“Lachen is mannelijk, wenen vrouwelijk.” Kant had het alvast duidelijk op een rijtje. Anno 2006 denken we minder extreem, maar het geslacht van humor blijft heikel. Waarom vrouwen geen moppen tappen en een man zoeken “met een goed gevoel voor humor”.

Een improvisatieworkshop, georganiseerd door de Gentse Lunatic Comedy Club : een heus empirisch onderzoek naar – wie weet – ongemeen grappige mechanismen in mijn (vrouwen)geest. Zelden zo nerveus geweest. Al zeker wanneer blijkt dat de workshop eigenlijk voor gevorderden bedoeld is. Op aanwijzen van een mc ( master of ceremonies, comedyjargon) een dorstig publiek doen billenkletsen : die mondelinge examens van weleer zijn er niets bij.

En dan komt de verrassing : acht van de twaalf deelnemers blijken vrouwen. “Er komen er almaar meer naar de workshops”, bevestigt Johan, mc van vanavond. De verklaring ? “Geen idee. Het werd in elk geval wel eens tijd.” Streng, zonder franjes, zonder schouderklopjes. En dat blijft de man voor de volgende drie uur : na elke improvisatiescène krijgen we ongezouten te horen waarom we niet grappig waren. Maar laat dat nu net vreselijk motiveren. Anderhalf uur nadat ik nog vooral gepoogd had om een niet onverdienstelijk decorstuk te vertolken, sta ik pedant te popelen om vooraan te staan en te scoren. Of, wat dan nog, volledig onderuit te gaan. Een totaal onvoorzien aangename ervaring, en één die liters adrenaline brouwt. Het maakt alvast een en ander duidelijk over de drijfveer van stand-uppers die zich ongewapend in de arena wagen, op leven en dood. Al is de stap van de veilige workshop naar dat lege podium uiteraard nog een andere zaak.

Baltsgedrag

En aan die stap blijken vrouwen zich nog altijd zelden te wagen, hoe grappig ze ook tijdens workshops uit de hoek komen. In het meer dan dertigkoppige collectief van de Lunatic Comedy Club spelen amper een vijftal vrouwen. En in Comedy Casino, de stand-upserie op Canvas, bestijgen er drie het podium. De Vlaams-Britse stand-upper Nigel Williams noemde vrouwelijke komieken in een interview ooit ofwel de symbolische witte raven, “ofwel zijn het dikke lesbiennes”. Nigel ? “Grapje. Al is het wel zo dat veel goede vrouwelijke komieken inderdaad lesbisch zijn, zeker in Groot-Brittannië ken ik er veel. Maar wat er ook van zij, mij hoor je niet verkondigen dat humor een mannenzaak is. Ik heb negen zussen, ik weet wel beter. Wel besef ik dat stand-up een bikkelharde vorm van humor bedrijven is : het is nog altijd een ruig mannenwereldje dat zich vooral afspeelt in meedogenloze jeugdhuizen en kroegen, en dat wellicht gewoon vrouwen afschrikt.”

Williams geeft bovendien grif toe dat mannen vlug geïntimideerd zijn door grappige vrouwen. “En hoe mooier de vrouw, hoe groter de intimidatie. Een grappige sneer van een vrouw komt harder aan dan van een man, en kan een man nog altijd ietwat minder aanvaarden. Omgekeerd zijn vrouwen wel de grootste lachers in het publiek. Als ik vrouwen op de eerste rij zie, weet ik : het wordt lachen vanavond. Mannen zijn moeilijker. Die denken al eens : dat kan ik beter. Zeker als ze hun lief naast zich zien gieren om die andere man. Haantjesgedrag ? Zeker wel.”

Dan toch ? Is humor dan toch niets meer dan geciviliseerd baltsgedrag ? “Een recente Britse studie bevestigt de stelling dat vrouwen vinden dat humor een man aantrekkelijker maakt”, zegt socioloog aan de Gentse universiteit Jan Verbeeren. “Omgekeerd dan weer niet : humor maakt vrouwen volgens mannen over het algemeen niet aantrekkelijker. Ook niet onaantrekkelijker : het speelt gewoon geen rol. Als we die resultaten vanuit evolutionaire hoek benaderen, dan zou het kunnen dat humor voor vrouwen een signaalfunctie heeft binnen de seksuele selectie. Humor is dan een signaal voor creativiteit. En creativiteit is een belangrijk en beproefd voordeel in de strijd om te overleven. Grofweg kun je zeggen dat vrouwen eigenlijk selecteren op creativiteit. Dat zie je ook in de contactadvertenties : vrouwen vragen meestal expliciet een goed gevoel voor humor. En wat opmerkelijk is : met humor bedoelen vrouwen meestal ‘grappig en spitsvondig’. Met humor als vrouwelijke eigenschap bedoelen mannen vaak : kunnen lachen met (hun) grappen, humor appreciëren. Veel passiever. Hij leidt de dans.”

