Pierre Darge
Pierre Darge Freelancejournalist

De Amerikaanse fotografe Annie Leibovitz mocht de beroemde Pirelli-kalender samenstellen en bracht tegelijk een nieuw boek uit. Met hetzelfde onderwerp: vrouwen. Ontmoeting met een topfotografe.

Het is overweldigend gezicht. De grote zaal van het Natural History Museum aan de Londense Cromwell Road, volgepakt met 400 uitgelezen gasten, gezeten onder het immense gebeente van een dinosaurus. Tegenover hen, op het gelegenheidspodium, zeven van de mooiste vrouwen ter wereld. Mooi in de breedste zin van het woord : mooi van beweging, ingehouden kracht en elegantie. Met in hun midden, in een lange witte jurk met een indrukwekkend decolleté, de vrouw die een week vroeger in Groot-Brittannië tot de mooiste ter wereld werd uitgeroepen: Sophia Loren.

Daarnaast, in de schaduw, zich bijna verbergend, de lange, in onopvallend zwart geklede vrouw met halflang loshangend haar en de eeuwige bril, de kolonelsdochter die het allemaal voor mekaar kreeg: Annie Leibovitz – fotografe en werkbeest.

De Pirelli-kalender is een fenomeen dat geleidelijk evolueerde van een mooi plaatjesboek dat door de eerste feministes op de brandstapel werd gegooid, naar een soort kunstwerk dat zijn waarde en populariteit gedeeltelijk ontleent aan het feit dat het niet te koop is. De 25.000 exemplaren die jaarlijks worden gedrukt, worden gewoon weggegeven. Aan VIP’s, aan vrienden en kennissen van de Italiaanse autobandenfabriek die sinds 1964 de beroemdste fotografen ter wereld de opdracht toevertrouwt voor de jaarlijkse shooting – van Richard Avedon tot Herb Ritts. Voor de millenniumuitgave viel de keuze op Annie Leibovitz, die dit jaar ook al het fotoboek Women samenstelde.

Ik was vereerd”, zei Leibovitz een paar uur eerder in een zaaltje in Piccadilly Street. “Vereerd en onder de indruk. Want ik voelde ook het gewicht van de verantwoordelijkheid. Zeg maar: de tol die je betaalt voor vrijheid, en die kreeg ik met hopen. Er waren geen beperkingen, zei men. Daarom bekroop me het gevoel dat ik iets belangrijks voor vrouwen kon doen, en dat ik hen onder geen beding wilde teleurstellen.”

Leibovitz heeft een lange weg afgelegd sinds ze op haar twintigste als studente aan het San Francisco Art Institute langsliep bij het maandblad Rolling Stone met enkele portretten van de dichter Allen Ginsberg die tijdens een peace rally een joint opstak. In geen tijd liep ze in het spoor van popsterren en andere beroemdheden, aangezogen door hun glamour en door persoonlijkheid. Twee keer ging ze mee op tournee met The Rolling Stones. De foto’s die ontstonden tijdens dat reizen en hollen, overtuigden al snel het wereldje. Louis Armstrong wijdbeens en in shorts in de hoek van een woonkamer in New York, blazend op zijn trompet. Foto’s in gevangenissen, tijdens betogingen, van Andy Warhol en van Tennessee Williams. Van een ontketende Mick Jagger op de scène, en één zoals (bijna) niemand hem kent: met nat haar en een handdoek om het hoofd, in kamerjas na de douche.

De grootste indruk maakte John Lennon op haar, omdat hij de nog weinig bekende fotografe behandelde met veel respect. Dat was in 1971. Op 8 december 1980 was Annie Leibovitz nog eens op bezoek bij John Lennon en Yoko Ono in de Dakota-building, New York. Ze maakte er een foto die de wereld zou rondgaan. Yoko Ono in jeans en zwarte pull die zich laat omstrengelen door een naakte Lennon. Een paar uur later was John Lennon dood en Annie Leibovitz beroemd.

Als ze spreekt, schudt ze haar losse haren, haar stem is verrassend rauw. Iedereen trekt haar aan de mouw.

