Alle mensen die je kent, alle mensen die je ziet, of het nu op straat is, in openbare vervoermiddelen of op het werk, in tabloids of glossy modebladen, alle mensen met hun lachende, arrogante, geile, schuldbewuste of schijnheilige smoelen, alle hebzuchtige, vrome, grappige en wanhopige mensen, van Tanja Dexters tot Karel De Gucht, Ɣlle mensen kortom, dat die op een goede dag, in een niet eens zo verafgelegen toekomst zullen moeten sterven : die gedachte overvalt mij af en toe, bij voorkeur op plekken waar mensen zichzelf erg au sƩrieux nemen, of met belangrijke dingen bezig schijnen te zijn, zoals in parlementen, op de catwalk of in de witte schijnwerpers van voetbalvelden. Om het even wanneer het mij in de nek springt, dat besef van mijn sterfelijkheid is zo concreet en tegelijk ongeloofwaardig dat ik er telkens weer van duizel. Op zulke momenten begrijp ik de hardnekkigheid van sommige gelovigen, die menen dat hun profeet de profeet is van Ɣlle mensen, een te serieuze zaak in elk geval om in spotprenten de draak mee te mogen steken.

“… is doodgeschoten”, is het eerste woord dat ik hoor als ik de autoradio aanzet. De zoveelste dode die valt voor die malle cartoons. Het is griezelig te zien hoe hele volksmassa’s in beweging komen voor iets waarvan je je zelf nauwelijks kunt voorstellen dat iemand er zijn slaap voor laat. Altijd weer krijg je te horen dat de islam zo’n zachtaardige en tolerante godsdienst is. In de praktijk zie je vooral staaltjes van het tegendeel. Zelfs de grootste goedzak krijgt het moeilijk te geloven in de vriendelijkheid van een religie, als hij die almaar met smeulende gebouwen en verbrande vlaggen geassocieerd ziet. Zelfs de meest verzoeningsgezinde ziel zou nog gaan denken dat hier onverzoenbare systemen botsen. Het recht op vrije meningsuiting mag niet worden aangetast, hoor ik kippen en kalkoenen kakelen. Het recht op vrije meningsuiting is al onherroepelijk aangetast, besef ik, vermits ik zo ongeveer niemand meer ken die nog iets naars over Allah of zijn profeet durft te schrijven.

Een hele tijd geleden interviewde ik een Vlaamse schrijver die bekendstaat om zijn scherpe pen. Tijdens het interview drukte hij herhaaldelijk zijn bezorgdheid uit over de islam, maar bij het afscheid vroeg hij mij daar toch vooral niƩt over te schrijven. Dat soort zelfcensuur vind ik pas eng. Dan windt Hanif Kureishi, zelf moslim, er minder doekjes om. In Humo noemt hij de islam een religie met voormiddeleeuwse trekjes en fascistische uitlopers. De Nederlandse ontrouwpredikante Heleen van Royen, die ik bij de verschijning van haar nieuwe roman sprak, vindt dan weer dat elke krant ter wereld, elke dag die spotprenten zou moeten publiceren.

Olie op het vuur gooien ligt niet in mijn aard. Ook ik voel echter groot onbehagen nu blijkt dat de bakens van wat je nog mag zeggen schoksgewijs worden verzet. Of ik nu wil of niet, de kwestie beheerst zelfs mijn gedachten als ik de nieuwe, hier en daar briljante cd van Hammerhead in de autoradio schuif. Op de hoes staat een foto van een – op sexy schoeisel na – volslagen naakte vrouw. Ze is voorzien van gladde, eindeloos lange ledematen en zit in een stoel, de benen elegant gekruist. Op de plaats van haar hoofd zit een klauwhamer. Zou zoiets mogen van de islam ? Ik betrap mijzelf op de gedachte, als ik in de auto zit, om twee uur in de nacht.

Opeens barst de volgende bom, en nooit weet je vooraf waar ze de grond zal openslaan. Het kruis boven op de basiliek van Koekelberg, dat rood opgloeit in de nacht en van kilometers ver te zien is : dat niemand dƔƔr nog een belediging van zijn godsdienst in heeft gezien. Als ik Brussel uit rij, lijkt het me volstrekt realistisch dat ook dat mogelijk zou zijn. Ik kan me voorstellen hoe godvruchtige mannen ’s nachts de koepel beklimmen om het kruis neer te halen. Eerst zal men politiemannen op wacht zetten en prikkeldraad aanbrengen, of van die fijne ijzertjes waarmee men duiven van gebouwen afhoudt. Maar uiteindelijk zal men alle moeite beu worden, de lieve vrede willen bewaren en maar laten begaan. Het feit dat ik mij een dergelijk scenario, compleet met krantenkoppen en radiocommentaren, levendig voor de geest kan halen, zegt veel over de dimensies die de waanzin stilaan begint aan te nemen.

reacties : jp.mulders@skynet.be

Jean-Paul Mulders

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content