Pakweg tien jaar geleden was een vrouw die het verslag van een voetbalwedstrijd insprak of een artikel over de Rode Duivels schreef een curiosum. Hoe hard moeten vrouwen knokken om voet aan de grond te zetten op het laatste manneneiland ?

Als je naar de samenstelling van de tv-sportredactie op de VRT kijkt, stel je vast dat er zich een kleine revolutie heeft voltrokken. Toen twee zomers geleden Sporza werd gelanceerd, kreeg het met Lena De Meerleer zowaar een vrouw als chef. Iets zichtbaarder voor de kijker was de recente promotie die Catherine Van Eylen maakte : zij dook als eerste vrouwelijke sportanker in Het Journaal op. Een symbolische stap waar de presentatrice door veel mensen op wordt aangesproken. Het wordt alom beschouwd als “een goeie zaak voor de vrouwen”. Voordien was Van Eylen – net als haar echtgenoot en Woestijnvis-baas Wouter Vandenhaute een sportfreak in hart en nieren – al een van de gezichten van de Sporza-uitzendingen en de Radio 1-stem die Radio Tour aan elkaar praatte. Ook achter de schermen is de vrouwelijke vertegenwoordiging significant, met drie redacteurs : Els Jacxsens, Inge Van Meensel en Mieke Houtteman, terwijl Steffy Merlevede sinds een jaar een verfrissende wind door Sporza-radio laat waaien.

VTM moet het stellen met één sportjournaliste : Joke Verhaeren, die in juni 2004 overstapte van Royalty. De geschreven media hinken nog harder achterop. Bij het vaktijdschrift Voetbal-Sportmagazine loopt wielerspecialiste Loes Geuens rond, DeMorgen heeft Valerie Hardie en Hilde Van Malderen als sterkhouders en daarmee hebben we het zowat gehad.

Dat de emancipatie bij de kranten niet veel voorstelt, kan Inge Van Meensel, ooit actief bij Het Laatste Nieuws, alleen bevestigen. “Je had de gezichten moeten zien toen Jan Segers me als nieuwe sportmedewerker voorstelde op de redactie. Wie heb je nú binnengehaald ? kon je in hun ogen lezen. Ik werd niet toevallig op de eindredactie geposteerd. Ja, het kolommetje Sport Kort, dát mocht ik voor mijn rekening nemen. Of de paardenrennen en de duivensport.” Nu kan ze erom lachen.

Mieke Houtteman kan als pionier enkel de stelling onderschrijven dat, zeker vroeger, vrouwen om hun plaatsje moesten vechten. In 1989 werd ze losse medewerker bij de VRT. “Ik kreeg weinig of geen opdrachten toegeschoven”, getuigt ze. “De openbare omroep was toen niet bepaald vrouwvriendelijk en dan druk ik het nog zacht uit.” Al zijn de rollen intussen helemaal omgekeerd, bij Hugo Symons, destijds sportbaas bij VTM, botste ze wél op welwillendheid. Later vond ze bij ATV tijdelijk haar droomjob. “Ik was bij die Antwerpse regionale zender verantwoordelijk voor de sport. Afwisseling troef : ik maakte reportages, deed presentaties én ontfermde me over de eindredactie. Een heel leuke job, te meer omdat ATV me hiervoor zelf had aangesproken, terwijl ik voordien altijd moest smeken om ergens een kans te krijgen.”

In 1996 keerde ze dan toch naar het Huis Van Vertrouwen terug, dat met de OlympischeSpelen voor de deur om voetvolk verlegen zat. Er was intussen een en ander veranderd bij de zender. Drie jaar eerder had het zijn grote charmeoffensief ingezet. Met Fien Sabbe, KarinDegreeve en Els Jacxsens als uithangbord wilde de sportredactie zich vrouwvriendelijker profileren. Jacxsens was the right woman at the right place, al hielp het lot haar een handje. “Ik werkte voltijds bij het Radio 1 programma Voor De Dag toen een collega van me werd opgebeld door Frank Raes met de vraag of hij geen zin had om freelance voor de sportredactie te komen werken”, doet ze haar verhaal. “Mijn collega had er geen zin in. Ik zei om te lachen : ‘Dan zal ik in jouw plaats gaan.’ Vermits ze net hun imago wilde oppoetsen, kwam het hen goed uit dat ik me aanbood.”

Met de eerste vrouwelijke sportchef en sportanker mogen dan twee kapen genomen zijn, de veroveringstocht is nog maar net ingezet, kijk maar naar de comfortabele positie die vrouwelijke sportjournalisten in de Angelsaksische perswereld bekleden.