“Ik ben een groot bewonderaar van Edward Weston, en van de klassieke schoonheid die hij in beeld bracht. En ik wilde een set naaktfoto’s maken in die stijl, omdat ik dat nooit eerder had gedaan en omdat het tijdstip perfect leek voor een nieuwe kijk op vrouwen, in a way that I would like and love.

We bladeren door de kalender en dan kijkt ze op en schudt het haar in de nek. “I’m very proud of this.

De beroemdste fotografe van deze tijd ging niet over één nacht ijs. Het project startte achttien maanden eerder, de shooting vond plaats in de maand mei, op Leibovitz’ buitenstudio in Rheinbeck, twee uur rijden benoorden New York, in de oogverblindende schoonheid van de Hudson River Valley. Daar bracht Leibovitz vijf danseressen van de Mark Morris Dance Group bijeen, de zwarte atlete Jacqui Agyepong en twee wereldberoemde fotomodellen : Laetitia Casta, die nu in Frankrijk model staat voor de nieuwe Marianne-buste, en Alek Wek, de beroemdste van de jonge zwarte modellen.

“Ik wilde integere, eenvoudige foto’s van vrouwen. Soms kost het zoveel moeite om alles simpel te houden. In het begin dacht ik erover om alleen maar foto’s van dansers te schieten, maar uiteindelijk koos ik voor een mix van verschillende soorten lichamen.”

Annie Leibovitz stapte over van Rolling Stone naar Vanity Fair, waar Tina Brown aan het roer stond, die later over Leibovitz zei dat ze dingen ziet die anderen niet zien. Dingen die verdergaan dan de verwachtingen. Leibovitz groeide mee met de geest van het blad. Haar wereld bloeide open met de portretten die ze maakte. Van een cultfotografe werd ze een celebrity photographer die American Express en The Gap tot haar klanten mocht rekenen en telkens weer onverwachte invalshoeken zocht: Whoopi Goldberg in een bad melk, Keith Haring die zichzelf heeft beschilderd, John Cleese ondersteboven hangend aan een boom. Soms leek het wat overdreven, de kritiek verweet haar dat ze haar onderwerpen in een keurslijf dwong waarin ze niet thuishoorden. Leibovitz ontkende in alle toonaarden, ze had alleen een deel van hun persoonlijkheid uitvergroot en in de verf gezet. Dat doet ze nog, maar de middelen zijn nu oneindig veel groter. Voor ze het wist, was ze van fotografe tot een soort director geëvolueerd, met een staf van twintig achter zich aan. En met soms een indrukwekkend arsenaal van hulpmiddelen, zoals die twintig meter hoge kraan waarmee John Cleese werd omhooggehouden. Ze schiet haar portretten nu met een Mamiya 6×7 in plaats van met de handige kleinbeeld Nikon, en haar dagprijs steeg naar duizelingwekkende hoogtes.

Voor de Pirelli-kalender ging ze terug naar een eenvoud die ook aanwezig is in sommige portretten in haar nieuwe boek.

“Ik koos voor Rheinbeck omdat ik een plek zocht waar ik me kon concentreren, en waar eenvoud voor het rapen lag. Daarom bleef ik thuis, en dat bleek de perfecte locatie. It was a nice place for a bunch of people to have a nice time. Uiteindelijk leek het allemaal zo vanzelfsprekend. Het resultaat is wat ik mijn hele leven al had willen doen: terugkeren naar de essentie van die vrouwenlichamen.”

De officiële erkenning van haar talent kwam er met de uitnodiging voor een tentoonstelling in de National Portrait Gallery in Washington, in 1991, acht jaar na haar eerste boek. Een paar maanden later kwam een nieuw boek uit, Annie Leibovitz : Photographs, 1970-1990. En nu dus Women, met driehonderd vrouwenportretten, met parallel daaraan een tentoonstelling van dat werk, in de Corcoran Gallery of Art in Washington.

Op de kalender ontbreken de hoofden. Sommige kijkers raakten een beetje in de war door het zeer gespierde lichaam van de atlete Jacqui Agypong, omdat het vrouwelijkheid zou missen.

