Vuurspuwers in deTyrreense Zee

Van Napels naar Sicilië voert een gevarieerde tocht te voet en per ferry langs de vier actieve Italiaanse vulkanen. Een wandelweek naar de Eolische Eilanden viert het vulkanisme op verstilde eilanden, een ketting van parels aan de voet van de laars.

Napels zien en sterven, zo oordeelde Goethe aan het einde van de achttiende eeuw, toen de stad groter was dan Rome, Madrid of Amsterdam. Geplaagd door alle zegeningen en gesels van een grootstad geldt Napels tegenwoordig als de derde stad van het land, de grootste van Zuid-Italië. Ongetwijfeld verwees de Duitse romanticus niet naar haar kwalijke reputatie en de stakingen van de lokale vuilnisophaaldienst, maar wel naar haar schitterende ligging, haar elegante straten en barokke palazzi of haar gigantische overdekte galerijen.

Het historische hart bonkt in de smalle straatjes rond de kathedraal, de San Lorenzo Maggiore, een stralend wit monument in de chaotische benedenstad. Ik baan me een weg tussen kraampjes religieuze prullaria, delicatessenwinkels en souvenirverkopers. Via de trapsteegjes van de wijk Monte Calvario klimmen we naar de bovenstad voor een panorama. De Vesuvius, een reusachtige kegel die de skyline domineert, staat morgen als eerste etappe van deze vulkanenreis op het programma. ?Zonder twijfel de meest toegankelijke vulkaan”, zegt gids Pierre, ?niet alleen vanwege zijn nabijheid met de grootstad, er is zelfs een bar op de top.”

Maar midden juni dreigt een spontane staking roet in het eten te gooien. ?Volgens de geruchten blokkeert een piket morgen een van de toegangswegen, hopelijk lukt het via een alternatieve route.” Pierre, de gids die deze groepsreis begeleidt, bladert door zijn adresboek en telefoneert druk. Een manshoog gat in de omheining langs de gesloten poort biedt soelaas. Een gemakkelijke wandeling klimt naar de top van de vulkaan, waar je langs een flink stuk van de kraterrand kunt lopen. Onder het genot van een zoete lokale wijn genieten we van het prachtige panorama over de golf van Napels, de eilanden Ischia en Capri, het schiereiland Sorrento en de wereldvermaarde archeologische site van Pompeï. Opmerkelijk hoe weinig lessen men uit het verleden trekt. Pompeï, de wereldbekende archeologische site die in 79 na Christus bedolven werd door vulkaanpuin, lijkt haast opgeslokt door de metropool. Als de Vesuvius ontploft, is Nea Polis (de Griekse ‘Nieuwe Stad’ Napoli) een vogel voor de kat.

STROMBOLI BETOVERT

Als de nachtboot naar de Eolische eilanden de haven verlaat, vervaagt de grootstad al snel tot een schim in de schaduw van de vulkaan. De volgende ochtend ontwaak ik in een andere wereld. Het eerste strijklicht weerkaatst op de witte huizen in de haven, een handvol simpele kubussen van Arabische inspiratie. Op het gitzwarte zandstrand maakt een vroege visser zijn sloep klaar voor de vangst, terwijl nevelslierten vervliegen langs de flanken van Stromboli, een driehoek met een eeuwige wolk op de top. Om de haverklap braakt de perfecte piramide vulkanisch gas en puinsteen in een wolk van vuur.

We ruilen de ferry voor een sloep. Eerste halte : het minuscule Strombolicchio, een oude vulkaankern, nu niet meer dan een rots die loodrecht oprijst uit de Tyrreense zee. In principe mag je hier niet aanmeren, maar er is geen levende ziel in de wijde omgeving, de klim naar de top loont de moeite en dit is het vrije zuiden, toch ? Langs lavavelden en de Sciara del Fuoco, de glijbaan waarlangs de lavablokken in zee rollen, varen we naar Ginostra, de kleinste haven ter wereld. Sedert het gehucht bij de laatste ernstige eruptie door een vloedgolf getroffen werd, vind je op het eiland wegwijzers die je bij een tsunami-alarm naar de dichtstbijzijnde helikopterlandingsplaats leiden.