En dus is humor ook een vaak gebruikte manier om ‘aan gender te doen’. Dat is althans een van de besluiten die sociologe Mieke Rottiers trok in haar licentiaatsverhandeling over humoristisch lachen bij mannen en vrouwen. “Humor kan soms een vorm zijn van ‘genderconstructie’. Dat mannen meer humor ‘maken’, komt volgens die visie dan omdat ze zichzelf zien als mannelijk met alle kenmerken die daarbij horen. Dat vrouwen meer lachen, volgt dan weer uit hun vrouwelijke eigenschappen : begrijpend, ondersteunend, empathisch. Vrouwen zouden volgens onderzoekers ook eerder humor gebruiken om de solidariteit te verhogen en te vertellen : ze spelen meer op de andere en de context in. En hoewel ook bij mannen humor wel kan dienen om banden te smeden, zouden ze met hun humor toch vooral hiërarchie willen opbouwen. Humor als een machtige daad, die statusverschillen creëert en in stand houdt.”

Houthakkershemd

Als humor voor mannen inderdaad een niet onbelangrijke manier is om de eigen persoon te manifesteren en dus a priori een eenmanszaak is, kan het dan misschien logisch zijn dat vooral mannen de nood voelen om de microfoon vast te pakken en het als stand-upper op te nemen tegen een hele zaal ? “Zou wel kunnen”, zegt Sarah Kendall. De 29-jarige Brits-Australische is een van de drie vrouwen in Comedy Casino en een van de weinige die voltijds haar centen verdient met stand-upcomedy. “Het klopt absoluut dat we de stand-upwereld nog altijd beschouwen als iets intrinsiek mannelijks. In de aloude betekenis van : autoritair, controle nemen, ervan overtuigd zijn dat je het recht hebt gehoord te worden. Ten onrechte uiteraard, maar comedy blijft wel die sfeer ademen. De sfeer van een echt mannenberoep, vergelijkbaar met vrachtwagenchauffeur of houthakker. En dus maken grappige vrouwen volgens mij gewoon nog altijd veel minder vlug de klik van : ‘Hé, misschien zou ik wel aan comedy moeten doen’. De mogelijkheid wordt over het hoofd gezien. Maar ook niet meer dan dat, denk ik.”

Kendall staat alvast met een betonnen zelfvertrouwen op het podium, al valt op dat ze er alle vrouwelijke kantjes afvijlt en zelfs een vrij mannelijke houding en intonatie aanneemt. Bewust ? “Ja, nu je het zegt. Mijn jeans, houthakkershemdje en bergschoenen zien er inderdaad niet bepaald vrouwelijk uit, maar zo kleed ik me nu eenmaal altijd. Maar ja, je hebt misschien wel gelijk. Ik wil er op het podium niet al te mooi uitzien, want dat is niet waarop ik beoordeeld wil worden. Ik ken trouwens weinig vrouwelijke komieken die zich optutten voor een optreden. Misschien om dat mannelijke universum makkelijker en met minder vooroordelen te kunnen binnenbreken : hey, I can play on your terms, wait and see. Ik wil bovendien ook allesbehalve breekbaar lijken op dat podium : dodelijk voor stand-up. Vandaar die wat stoere attitude ? Het zou heel goed kunnen. Mens, daar had ik nog nooit bij stilgestaan. God, I’m on the coach here !”

Zijn mannen geïntimideerd door haar ? “Ik denk het niet. Mijn vriend toch zeker niet. Al merk ik wel dat vrouwelijke komieken harder afgerekend worden op geklungel dan mannelijke, en dat ze daarbij meteen al hun collega’s mee de afgrond in trekken : ‘Zie je wel, vrouwen kunnen niet grappig zijn.’ Je staat als het ware elke keer symbool voor ‘dé vrouwenhumor’. Al ben ik ook wel trots om die ontvoogdingsstrijd mee te vechten.”

Is het vooral een ontvoogdingsverhaal ? Is humor een van die domeinen waarop vrouwen nog hun vlag moeten hijsen ? Hoogleraar psychologie aan de Gentse universiteit Stefaan Lievens hoef je daar niet van te overtuigen. In zijn onlangs verschenen boek Larie en bombarie aan de balie schrijft hij dat “de emancipatiebeweging inderdaad niet alle burchten veroverd heeft en één domein over het hoofd heeft gezien : humor.”

“Volgens de klassieke rolverwachtingen horen vrouwen zich nog altijd emotioneel meer in te tomen”, zegt Lievens. “Al te extraverte of vranke reacties worden vlug gelinkt aan hysterie, zelfs behaagzucht. Vrouwen horen zich afwachtender en beheerster te gedragen dan mannen. Komedie impliceert nogal eens agressiviteit, brutaliteit, harde satire, beledigingen. En je mag zeggen wat je wilt : van vrouwen pikken we dat nog altijd minder. Ook in verleidingsstrategieën : in het nog vaak hardnekkig seksistische rollenpatroon brengt híj háár aan het lachen. Niet omgekeerd. Zo zijn de spelregels. Hij scoort, zij beloont. Grofweg gesteld natuurlijk, maar het klopt nog altijd.”

