Hoe denken zeshonderd uiteenlopende vrouwen, van atleten tot actrices, over hun kleren en stijl ? Het antwoord valt te lezen in het nieuwe, vuistdikke boek ‘Vrouwen & kleren’.

Toen ik vijftien was, was mijn favoriete outfit een blauwe skatebroek met wit T-shirt en grijs-zwart-rode Vans. Ik kon me absoluut niet inbeelden dat ik ooit een andere look zou hebben. Op mijn eenentwintigste droeg ik tops met frutseltjes en had ik een (halve) hanenkam. Op mijn achtentwintigste woonde ik kort in Londen, maar het duurde geen week voor ik mij een frou liet knippen en mijn kleerkast aanvulde met luipaardprints, oversized parka’s en platte omaschoenen. Ik weet nog perfect wat ik droeg voor mijn eerste sollicitatiegesprek, voor de begrafenis van mijn oma, voor de eerste date met mijn lief. En de witte blouse die ik acht jaar geleden kocht toen ik voor het eerst in New York was, in m’n eentje, blijft voor altijd geassocieerd met de overweldigende indruk die de stad op mij maakte. Draag ik die vandaag, dan voel ik me in mijn nopjes.

Sommige kledingstukken of accessoires zijn betekenisvoller dan andere, en precies dat is ook het interessante uitgangspunt van het nieuwe boek Vrouwen & kleren. Anna Wintour en Jani Kazaltzis dicteren vrouwen wat ze moeten dragen, de drie auteurs van dit boek waren eerder geïnteresseerd in waarom vrouwen zich op een bepaalde manier kleden. “Dit boek is van begin tot einde een bekentenis”, schrijven ze in de inleiding. “Geen moderegels, richtlijnen of advies, maar hoogstpersoonlijke getuigenissen van vrouwen over kleding en de rol ervan in hun leven.” De auteurs, dat zijn de Amerikaanse schrijfsters Sheila Heti en Heidi Julavits, en artieste Leanne Shapton. Twee jaar geleden verscheen hun Women in Clothes in de VS, en volgende week komt de Nederlandse vertaling uit.

Het boek is opgevat als een antropologische studie en begint met een eindeloze vragenlijst die uitgestuurd werd naar 639 vrouwen over de hele wereld. Onder de geïnterviewden zijn er jonge meisjes (de jongste is vijf), oudere dames, bekende vrouwen (Lena Dunham, Tavi Gevinson), religieuze vrouwen, transvrouwen, textielarbeidsters, ontwerpers, huismoeders, choreografen, zakenvrouwen. Een greep uit de vragenlijst : wanneer voel je je het aantrekkelijkst? Wat is je favoriet kledingstuk? Is er een punt in je leven geweest waarop je stijl drastisch veranderde? Wat was de oorzaak? Heb je iets van je moeders lichaam en stijl meegekregen? Hangt er iets in je kast dat je nooit draagt, maar niet kunt wegdoen?

De antwoorden zijn doorheen het boek geweven in verschillende formats: groeps-gesprekken, columns, gedichten, fotoreeksen en ‘projecten’: zo maakte de Amerikaanse artieste en schrijfster Miranda July een foto-essay waarin zes vrouwen met uiteenlopende stijl elkaars kleren dragen. Ook werden vrouwen gevraagd een foto in te sturen van hun moeder, uit de tijd voor ze kinderen had, en mogen ze vertellen wat ze op het beeld zien.

Vrouwen & kleren is geen boek dat vrouwen adviseert zich zus of zo te kleden. Het is geen handleiding die Trinny en Susannah zouden schrijven. “Ik wou bewust wegblijven van uitspraken die Coco Chanel of Diane von Furstenberg zouden doen, en van de modewetten die glossy magazines voorschrijven”, schrijft Sheila Heti, initiatiefneemster van het boek. “Niemand van onze vrouwen vertelt je hoe je eruit kunt zien als Audrey Hepburn.” In plaats daarvan zijn er honderd kleine verhaaltjes en anekdotes, wat maakt dat dit geen boek is dat je van begin tot einde leest. Het is eerder een bladerboek voor een zondagnamiddag in bad.

Er is het verhaal van de fabrieksarbeidster in Cambodja die beha’s stikt, heel mooi en netjes, in allerlei stoffen, maar zichzelf enkel goedkoop ondergoed kan permitteren van de markt. “Als ik aan het werk ben, houd ik weleens zo’n beha voor mijn gezicht en vraag me af wie de vrouw is die hem zal dragen.” Een andere vrouw vertelt over de kleren die ze droeg om verliefd te worden. Er zijn verhalen over broches en ringen, over ruilavonden en identiteitscrisissen, over vrouwen die naar vrouwen kijken. Er is het verhaal van de vrouw die haar kleding afstemt op de smaak van haar overleden echtgenoot, van de textielarbeidster die in de Rana Plazafabriek in Bangladesh werkte toen die twee jaar geleden instortte, en van een verpleegster die vertelt hoe patiënten opleven als ze een favoriet kledingstuk dragen.

Als het boek al een rode draad heeft, dan wel dat kleren voor vrouwen een manier zijn om een dubbelleven te leiden : er is de outfit die je aan de buitenwereld toont, en er zijn de geheimen, twijfels en verlangens die in de kleren verstopt zitten.

Sommige hoofdstukken, zoals de inleiding, lezen rommelig. Maar dat heeft grotendeels te maken met het feit dat een dialoog tussen drie Amerikaanse vrouwen zijn subtiele humor verliest in de vertaling. Het boek bevat ook geen portretten van de vrouwen die geïnterviewd worden. Er zijn alleen artistieke fotoreeksen, portretten van onbekende moeders, en foto’s van verzamelingen: op de ene pagina staan vijftien witte sneakers van een zekere Benedicte Pinset, een andere pagina toont tien handgemaakte jurken van ene Sarah Brubacher.

De meeste vrouwen die aan het woord komen, zijn onbekend. Dat maakt dat je je soms afvraagt waarom je over hun miskopen of ochtendrituelen zit te lezen. Tegelijk maakt de openheid van ‘gewone’ vrouwen het boek net verfrissend. Het resultaat is dat 639 vrouwen van verschillende nationaliteiten zo’n vijfhonderd pagina’s lang zelf bepalen wat kleren met hen doen.

“Wat zijn mijn waarden?”, vraagt een vrouw. “Wat probeer ik te bereiken met mijn manier van kleden?” Het lijken banale vragen, maar de verscheidenheid aan antwoorden leert ons iets over de psychologie van vrouwen, hun zelfbeeld en zelfkennis. Net dat maakt van Vrouwen & kleren een apart modeboek.

Vrouwen & kleren, 25 euro, is verkrijgbaar vanaf september en wordt uitgegeven door Hollands Diep.

Door Elke Lahousse

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content