Als de vrouwelijke sekse vorderingen maakt in de sportpers, is dat vooral dankzij de verbetenheid van de meisjes die een carrière in dat nog steeds door mannen gedomineerde milieu aspireren. Het valt op dat de vrouwen op de sportredacties van de VRT en De Morgen gebeten zijn door de microbe. Velen hebben zelf in hun jonge jaren competitiesport beoefend : zwemmen (Inge Van Meensel), turnen (Steffy Merlevede), atletiek (Hilde Van Malderen) en basket (Valerie Hardie). Mieke Houtteman presteerde het om, nota bene ná haar 40e, twee marathons uit te lopen. “Thuis was ik zelfs de enige sportfreak”, vertelt Valerie Hardie. “Als Sportweekend begon, zapte mijn vader tot mijn grote ergernis weg. Het EK voetbal van 1988, waarop Marco Van Basten schitterde, moest ik noodgedwongen volgen op een toestel met primitieve antenne, en dus véél storingen, op de zolder.”

Steffy’s Superbenen

Al blijft de topsport een mannenbastion, de jongste vrouwen hoeven nog nauwelijks tegen vooroordelen op te boksen. “Veel hangt af van je eigen houding”, vindt Hilde Van Malderen. “Als een man mij wil uittesten, trek ik mij daar weinig van aan. Op je achterste poten gaan staan, zou een heel foute reactie zijn.” Hans Vandeweghe, chef van Van Malderen bij De Morgen, pleegde voorbije zomer een column, waarin hij zijn verontwaardiging uitsprak over Steffy’s Superbenen, een rubriek die Merlevede in Radio Tour verzorgde. Ze liet daarin twee bekende niet-coureurs het tegen elkaar opnemen op een hometrainer. Wie in twee minuten de grootste ‘afstand’ aflegde, was de winnaar. In het geëxciteerde commentaar dat Steffy daarbij leverde, klonk een schaamtegevoel door, meende Vandeweghe te horen. Hij noemde het “een beetje een karaktermoord op een vrouw die dacht het in de mannenwereld van de sportjournalistiek te kunnen maken”. De man heeft het helemaal verkeerd begrepen, stelt Merlevede. “Ik kreeg zeker niet die rubriek toevertrouwd omdat ik de vrouw of de benjamin van de redactie ben. Integendeel, ik heb zélf aangeboden om die rubriek te doen. Ik vond het een hele uitdaging om die twee minuten vol te praten. Wat hij er ook van mag denken : ik heb me er rot mee geamuseerd.” Ondanks het beetje tegenwind fietst Steffy Merlevede door haar job. De eventuele nadelen wegen niet op tegen de voordelen. “Ik spring bijvoorbeeld meer in het oog op persconferenties.”

Voor de oudere generatie was het toch eventjes anders. Zij werden aanvankelijk als een rariteit beschouwd. “Ik heb het nog meegemaakt dat, toen ik ergens met een cameraploeg arriveerde, iemand vroeg : ‘Waar is de journalist ?'” vertelt Els Jacxsens. “Het geeft echter voldoening als je over de vooroordelen heen kunt stappen en kunt bewijzen dat je toch beslagen bent. Al loop ik nu ook weer niet te koop met mijn kennis. Wie mijn werk volgt, weet wat ik kan. En als er dan toch iemand is die het niet wíl zien, dan is dat zíjn probleem.”

Tot voor kort was het de gewoonte dat voetbalverslaggevers na de wedstrijd de kleedkamers binnenstapten om bij spelers naar reacties op de net gespeelde wedstrijd te peilen. “Bij Antwerp werd ik eens aan de deur tegengehouden”, herinnert Valerie Hardie zich. Verboden terrein voor vrouwen luidde het voor de hand liggend argument. “Pas nadat ik de toenmalige coach Ratko Svilar hierover had aangesproken, werd ik binnengelaten om mijn werk te doen. Nu moet ik toegeven dat ik me altijd wat ongemakkelijk heb gevoeld bij dat rapen van quotes in de kleedkamer.”

Het meest wrong het nog met collega’s. Zowel Els Jacxsens als Inge Van Meensel werden er al eens mee geconfronteerd dat een voetbalbijdrage die zij hadden ingelezen ’s avonds met een mannenstem op antenne ging. “Achteraf vroeg ik naar de reden. ‘Er stonden fouten in je tekst’, was de repliek”, vertelt Els. “Omdat ik heel goed wist dat de tekst die op antenne was gegaan exact dezelfde was als die ik had geschreven, vroeg ik : ‘Welke fouten ?’ Toen bleef het stil. Het is sindsdien niet meer gebeurd. Je moet durven te reageren. Als vrouw op een sportredactie moet je tegen een stootje kunnen.” Zelfs nu proberen sommigen in eigen huis de deur hardnekkig dicht te houden, stelt Mieke Houtteman vast. “Vorig seizoen moest op een gegeven moment een item voor Champions League Magazine ingesproken worden. Toen bleek dat ik de enige beschikbare stem was, besloot Carl Huybrechts de klus zelf te klaren. ‘Geen wijven in mijn show’, zei hij.”