Na een duik in het kristalheldere, maar nog ijskoude water ontpopt het kleine Stromboli zich midden juni tot het perfecte wandeleiland, met kronkelpaadjes tussen voorjaarsbloeiers, metershoge cactussen en overal vrolijke gele brem. Achter elke bocht wachten dramatische vergezichten over het witte dorp en de archipel. De meeste bezoekers wandelen overdag naar het hoogste uitkijkpunt, vierhonderd meter boven zeeniveau, vanwaar je op veilige afstand het spektakel van erupties en explosies kunt bewonderen. Hoger klimmen laat de vulkanische activiteit nu niet toe. Pierre weet uit ervaring dat het effect zoveel dramatischer is ná zonsondergang, dus drinken we eerst een aperitief op het hoogste terras van het eiland en klimmen in de schemering tot boven de boomgrens. Al minstens twee millennia rommelt Stromboli, soms met tussenpozen van enkele minuten, soms uren. Wij mogen tijdens ons bezoek rekenen op vuurwerk om het halfuur, nu eens een zwarte wolk met veel kabaal, dan weer een gigantische steekvlam die vuurbollen in de nacht lanceert. Stromboli betovert. Is het het contrast tussen de absolute vredigheid van het dorp en deze brute kracht van de natuur ? Of het kleurenpalet van groen, helgeel en het azuurblauw waarin zee en hemel vervagen ? Of zijn het misschien de heerlijke zeevruchten op een steenworp van het huis waar Ingrid Bergman en Roberto Rossellini verbleven toen ze hier een filmklassieker inblikten ? Zeker is het de verweerde blik, de getaande huid en de grijze baard van de visser op het strand, die luistert naar de naam Neptunus.

MOOIER DAN IN DE FILM

Of Salina nu echt het mooiste eiland van de archipel is, blijft een persoonlijke kwestie. Buiten kijf staat dat Mama Santina, een familiehotel even boven Santa Marina Salina, een prima plek is om te genieten van het Eolische dolce far niente. Uit mijn hangmat of uit het zwembad zie ik de rookpluim boven Stromboli in de verte. Genoeg geluierd : vandaag staat Monte Possa delle Felci, met 962 meter de hoogste top van de archipel, op het programma.

Vanaf de kerk van Leni klimmen we zigzaggend door het bos en uiteindelijk tussen manshoge varens in enkele uren naar de top, een uitstekende plek voor een picknick. Salami, artisjokharten, pecorino, mozzarella en tomaten : de oogst uit de dorpswinkel smaakt. Aan mijn voeten ontvouwt zich een 360° panorama over de hele eilandengroep, mysterieuze puntige bergen die op wolken lijken te zweven in de eindeloze Tyrreense Zee. In een verre vallei ligt het stille dorpje Pollara, wereldberoemd sedert Il Postino er gedraaid werd. En ja, in werkelijkheid is Salina nog mooier dan in de film. Didyme (de tweeling) noemden de Oude Grieken het eiland, twee perfecte borsten als gevat in een punt-beha van Gauthier. Tegenwoordig verwijst de naam naar het zout dat hier gewonnen werd. We beklimmen de ene vulkaan en houden zo voortdurend een oogje op de andere, een schitterende wandeling die op het heetst van de dag eindigt op het keienstrand van Leni. In het haventje wordt snel een visser gevonden die ons voor een handvol euro’s met zijn sloep terug naar Santa Maria vaart. Avanti ! We hebben immers rendez-vous in Bar Alfonso, wijd en zijd bekend voor het beste granita Siciliana, een waterig ijsje in alle aroma’s die je in de lokale fruitgaarden kunt vinden.