“Misschien wordt van mannen inderdaad beter aanvaard dat ze grof zijn”, knikt Hilde Van den Bulck, professor aan de Antwerpse universiteit en sinds anderhalf jaar actief in de stand-upscene. “Ik probeer grove grappen dus wel te vermijden. Voor de rest sta ik er weinig bij stil dat ik daar als vrouw op het podium sta. En als het publiek niet lacht, dan wil dat gewoon zeggen dat ik slecht bezig ben. Ik ga dat nooit aan mijn vrouw-zijn wijten. Dat vrouwelijke komieken in Vlaanderen nog zo’n zeldzame soort zijn, schrijf ik trouwens vooral toe aan de – bij ons – nog jonge traditie van stand-up. Kijk naar Nederland of naar Groot-Brittannië : daar is de stand-upscene al ouder en meteen ook veel minder exclusief mannelijk. In Nederland heb ik zelfs onlangs deelgenomen aan een all girls night. Of mannen en vrouwen andere humor brengen ? Misschien hebben mannen wel een puntiger en vlugger ritme, met meer pointes en oneliners. Vrouwen vertellen, in een rustiger tempo, ze gieten het in verhalen, in anekdotes. Subtiele verschillen, maar ze zijn er wel.”

Comédie humaine

Als al één vorm van humor haast exclusief op testosteron drijft, dan wel moppen tappen. Zelden een groepje vriendinnen hele avonden weten vullen met grappen vertellen. Maar weinig vrouwen bovendien die zich de moeite getroosten om een mop in het geheugen op te slaan voor later gebruik. Dat vrouwen geen moppen vertellen, werd al uitvoerig door uiteenlopende studies bewezen. Een vriend legt het als volgt uit. “Wanneer mannen afspreken, vragen ze elkaar eerst of alles goed gaat. Thuis, op het werk. We gaan daar even op in, maar dan hebben we het al vlug gehad. Daarna nemen we onze toevlucht tot ‘zeveren’. En concreet is dat vaak, jawel : moppen vertellen.”

Een vrij royale bekentenis, en volgens Sigmund Freud is daar ook iets van aan. Voor Freud is de mop de ultieme catharsis : onderhuidse spanningen, agressie en angst vinden grollend een uitweg, en het psychische evenwicht herstelt zich. De mop schiet de mannen met andere woorden te hulp, omdat het bij hen verbaal en communicatief al eens stroever loopt dan bij vrouwen en ze innerlijke kortsluitingen eerder mondjesmaat in volzinnen gieten. Mannen uiten hun emoties, dat is al langer bekend, liever door gedrag : gekscherend in dit geval. Omgekeerd hebben vrouwen de grappen minder nodig omdat ze ook minder vaak sterke gevoelens moeten onderdrukken. Dat mannen zich bovendien dubbel plooien bij seksistische en seksueel getinte moppen, verklaart Freud vanuit gefrustreerde en onbeantwoorde gevoelens : een schunnige mop om de pijn of angst te ventileren. Daarom zou al te grove humor op vrouwen dan ook weinig effect hebben.

“Mijn humor gaat over kleine dingen”, meent Ilah (pseudoniem voor Inge Heremans), een van de weinige Vlaamse cartoonistes. En het is waar : Cordelia en Mira, haar personages, maken zelden iets wereldschokkends mee. Ilah tekent zowat de comédie humaine. “Het gaat over heel banale zaken die zo in ons dagelijkse leven zijn gesublimeerd, dat we lachen van verrassende herkenning als we ze plots zwart op wit geïsoleerd zien. Of Cordelia in een mannenblad zou werken ? Misschien. Maar dan zou ik haar toch iets explicieter maken, en harder uit de hoek laten komen. Niet dat mannen zich niet kunnen herkennen in Cordelia, maar de poëzie, enfin rijmelarij, van Cordelia zou niet pakken in de rechttoe rechtaan sfeer van een puur mannenblad.”

“Waar de vrouwelijke cartoonisten blijven ? Er zijn er heel wat in aantocht. Voorlopig zijn de hoofdredacteuren nog vooral mannen : die kiezen voor iets waar ze zich in herkennen. Dat is een natuurlijke reactie, daarom niet met opzet. Ik teken absoluut niet bewust of uitgesproken vrouwelijk. Ik teken gewoon vanuit wie ik ben, en ik ben nu toevallig een vrouw. Verder houd ik me daar helemaal niet mee bezig. Of een vrouw de Mohammedcartoons had kunnen tekenen ? Neen. Niet zozeer omdat ze te grof, wel omdat ze te direct zijn. Te duidelijk. Te weinig subtiel. En in dat opzicht dus inderdaad brutaler. Vrouwen houden van omwegen, ook – tot ergernis van mannen vaak – in hun dagelijkse communicatie. Mannen verkiezen de snelweg naar de grote pointe, de luide bulderlach. Dat zie je ook bij slapstick, zowat de meest directe vorm van humor. Heb jij daar ooit om kunnen lachen ?”

Guinevere Claeys

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content