“Dat ik de enige vrouw op de redactie ben, is nooit een item”, oordeelt radiocollega Steffy Merlevede. “Ik word niet anders behandeld en word ook niet gespaard – dat zou ik overigens niet wíllen.” Wel was het niet eenvoudig om een eigen plekje te vinden, de meeste mannen hadden al hun specialisatie. “Daardoor volg ik uiteenlopende sporten. Turnen uiteraard, omdat ik daar zelf ervaring in heb. Intussen heb ik me ook vastgebeten in de Formule 1 : dat mogen ze al niet meer van me afpakken. ( lacht) Maar een gaatjesvuller voel ik me absoluut niét.”

Behalve het duo van De Morgen is het geen enkele vrouw gegund stevig de tanden in het voetbal te zetten. “Op de Champions League wedstrijden ben ik nog nooit een vrouwelijke confrater tegengekomen, terwijl wij niet eens hard op tafel hebben moeten slaan om de grote matchen te mogen verslaan”, zegt Hilde Van Malderen. “Dat komt doordat we een kleine redactie hebben”, legt Valerie Hardie uit. Hardie aarzelt niet om het wielrennen, die andere nationale sport, een nog exclusievere machowereld te noemen. Inge Van Meensel weet nog dat de vrouw van ex-coureur Phil Anderson ooit als co-commentator bij Eurosport werd geëngageerd. “Dat oogstte een storm van kritiek. Al sloeg zij inhoudelijk vaak de nagel op de kop, de goegemeente ging er vanuit dat een vrouw de koers niet kón begrijpen.” Mogen de dames vandaag niet over een gebrek aan erkenning klagen, vroeger moesten ze wel eens moeilijke momenten doorbijten. Bij momenten kregen ze de indruk dat ze zich in vergelijking met hun mannelijke tegenhangers dubbel zo hard moesten bewijzen. “Het leek alsof een fout ons langer bleef achtervolgen”, meent Mieke Houtteman.

Catherine Van Eylen noemt het ‘achterhoedegevechten’, de opmars van de vrouw in de sportverslaggeving is niet meer te stoppen. Valerie Hardie maakt zich iets minder illusies. “Op Hilde na heb ik hier in de twaalf jaar dat ik al voor De Morgen werk, geen enkel meisje weten solliciteren.” Ze observeert de gang van zaken op andere krantenredacties. Journo’s bijten daar elkaar de strot af om met Anderlecht naar Chelsea te mogen reizen. Laat staan dat ze een vrouw een dergelijke kans zouden geven.

Zowat iedereen is het erover eens : een vrouw die live commentaar levert bij een belangrijke voetbalmatch is een brug te ver. “Dat zal niet voor deze eeuw zijn”, stelt Valerie Hardie nuchter. En niet alleen omdat het niet getolereerd zou worden. “Ik zie nog niemand die dat zou kunnen. Je moet over de expertise beschikken voor je aanvaard kunt worden. Mannen hebben hier ontegensprekelijk een grote voorsprong. Zij hebben bijna allemaal in hun jeugd zelf gevoetbald. En hoeveel vrouwen zijn er die tegen een balletje trappen ?” Mieke Houtteman kan er zich bij neerleggen. “Maar dat geen enkele van onze vrouwelijke journalisten bij het voetbalmagazine Studio 1 werd betrokken, zie ik als een gemiste kans. Daar hadden wij ons ei wel in kwijt gekund.”

Inge Van Meensel weigert zich blind te staren op de grote, traditionele sporten die de heren zo graag claimen : het voetbal en de koers. “Tennis, zwemmen en turnen boeien mij méér en daar wordt, zeker op internationaal niveau, absoluut geen rem gezet op de vrouwelijke journalisten.”