EEN FLINKE HAP ZWAVEL

Lipari, het grootste van de eilanden, heeft de enige haven die aanspraak zou kunnen maken op de titel ‘stad’. Een eeuwenoud fort op een rots domineert de baai, van de oude naar de nieuwe haven kronkelen smalle steegjes waar het aangenaam slenteren is tussen delicatessenwinkels, wijnbars en eethuisjes. Da Gilberto, een toog en twee tafels op een hoek van de via Garibaldi waar een innemende wijnkenner lokale wijnen en lekkere panini serveert, is een instituut. Niet alleen leuk voor een lunch, maar ook de uitgelezen plek om de dag af te sluiten met een lokale grappa. Langs de puinsteengroeves waarvoor Lipari bekendstaat beklimmen we de volgende ochtend de uitgedoofde vulkaan Monte Guardia, voor alweer een mooi panorama.

Volgens Romeinse legenden huist op buureiland Vulcano, slechts een steenworp ver, vuurgod Vulcanus, de wapensmid van de goden. Vulcano, samengesteld uit enkele geïmplodeerde vulkanen, is in die zin de moeder aller vulkanen. Een bezoek aan het kleine eiland maakt indruk. Al van in de haven van Porto Levante slaat de zwaveldamp mij in het gezicht. De vakantiehotels op het strand liggen er nog verlaten bij. Door die helse geur ? Of ruik je dat na een tijd niet meer ? Onder een loden zon beklimmen we de grijze stofhelling van de Gran Catere. We proberen rond de kraterrand te stappen, maar keren halverwege op onze stappen terug omdat zwavelwolken de adem benemen. Fumarolen spuwen giftige dampen en zwavel, die op de aardkorst tot gele puisten kristalliseert. Zo langzaam als de klim door het stof vorderde, zo snel gaat het haast loodrecht naar beneden. Nee dus, die zwavelgeur went niet. Ik dobber amper een kwartier languit in het warmwaterbad van Fanghi di Vulcano en smeer een laagje minerale modder op mijn bruingebrande lijf, maar ruik de solfer spijts vele douches nog dagenlang.

SNEEUW EN LAVA

De beklimming van de Etna lijkt in alle opzichten het hoogtepunt van deze vulkanenreis. Wijngaarden, citrusplantages en akkers bewijzen hoe vruchtbaar de flanken zijn van deze mono-liet – een van de actiefste vulkanen ter wereld. Wat een verrassing is dan berghut Ragabo, aan het eind van talloze haarspeldbochten tussen de pijnboombossen. Deze blokhut op 1450 meter hoogte zou je veeleer in een Alpenland verwachten. De klim naar de top op ruim 3300 meter heeft een winters aspect, zelfs midden juni. Op de parkeerplaats op de noordflank markeren gitzwarte lavastromen de uitbarsting van 2001, de laatste grote eruptie. Verkoolde dennen in de zwarte lavastromen staan als fragiele getuigen van de apocalyps. Vanaf de parkeerplaats brengt een 4×4 truck ons via een geruimd pad zo hoog als mogelijk, dwars door dikke sneeuwlagen. Op 2700 meter is er geen doorkomen meer aan. Vanaf hier klimmen we door de sneeuwvelden naar de gaswolk die de top markeert, een pittige trek. De hoogte speelt een enkeling parten. Boven openbaart zich niet alleen een panorama over heel Sicilië, maar ook een kijkje in de borrelende krater, een grommende poel van vuur en gas. De lange afdaling terug naar de berghut voert door een surrealistisch visioen van as en sneeuw, een zwarte roetlaag op een witte ondergrond die schitterende geometrische motieven tekent in dit bevroren maanlandschap. Napels zien en sterven ? De Etna beklimmen en als een feniks verrijzen !

TEKST EN FOTO’S JO FRANSEN

Al minstens twee millennia rommelt Stromboli, soms met tussenpozen van enkele minuten, soms uren

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content