetten zonder iedere pas uit het verleden in consideratie te nemen. Dat geldt privé en zakelijk.

Wie op de wereld weet wat er echt gaat gebeuren? Ik weet één ding: een optimist heeft een redelijk goede toekomst voor zich en een pessimist een eerder slechte. Ook al overkomen hen dezelfde dingen.

Waarom bent u deze weg ingeslagen?

Er zijn twee antwoorden. Het ene is emotioneel en voor mij het interessantste. Omdat je je hele leven zoekt naar wat je als kind niet gehad hebt. Wat ik niet had als kind was de mogelijkheid om de zin van mijn leven te ontdekken. Ik had een manisch-depressieve schizofrene moeder en een vader die verslaafd was aan medicijnen en alcohol. Ik kon alleen maar omhoog. Er was geen andere weg. De roots van mijn optimisme liggen in mijn overlevingsdrang. De paradox is natuurlijk dat ik mijn succes verschuldigd ben aan al die miserie. Er is voor mij geen afstand meer tussen mijn verschillende ego’s. Wie ik privé ben in mijn gezin of professioneel, het is allemaal één. Ik ben wat ik ben, dat is alles wat ik ben. Het is pas echt leuk geworden toen ik mij realiseerde dat dat niet gewoon een job was, maar een levenswerk.

Het is eerder zeldzaam om in het milieu waarin u verkeert zo open en bloot te spelen.

De 15de-eeuwse rabbi die de kabbala uitvond, de sjamaan der sjamanen, antwoordde op de vraag hoe men een echte profeet kon herkennen: “Kijk uit voor de man die de antwoorden heeft, luister eerder naar degene die de vragen stelt.”

Ik ben de professionele zotskap, de nar. Die is van alle tijden en alle culturen. Hij is de outsider die de privileges van de hofhouding niet bedreigt en zich dus veel kan permitteren. Hij wordt aan het hof gedoogd maar maakt er niet echt deel van uit. De zot was ook de dorpsidioot of de doofstomme die door de Kerk in de huizen van de rijken geplaatst werd opdat ze nooit zouden vergeten hoeveel geluk ze in het leven hadden. De taak van de nar is ervoor te zorgen dat de koning geen beslissingen neemt met gesloten ogen. Mijn job is het om de nar te zijn, de zotskap. Mijn grootste angst in het leven is Rigoletto te worden, de verblinde hofnar.

Watts Wacker is de belangrijkste gast op Opus XXI, het seminarie over trends en toekomst dat Weekend Knack organiseert op 21 oktober. Meer info: www.opusXXI.com of Tel. (02) 467.58.54.

Website FirstMatter: www.firstmatter.com.

Tessa Vermeiren / Foto’s Bart Michiels

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content