“Lichamen zonder hoofd horen bij die klassieke aanpak, en gespierde vrouwen zijn ook vrouwen. Vrouwzijn bestrijkt een breed palet. Wat me bij atleten en dansers altijd al fascineerde, is dat er hun lichaam een geweldige spanning uitstraalt, zelfs als het in rust is. Als je met dansers en atleten werkt, ontkom je niet aan het gevoel dat er ritme in hun lichaam zit: ook in rust danst het nog. Daarmee deed ik mijn voordeel: ik hoefde ze niet te laten bewegen om ritme te vinden.”

Ze is vijftig en toch lijkt ze op een opgeschoten meisje dat in geen eeuwen van kapsel veranderde. Op sommige foto’s staat ze een beetje mannelijk, het beroemdste portret dat van haar gemaakt is, toont haar zittend op een krukje in haar New Yorkse studio. Met wat Polaroids op de grond, de knieën uiteen, zelfverzekerd in de lens kijkend. Maar vandaag lijkt ze kwetsbaarder. Als ze op het podium geroepen wordt, drukken de mooiste vrouwen ter wereld haar als een jeugdvriendin tegen zich aan.

“De confrontatie met fotomodellen was interessant omdat het zo anders was dan ze gewend zijn. Tijdens het gewone werk moeten ze zich uitsloven en werken ze even hard als de fotograaf. Nu was er tijd en rust, gelegenheid voor een babbel. Laetitia kende bovendien ook het werk van Edward Weston, ze begreep de richting die ik uit mwilde. They were completely in the spirit of what I was doing.”

Een week later ligt Women in de boekhandel met 200 bladzijden vrouwenportretten en een veel te lang essay van Susan Sontag dat gebukt gaat onder de clichés. A man ages into power, a woman ages into being no longer desired. Terwijl het volstaat om foto’s van Leibovitz en vele andere fotografen te bekijken om begerenswaardige oudere vrouwen te zien. De beeldhouwster Louise Bourgeois, inmiddels 88. Katharine Graham, de 82-jarige uitgeefster van The Washington Post, die Richard Nixon op de knieën kreeg. Andrée Putman.

Sontag betoogt that women, in the same measure as men, should be able to fulfill their individuality is, of course, a radical idea. Natuurlijk hoort dat zo, maar erg origineel is het niet.

De verzameling vrouwen die Leibovitz bijeenbracht, is indrukwekkend, naar aantal en naar verscheidenheid. Maar ook naar enscenering. Soms zijn de portretten wat overdone, zoals dat van Rebecca Denison, directrice van een vereniging voor vrouwen met aids, die haar lichaam zwart verfde en het beschreef met de woorden courage, rage, pain en never give up. Soms zijn de beelden licht choquerend, zoals dat van Jennifer Miller: een mannenhoofd met baard op een vrouwenromp die overgaat in harige mannenbenen – een foto die Diane Arbus had kunnen maken. Soms herkennen we de klassieke enscenering. Twee circusartiestes, de beroemde foto van Hillary Clinton zoals we haar een paar maanden na de Lewinski-affaire voor het eerst zagen: sereen en ernstig lezend in een dossier, een andere vrouw, geconcentreerd op nieuwe uitdagingen. Maar veruit het sterkst zijn de close portretten, genomen met wijdopen diafragma, en een verzonken, onscherpe achtergrond. Of zonder achtergrond. De tennissende zusjes Serena en Venus Williams, Leibovitz’ eigen moeder, Louise Bourgeois teruggeplooid in haar eigen rimpels of de zangeres Albita met een sigaret bij een kop koffie. Maar het mooist van al, van een uiterste soberheid, is het portret van de lerares Lamis Srour, die we niet kennen en van wie we enkel de ogen en een stukje van de wenkbrauwen zien. Een streepje vrouw over wie we bij de minibiografieën lezen dat ze opgroeide in een Libanees moslimgezin in Dearborn, Michigan.

En dan plots moet Annie Leibovitz weer weg. Als ze zich omdraait, zegt ze: “Asking a woman to do the year 2000 is really a great idea. Sort of bringing it home.

‘Women’ van Annie Leibovitz is een uitgave van Random House, New York en kost 3535 fr. ‘Photographs Annie Leibovitz 1970-1990’ werd uitgegeven door Schirmer Mosel en kost 1700 fr.

PIERRE DARGE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content