Iets voor de jongens

Waar je niet omheen kunt, is dat het rekruteringsveld zoveel kleiner is omdat vrouwen nu eenmaal minder in sport geïnteresseerd zijn. Om een idee te geven : zoals Hilde Van Malderen uitdokterde in een artikel, is slechts vijf procent van de toeschouwers in de Belgische voetbalstadions van het vrouwelijke geslacht. Misschien kunnen de sportjourno’s een voorbeeldfunctie vervullen. “De aanwezigheid van vrouwelijke sportverslaggevers kan de interesse van de vrouwen inderdaad enkel aanwakkeren”, meent Mieke Houtteman. Nog andere glijmiddelen zijn het sex-appeal van David Beckham en Tom Boonen en het succes van onze nationale helden. “Als Kim Clijsters en Kim Gevaert op hoog niveau presteren, spreekt dit vrouwen zeker aan”, weet Houtteman. “Ik zie dan ook een ruime progressiemarge.”

Sommige dertigplussers hebben het genoegen van de gemengde scholen niet mogen proeven. Dat jongens en meisjes nu naast elkaar op de schoolbanken zitten, zal de evolutie naar meer sport-minded vrouwen in de hand werken. “Op de meisjesschool waar ik zat, werd sport als ‘iets voor de jongens’ beschouwd. Het zou nóóit in ons zijn opgekomen om ’s maandags de competitiewedstrijden van het voorbije weekend te bespreken”, getuigt Catherine Van Eylen. Zelfs Inge Van Meensel, die wél op een gemengde school zat, zag de leerkrachten raar opkijken als ze tijdens het studie-uurtje de sportpagina’s van de krant uitploos. Twintiger Steffy Merlevede heeft zich nooit een buitenbeentje gevoeld. “Ik ging steevast met een groepje vriendinnen naar wielerwedstrijden kijken.”

Waar de dames moed en troost uit kunnen putten, is de indicatie dat ze de sport fris benaderen. “Niet dat het altijd met zoveel woorden wordt gezegd, maar soms merk je het aan mensen hun gedrag”, vindt Mieke Houtteman. “Als ik Vincent Kompany om een interview vraag, gaat hij daar doorgaans onmiddellijk op in. Tegen mannelijke confraters die hem aanklampen, zegt hij dan : ‘Vrouwen eerst.’ Sommige sporters zijn echt blij je te zien. Ze weten dat ze me in vertrouwen kunnen nemen. Ik heb nog nooit iemand in diskrediet gebracht.”

Vrouwen verstaan de kunst om moeilijke, kritische vragen op een zachte manier te stellen. Ze komen voor de mannelijke sporter daardoor minder bedreigend over. “De redacties spelen nog te weinig die vrouwelijke aanpak uit”, meent Inge Van Meensel. “Ik heb al vaak gemerkt dat sportmannen tijdens interviews, wanneer ik netelige onderwerpen aansnijd, emotioneler en opener tegen mij zijn dan tegen mannelijke reporters.” Hilde Van Malderen haalt zich een telefonisch interview met een voetbaltrainer voor de geest. “In het begin van ons gesprek maakte hij flauwe opmerkingen in de stijl van ‘Jij hebt een sexy stem, zeg’ of ‘Amaai, jij weet veel over voetbal’. Door daar even in mee te gaan, stelde ik hem op zijn gemak en lokte ik hem in de val om vervolgens op lastiger vragen over te schakelen. Die tactiek paste ik ook toe toen ik voor ATV politici aan de tand voelde : ik zorgde ervoor dat ze na een tijdje hun schild lieten vallen.”

“Mannen letten meer op de cijfertjes. Het is bewezen dat vrouwen meer emotie in hun verslagen steken”, weet Els Jacxsens. “Ik heb er geen moeite mee toe te geven dat ik de tranen in de ogen kreeg toen Fred Deburghgraeve goud haalde op de Olympische Spelen.” Er zijn extreme voorbeelden van femmes fatales die hun charmes in de strijd werpen. Zo fleuren kortgerokte verslaggeefsters de perstribunes van de Spaanse voetbalstadions op. Inge Van Meensel denkt terug aan een Duitse blonde stoot die ze op Eurosport kende. “Die werd doelbewust op de Formule-1-wedstrijden afgestuurd. De bazen beseften heel goed dat dit de kans om tot bij Schumacher en Montoya te raken gevoelig verhoogde. Op zich is daar niks mis mee. Want als zij een interview hééft, moet ze het natuurlijk wel waarmaken.”

Door Peter Van Dyck / Foto’s Verne

Els Jacxsens : “Wie mijn werk volgt, weet wat ik kan. Als iemand het niet wíl zien, is dat zíjn probleem.”Inge Van Meensel : “De redacties spelen nog te weinig die vrouwelijke aanpak uit.”Catherine Van Eylen : “De opmars van de vrouw in de sportverslaggeving is niet meer te stoppen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content