Het is al twee weken elke dag hetzelfde. “Niet kijken”, zeg ik tegen mezelf terwijl ik door Wave Street fiets. Maar ik doe het toch. Ter hoogte van het beige huis draai ik mijn hoofd naar rechts en kijk ik heel even door het venster zonder gordijn naast de voordeur. Het is verdomme nog altijd niet afgewassen, denk ik met afschuw. Gisteren zag ik de twee jongetjes aanbellen die in de flat op de eerste verdieping wonen. Is er dan niemand die aan die kinderen denkt? Veertien dagen geleden werd in de keuken naast de voordeur een jonge moeder van vier kinderen vermoord met slagen en messteken. Haar bloed spatte tot op de witte omlijsting van het venster. Het zijn voor die grote, donkerrode druipvlekken die vanop de straat te zien zijn dat ik de laatste weken elke dag walgend het hoofd wegdraai.

Ik heb de burgemeester van New York drie keer ontmoet. Twee keer op persconferenties en één keer op een avond toen ik met enkele Belgische bezoekers op de verlaten trappen van City Hall naar het gebouw stond te kijken. Giuliani kwam net naar buiten gebeend, met zijn bodyguards op de hielen. Hij remde af en gaf ons een brede Dracula-glimlach. “How are you doing?” vroeg hij terwijl hij ons de hand drukte. Toen hij hoorde dat we buitenlanders zijn, wenste hij ons een goed verblijf, waarna hij zich naar zijn auto haastte. Achteraf sakkerde ik omdat ik hem geen enkele vraag had gesteld. Als ik hem vandaag zou ontmoeten, zou ik hem vertellen over de vlekken op het raamkozijn. Als gevoelige, katholieke ziel die zijn mede-New Yorkers kost wat kost wil beschermen voor wat hij het walgelijk zicht noemt van een klodder olifantenmest en enkele blote achterwerkjes op een schilderij van de heilige Maria, zou hij zeker begrijpen wat ik voel bij het dagelijks zicht van die bloedspatten. “Kunt u, voor de kinderen van onze wijk, een stedelijke schoonmaakploeg sturen om dat bloed te verwijderen?” zo zou ik hem vragen.

De moord gebeurde op een zaterdagnacht. De woensdag daarop dreigde Giuliani de subsidies van het Brooklyn Museum in te trekken en het huurcontract van het museum op te zeggen als de Britse tentoonstelling Sensation er zou doorgaan zoals gepland. Terwijl ik de bloedspatten uit mijn gedachten probeerde te zetten en me afvroeg op hoeveel andere plaatsen in de stad er nog sporen van moorden te zien zijn, lanceerde hij zijn lichthysterische campagne tegen The Virgin Mary, het schilderij van Chris Olifi in Sensation, dat hij zo walgelijk en heiligschennend vond. Het museum weigerde om door de knieën te gaan. Meer dan 13.000 mensen daagden op voor het openingsweekend van Sensation. De reclame van de burgemeester had natuurlijk wonderen verricht voor de mediocre show. Op vrijdag, de dag voor de opening, keilde een man nog wat paardenmest tegen de gevel van het museum. Op zaterdag stond er een groep betogers gewapend met paternosters. Een man droeg een bord waarop stond: ” Hitler had gelijk om gedegenereerde kunst te verbieden”. Protest van dierenliefhebbers was er ook. Zij klaagden Damien Hirst aan, de man die dieren in stukken snijdt en op sterk water zet. De dierenliefhebbers begrijp ik nog het best. Op zondag schoot er nog één betoger over, een luid biddende dame. De klucht was daarmee nog niet rond. Op zaterdag, de dag van de vernissage dus, bleken de subway stations rond het museum ineens gesloten wegens werken. “Giuliani zit daar achter”, zo werd gezegd, maar de stad beweerde dat de werken al een tijd geleden gepland waren.

Dan was er ook nog de prominente New Yorkse galeriehoudster Mary Boone, die net voor de opening van Sensation werd gearresteerd wegens wapenbezit en het verspreiden van munitie. De reden: een tentoonstelling van Tom Sachs die met gevonden voorwerpen primitieve wapens in elkaar knutselt. Als souvenir kregen de bezoekers kogels waarvan Boone zegt dat ze niet wist dat ze echt waren. “Mijn arrestatie was geen toeval”, zei ze. “Ze was georchestreerd door de burgemeester.”

Giuliani hoopt volgend jaar senator worden. Door zijn gekibbel met de “elitaire” kunstwereld wil hij zijn conservatieve achterban vleien en zijn tegenstandster Hillary Clinton dwingen partij te kiezen. De mooiste scène in de farce speelde zich af op zondagmorgen. Op het ogenblik dat kardinaal O’Connor in midtown alle New Yorkse katholieken bedankte die hadden geprotesteerd tegen de olifantenmest, leidde uptown een echte olifant een processie van huisdieren naar het altaar van de kathedraal van St. John the Divine, ter gelegenheid van de viering van Sint-Franciscus van Assisi.

De bloedloze oorlog tussen de burgemeester en het museum wordt nu verdergezet bij de rechtbank. Naar goede Amerikaanse traditie doen beide partijen elkaar een proces aan. Verwacht wordt dat het recht op vrije meningsuiting zal triomferen, dat het museum zijn subsidies zal behouden en zal blijven in het gebouw dat al meer dan honderd jaar zijn thuis is. Ik hoop dat de bloedvlekken tegen dan verdwenen zijn.

Jacqueline Goossens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content