Wat gras dat nog groen is

Ze hebben geleerd over de middeleeuwen, toen riolen ontbraken en mest van mens en dier vrijelijk door de straat liep. Dat vindt oudste dochter hilarisch.

“Lach niet te hard”, zeg ik. “We doen nu ook nog dingen die ze over pakweg vijftig jaar onbegrijpelijk zullen vinden.”

“Wat voor dingen?” wil ze weten. De zweem van ironie rond haar mond verraadt dat de puberteit stilaan nadert.

“Het verkeer”, zeg ik. “Dag en nacht gif spuiten in straten waar we wonen en slapen.”

Steeds absurder vind ik dat. Zelfs een varken schijt niet waar het eet, hoor je weleens zeggen. De mens is onovertroffen als het op de bevuiling van het eigen nest aankomt.

Dat fenomeen lijkt niet te stoppen, ondanks alle onheilsberichten. De ene dag lees je: ‘Luchtvervuiling alarmerender dan aangenomen. Zelfs in het kleinste Vlaamse gehucht valt er niet aan te ontsnappen.’ De volgende dag hoor je dat er weer drie procent bedrijfswagens bij zijn gekomen. Gezellig in je auto cruisen met een liedje, en de miserie op de oncologische afdeling: het lijken twee aparte werelden. Toch zijn ze met elkaar verweven via roet, fijnstof en andere partikels die griezelig diep in de longen dringen.

Gelukkig lijkt er stilaan een collectief bewustzijn te groeien. Begeesterend vind ik de ‘boze burgers’ in Antwerpen die de overheid dagvaarden. Schrijver Jeroen Olyslaegers besloot tweeduizend euro van zijn prijsgeld te doneren voor een rechtszaak om schonere lucht af te dwingen. “De streefdatum van de Vlaamse regering om de luchtvervuiling weg te werken, is 2050”, zegt hij. “Dat is de mensen uitlachen. Het probleem moet kordaat worden aangepakt.”

Daadkracht is inderdaad nodig; window dressing en het cultiveren van een groen imago volstaat niet. In Gent, de stad waar ik adem, heeft het circulatieplan de auto geweerd uit het stadscentrum. Je vangt er een glimp op van een schonere wereld. Je kunt gratis op wandelbussen stappen om aan een slakkengangetje de historische gebouwen te bewonderen. Een boogscheut verderop wapperen zwarte vlaggen, en hangen affiches met de tekst ‘laat ons niet stikken!’ Het circulatieplan heeft het verkeer verschoven en samengeperst, maar niet verminderd. Ondanks de geoliede goednieuwsmachine is de kwaliteit van de lucht in Gent nog altijd erbarmelijk. “We zijn ervan geschrokken hoe Gent eruit springt”, zegt professor Roeland Samson, die de luchtkwaliteit van de provincie in kaart bracht.

De tekst van Louis Neefs blijft puur en kippenveltrekkend, ondanks het feit dat hij ooit voor een autocommercial gerecycleerd is

“Waarom verbieden ze niet gewoon alle vervuilende auto’s?” vraagt oudste dochter. Ik hou van dat kinderlijke rechtlijnige; vaak komt het dichter bij de kern dan de zogeheten voetjes-op-de-grond van vastgeroeste volwassenen. In plaats van haar om de oren te slaan met praktische bezwaren en economische belangen, zet ik Louis Neefs op. De bloem en het gras die hij indringender bezingt dan Wally Whyton, van wie het lied geleend is.

De tekst blijft puur en kippenveltrekkend, ondanks het feit dat hij ooit voor een autocommercial gerecycleerd is. We hebben méér boze burgers nodig. Ik droom van een Me Too-beweging – niet alleen voor de smeerlapperij van grijpgrage handen, maar ook voor de smeerlapperij die we al te bereidwillig inademen.

jean-paul.mulders@knack.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content